ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ2159
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de splitsingsakte door de Vereniging van Eigenaars (VvE) en de rechtsgeldigheid van besluiten
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) op 20 april 2009 besloten tot wijziging van de splitsingsakte, waarbij een opgang vanaf de derde verdieping naar de zolderverdieping werd gecreëerd. Dit besluit werd genomen met een meerderheid van 90% van de stemmen, ondanks de tegenstem van [verweerder jr.] en [verweerders sr.]. [verweerder jr.] heeft vervolgens vernietiging van dit besluit gevorderd op grond van artikel 5:140a BW, maar deze vordering werd in eerdere procedures door zowel de kantonrechter als het Gerechtshof afgewezen. De VvE heeft nu een verzoek ingediend om vervangende machtiging te verkrijgen voor de wijziging van de splitsingsakte, omdat de toestemming van [verweerder jr.] en de hypotheekhouders werd geweigerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de VvE op grond van artikel 5:139 lid 2 BW de bevoegdheid heeft om de splitsingsakte te wijzigen zonder medewerking van de weigerende appartementseigenaar, aangezien de vordering tot vernietiging van [verweerder jr.] in kracht van gewijsde is afgewezen. De rechter verleent de VvE vervangende machtiging voor de notariële vastlegging van de wijziging van de splitsingsakte, en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de medewerking van [verweerder jr.]. Tevens wordt verklaard dat de hypotheek van [verweerders sr.] zich niet uitstrekt tot de ruimte die voorheen gemeenschappelijk was en die toegang gaf tot de zolderverdieping.
De rechter oordeelt dat de belangen van de VvE zwaarder wegen dan die van de weigerende appartementseigenaren, en dat de aangeboden schadeloosstelling van € 5.000,-- redelijk is. De verzoeken van de VvE worden toegewezen, terwijl de verzoeken van de verweerders worden afgewezen. De kosten van de procedure worden aan de verweerders opgelegd.