ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ2232

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
13/13/89 F (532587 / FT-RK 12.3022)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillietverklaring van AAROEVER BELEGGINGEN B.V. in liquidatie na verzoek van Residex Capital IV C.V.

Op 30 januari 2013 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met betrekking tot de faillietverklaring van AAROEVER BELEGGINGEN B.V. in liquidatie, op verzoek van Residex Capital IV C.V. Het verzoekschrift, ingediend op 18 december 2012, werd toegelicht door mr. M.H. Hamberg, die namens de verzoekster optrad. De schuldenares, vertegenwoordigd door mr. F. Henke, voerde verweer en stelde dat het verzoek afgewezen diende te worden vanwege het ontbreken van pluraliteit van schuldeisers. De rechtbank verwierp dit verweer en overwoog dat AAROEVER Beleggingen B.V. sinds 21 juni 2008 in liquidatie is en dat de vereffenaar, Van Minnen Finance B.V., geen rekening en verantwoording heeft afgelegd. De rechtbank stelde vast dat de schulden de baten overtreffen en dat er geen instemming van alle schuldeisers was om de vereffening buiten faillissement voort te zetten. Dit leidde tot de conclusie dat Residex, als enige schuldeiser, het faillissement kon verzoeken, ondanks het verweer van de schuldenares. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de schuldeisers beter gewaarborgd zijn in de faillissementsprocedure dan in de vereffeningsprocedure. De rechtbank verklaarde AAROEVER BELEGGINGEN B.V. in liquidatie in staat van faillissement en benoemde mr. J.D. Edens tot curator en mr. M.J.E. Geradts tot rechter-commissaris. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 januari 2013.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
faillissementsnummer: 13/13/89 F
Ter griffie van deze rechtbank is op 18 december 2012 een verzoekschrift met rekestnummer C/13/532587/FT-RK 12.3022 ingekomen van:
commanditaire vennootschap RESIDEX CAPITAL IV C.V.,
gevestigd te Ugchelen,
verzoekster,
advocaat mr. M.H. Hamberg.
Het verzoek strekt tot faillietverklaring van:
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AAROEVER BELEGGINGEN B.V. IN LIQUIDATIE,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 34073655,
statutair gevestigd Amsterdam,
vestigingsadres: 3800 CC Amersfoort, Postbus 2121.
Mr. M.H. Hamberg heeft ter terechtzitting van 29 januari 2013 namens verzoekster het verzoek toegelicht aan de hand van schriftelijke aantekeningen. Namens schuldenares heeft mr. F. Henke ter terechtzitting van 29 januari 2013 gemotiveerd verweer gevoerd, eveneens aan de hand van schriftelijke aantekeningen.
Mr. Henke heeft ter zitting onder meer – bij wijze van verweer – aangevoerd dat het onderhavige verzoek dient te worden afgewezen nu niet is voldoen aan het vereiste van pluraliteit van schuldeisers. De rechtbank verwerpt dit verweer en heeft daartoe als volgt overwogen.
Vast staat dat Aarover Beleggingen B.V. sedert 21 juni 2008 in liquidatie is en dat sindsdien Van Minnen Finance B.V. als vereffenaar is aangewezen. Door verzoekster (hierna ook wel: Residex) is onweersproken gesteld dat sedertdien schuldeisers geheel of gedeeltelijk zijn betaald. Voorts is komen vast te staan dat de schulden de baten overtreffen en dat de vereffenaar bij die stand van zaken aangifte tot faillissement zou behoren te doen, tenzij op de voet van artikel 2:23a, vierde lid, Burgerlijk Wetboek (BW) alle schuldeisers instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. Van laatstbedoelde instemming is niet gebleken. Uit het verhandelde ter zitting en hetgeen uit de stukken naar voren komt is gebleken dat in de vereffeningsfase schuldeisers geheel of gedeeltelijk zijn betaald en Residex daarentegen onbetaald is gelaten. Door de vereffenaar is geen rekening en verantwoording afgelegd en uit gegevens van de Kamer van Koophandel is gebleken dat Van Minnen Finance B.V. op 13 juni 2012 is ontbonden en opgehouden te bestaan.
Overwegende dat de regel van artikel 2:23a, vierde lid, BW is ingevoerd omdat de wetgever de behartiging van de belangen van de schuldeisers onder meer uit het oogpunt van het beginsel van hun onderlinge gelijkheid beter gewaarborgd acht in de bij de Faillissementswet voorgeschreven procedure dan bij vereffening door een vereffenaar brengt een redelijke wetsuitleg met zich dat naar het oordeel van de rechtbank Residex in de weergegeven omstandigheden de faillietverklaring van schuldenares kan verzoeken. In zoverre vormt de in artikel 2:23a, vierde lid, BW gelegen bevoegdheid tot faillissementsaangifte een zelfstandige grond. Voor zover Residex thans enig schuldeiser is staat die situatie niet in de weg aan faillietverklaring nu – uit de weergegeven feiten – is gebleken dat die situatie is gecreëerd door de vereffenaar met doorbreking van de hiervoor bedoelde onderlinge gelijkheid van schuldeisers en reeds daarom niet aan Residex kan worden tegengeworpen. Een andersluidende opvatting zou immers erop neerkomen dat een schuldeiser als Residex op eenvoudige wijze buitenspel kan worden gezet. Residex heeft er dan ook belang bij een en ander in het kader van een faillissement te laten onderzoeken.
Bij de behandeling is summierlijk gebleken van een vorderingsrecht van verzoekster, alsmede van feiten en omstandigheden, die aantonen dat schuldenares in de toestand verkeert, dat zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de artikelen 1, 2, 4, 6 en 14 van de Faillissementswet.
De rechtbank is gelet op het bepaalde in artikel 3, eerste lid van Verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie bevoegd deze hoofdprocedure te openen nu naar haar oordeel het centrum van de voornaamste belangen van schuldenares in Nederland ligt.
De beslissing
De rechtbank:
- verklaart AAROEVER BELEGGINGEN B.V. IN LIQUIDATIE voornoemd in staat van faillissement;
- benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mr. M.J.E. Geradts,
en tot curator mr. J.D. Edens, 1087 HW Amsterdam, Krijn Taconiskade 354;
- geeft last aan de curator tot het openen van de aan schuldenares gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.D. Akkaya en in het openbaar uitgesproken op
30 januari 2013 te 13:00 uur.