ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ2415
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor onttrekking van minderjarige aan wettig gezag
In de strafzaak tegen de verdachte, die op 26 februari 2013 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de ten laste gelegde feiten niet bewezen zijn. De zaak betreft de onttrekking van minderjarigen aan het wettig gezag van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 februari 2013. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten waarbij de verdachte beschuldigd werd van het onttrekken van minderjarigen aan het gezag van Jeugdzorg, met name in de periode van februari 2011 tot en met augustus 2011. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens de zitting is gebleken dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwijzingen van Jeugdzorg en dat er geen opzet was om de minderjarigen aan het gezag te onttrekken. De schriftelijke aanwijzing van Jeugdzorg was gericht aan de moeder van de minderjarigen en niet aan de verdachte. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gedaan op 26 februari 2013.