ECLI:NL:RBAMS:2013:9967

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2013
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
C/13/537889 / KG ZA 13-310
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over uitzending van programma met verborgen camera-opnames

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 15 maart 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. S.S. van Gijn, en de gedaagden SBS Broadcasting B.V. en Noordkaap TV Producties B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A.K. van den Berg. De eiser vorderde een verbod op de uitzending van een programma-onderdeel van 'Undercover in Nederland', waarin verborgen camera-opnames van hem werden getoond. De eiser betwistte de beschuldigingen van malafide praktijken door zijn bedrijf Excellent Teamspirit, dat als modellenbureau opereert. De gedaagden stelden dat de uitzending van belang is voor de publieke meningsvorming over malafide modellenbureaus en dat de opnames noodzakelijk zijn om deze praktijken aan de kaak te stellen.

De voorzieningenrechter overwoog dat er een belangenafweging gemaakt moest worden tussen het recht op vrijheid van meningsuiting van de gedaagden en het recht van de eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. De rechter concludeerde dat de gedaagden voldoende gewichtige redenen hadden om de opnames te maken, ondanks dat deze met een verborgen camera waren gemaakt. De rechter oordeelde dat de belangen van de gedaagden zwaarder wogen dan die van de eiser, vooral omdat de opnames het publiek inzicht gaven in de werkwijze van malafide modellenbureaus.

Uiteindelijk werd de vordering van de eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die op EUR 1.405,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de eiser werd in het ongelijk gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel,
zaaknummer / rolnummer: C/13/537889 / KG ZA 13-310 HB/PV
Vonnis in kort geding van 15 maart 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij concept dagvaarding,
advocaat mr. S.S. van Gijn te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SBS BROADCASTING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDKAAP TV PRODUCTIES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden, vrijwillig verschenen,
advocaat mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 15 maart 2013 heeft eiser, hierna te noemen [eiser] , gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden, verder gezamenlijk te noemen SBS c.s. en ieder afzonderlijk SBS en Noordkaap, hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Verder heeft
SBS c.s. ter terechtzitting door haar gemaakte filmbeelden getoond. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak wordt heden uitspraak gedaan, in de vorm van dit verkorte vonnis. De uitwerking daarvan kan op een later tijdstip volgen. Die uitwerking zal in elk geval naar strekking de hierna bij “De beoordeling” volgende overweging(en) bevatten. Nu dat ook de dragende overweging(en) uit het vonnis zijn, wordt partijen verzocht om
binnen zeven dagen na de vonnisdatum aan de onderaan dit vonnis genoemde griffier, schriftelijk mee te delenof zij nog prijs stellen op een uitwerking. Mocht een dergelijk bericht niet worden ontvangen, dan zal van uitwerking worden afgezien.
Ter zitting waren aanwezig:
aan de zijde van [eiser] : [eiser] en mr. Van Gijn,
aan de zijde van SBS c.s.: [naam 1] , mr. Van den Bergh en
mr. J. Klopper.

2.De feiten

Volgen bij de (eventuele) uitwerking

3.Het geschil

Volgt bij de (eventuele) uitwerking.

4.De beoordeling (naar strekking)

