ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ3523

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
CV 11-33765/ 12-34425
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot voortzetting huurovereenkomst na overlijden van de huurder

In deze zaak vordert een 52-jarige zoon de voortzetting van de huurovereenkomst na het overlijden van zijn 93-jarige moeder, die de contractuele huurder was. De procedure wordt gecompliceerd doordat de zoon tijdens de rechtsgang onder curatele wordt gesteld. De vordering wordt voortgezet tegen de curator, die optreedt namens de zoon. De curator stelt de vordering in tegen de beheerder van de woning, Keij en Stefels Beheer BV, in plaats van tegen de verhuurder zelf.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 9 oktober 2012 de procedure geschorst vanwege de onder curatele stelling van de zoon. Vervolgens heeft de curator de beheerder opgeroepen om de procedure voort te zetten. De zaak komt uiteindelijk voor vonnis op 12 februari 2013. De kantonrechter oordeelt dat de vordering niet ontvankelijk is, omdat deze niet tegen de juiste partij is ingesteld. De curator heeft de vordering ingesteld tegen de beheerder, terwijl de verhuurder, die de huurovereenkomst met de moeder heeft gesloten, niet in de procedure is betrokken.

De kantonrechter concludeert dat de zoon, nu vertegenwoordigd door de curator, niet kan worden ontvangen in zijn vordering tegen de beheerder. Dit leidt tot een proceskostenveroordeling, waarbij de curator wordt veroordeeld in de kosten die aan de zijde van de beheerder zijn gemaakt. De proceskosten worden begroot op € 350,00 voor het salaris van de gemachtigde en € 76,17 voor explootkosten. De beslissing van de kantonrechter wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de kosten onmiddellijk moeten worden betaald, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Privaatrecht
Rolnummer: CV 11-33765/12-34425
Vonnis van: 12 februari 2013
F.no.: 497
Vonnis van de kantonrechter
[eiseres]
wonende te Hilversum
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. P.J. van der Putt
t e g e n
de besloten vennootschap Keij en Stefels Beheer BV
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Keij en Stefels
gemachtigde: mr. H.C. Bollekamp
VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij tussenvonnis van 9 oktober 2012 heeft de kantonrechter de procedure tussen [de onder curatele gestelde] en Keij en Stefels vanwege de onder curatele stelling van [de onder curatele gestelde] geschorst. Keij en Stefels heeft vervolgens op de voet van artikel 227 Rv [eiseres] in haar hoedanigheid van curator over [de onder curatele gestelde] bij exploot van 29 oktober 2012 opgeroepen te verschijnen op de rolzitting van 13 november 2012 teneinde de procedure in de stand waarin het geding zich bevond voort te zetten. [eiseres] is verschenen en heeft een korte akte genomen, waarop Keij en Stefels - na daartoe bij rolbeschikking van 20 november 2012 in de gelegenheid te zijn gesteld - bij antwoord-akte heeft gereageerd.
De zaak staat voor vonnis.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In het tussenvonnis van 9 oktober 2012 heeft de kantonrechter de feiten vastgesteld, de vordering weergegeven en het verweer samengevat.
2. De kantonrechter heeft eerst de vraag te beantwoorden of [eiseres] in de vordering dat [de onder curatele gestelde] de huurovereenkomst van zijn op 30 maart 2011 overleden moeder met betrekking tot de woning aan het [adres] te Amsterdam voortzet, kan worden ontvangen.
3. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 9 oktober 2012 vastgesteld, dat [naam], de moeder van [de onder curatele gestelde], op 15 juli 1986 de huurovereenkomst heeft gesloten met de toenmalige beheerder, als lasthebber van de (toenmalige) eigenaar. Het beheer is thans in handen van Keij en Stefels. De erfpachter/verhuurder is [naam].
4. De vordering, die ertoe strekt dat [de onder curatele gestelde] als opvolgend huurder wordt geplaatst in de op [naam] rustende rechten en verplichtingen uit de huurovereenkomst, dient tegen de verhuurder te worden ingesteld. [de onder curatele gestelde], thans [eiseres], heeft de vordering ingesteld tegen de beheerder en heeft niet (tevens) de huidige verhuurder [naam] in rechte betrokken. Dit leidt ertoe dat [eiseres] niet in haar vordering jegens Keij en Stefels kan worden ontvangen.
5. Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eiseres] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, waaronder begrepen de kosten van het oproepingsexploot.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. verklaart [eiseres] in haar vordering niet-ontvankelijk;
II. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van Keij en Stefels gevallen, welke worden begroot op
- € 350,00 wegens salaris gemachtigde;
- € 76,17 wegens explootkosten;
III. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 februari 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.