4.1.
Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.2.
In geschil is een ongeveer 20 minuten durend onderdeel van het programma Undercover in Nederland dat SBS c.s. voornemens is op zondagavond
17 maart 2013 uit te zenden. In dat programma-onderdeel worden onder meer opnames getoond van een ontmoeting tussen [naam 2] , een voormalig medewerkster van het bedrijf Excellent Teamspirit, en [eiser] in een café in Amsterdam op 1 november 2012 en een gesprek dat [naam 1] buiten dat café vervolgens met [eiser] heeft gevoerd. [eiser] is werkzaam voor Excellent Teamspirit, een eenmanszaak van een ex-vriendin van hem. Volgens de inschrijving in de Kamer van koophandel is Excellent Teamspirit een promotie & modellen uitzendbureau. De opnames in het café zijn met een verborgen camera gemaakt en die buiten het café met een voor [eiser] zichtbare camera. SBS c.s. stelt dat zij met dit programma-onderdeel de wijze waarop malafide modellenbureau’s (scouts) jonge meisjes een rad voor de ogen draaien door hen ten onrechte een carrière als (top)model voor te spiegelen aan de orde wil stellen. In het bijzonder ten aanzien van [eiser] stelt SBS c.s. dat hij, al dan niet onder het pseudoniem [pseudoniem] , meisjes benadert voor het werk als (top)model, dat die meisjes bij inschrijving de helft van het inschrijfgeld betalen (het inschrijfgeld varieert tussen de EUR 130,- en EUR 250,-) betalen, dat vervolgens een fotoshoot wordt gemaakt, dat daarna het overige inschrijfgeld betaald moet worden, maar dat [eiser] /Excellent Teamspirit geen opdrachtgevers heeft en dat de meisjes daarom nooit als model werk zullen krijgen en hun inschrijfgeld kwijt zijn. [eiser] heeft betwist dat Excellent Teamspirit een malafide modellenbureau is. Hij vordert daarom onder meer een verbod van uitzending van het voormelde programma-onderdeel.
4.3.
Bij de beoordeling wordt voorop gesteld dat op grond van artikel 10 van het EVRM aan een ieder het recht op vrijheid van meningsuiting toekomt. Deze vrijheid mag slechts worden beperkt indien daarin is voorzien bij wet en deze beperking in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van, voor zover thans aan de orde, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen.
4.4.
Tegenover het recht op vrijheid van meningsuiting, staat in dit geval het recht van [eiser] op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM, waaronder begrepen is de bescherming van de eer en goede naam. Het antwoord op de vraag welk van deze, in beginsel gelijkwaardige, rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt moet worden gevonden met inachtneming van alle terzake dienende omstandigheden van het geval. Daarop zal hierna worden ingegaan.
4.5.
Bij de belangenafweging wordt voorop gesteld dat uit de ter terechtzitting getoonde opnames blijkt, dat tijdens de volledige uitzending het gezicht van [eiser] ‘gewiped’ is, dat wil zeggen onherkenbaar in beeld wordt gebracht. Daarnaast wordt [eiser] in de uitzending aangeduid als [eiser] of met het pseudoniem [pseudoniem] , maar wordt zijn echte achternaam daarin niet, althans niet volledig, genoemd. Verder worden in de uitzending geen uitspraken gedaan over woonplaats van [eiser] . Het geluid van de opnames is verder van matige kwaliteit en wordt daarom doormiddel van ondertiteling (beter) verstaanbaar gemaakt. Gegeven de matige geluidskwaliteit en het onherkenbaar gemaakte gezicht, heeft [eiser] zijn stelling dat hij zal worden herkend onvoldoende aannemelijk gemaakt. Dat mogelijk naaste familie of vrienden van [eiser] hem na de opnames zullen herkennen, doet daar niet aan af. Voorts blijkt uit de getoonde beelden dat [eiser] zich met argumenten verweert tegen het beeld dat [naam 1] hem met betrekking tot zijn werkzaamheden voorhoudt. Hem worden geen specifieke strafrechtelijke verwijten gemaakt.
4.6.
De opnamen van [eiser] zijn gedeeltelijk gemaakt met een verborgen camera. [eiser] heeft in dat verband aangevoerd dat volgens de richtlijnen van de Raad voor de Journalistiek, in beginsel de eisen van hetgeen maatschappelijk aanvaardbaar is worden overschreden door het maken en openbaren van opnamen die zijn gemaakt met verborgen apparatuur en zonder toestemming of medeweten van de betrokkene en dat een afwijking van die norm volgens deze Raad slechts toelaatbaar kan zijn, wanneer zwaarwichtige redenen van algemeen belang dit rechtvaardigen. Daarvan is in het algemeen slechts sprake indien de journalist geen andere middelen ten dienste staat om het publiek voor te lichten over ernstige misstanden of ernstige rechtsschendingen, dan wel om andere informatie te verstrekken die wezenlijk is voor de publieke meningsvorming over zaken, die het algemeen belang direct raken. [eiser] stelt dat in het onderhavige geval van dergelijke gewichtige redenen geen sprake is. Ten aanzien daarvan wordt overwogen dat, zoals hiervoor reeds gemeld, SBS c.s. met de uitzending de werkwijze van malafide modellenbureau’s aan de kaak wil stellen. Tijdens het gesprek dat met de verborgen camera is gefilmd, worden door [naam 2] de wijze waarop [eiser] voor Excellent Teamspirit gescoute meisjes bejegent, de schulden die Excellent Teamspirit bij onder meer [naam 2] en bij door Excellent Teamspirit ingeschakelde fotografen en webdesigners heeft en het ontbreken van opdrachten voor de gescoute meisjes, aan de kaak gesteld. Voldoende aannemelijk is dat SBS c.s. de door [eiser] tijdens het gesprek gegeven antwoorden en het inzicht dat dit geeft in de werkwijze van [eiser] , dan wel Excellent Teamspirit, zonder het gebruik van de verborgen camera niet zou hebben verkregen. Daaruit blijkt ook, gelet op het door [eiser] veelvuldig gebruikte “ik” als hij spreekt over de schuldenlast van Excellent Teamspirit, dat [eiser] Excellent Teamspirit kennelijk ziet als zijn eigen bedrijf. Voorshands wordt dan ook een zwaarwegend maatschappelijk doel gediend met het tonen van de met de verborgen camera gemaakte opnames.
4.7.
Voort is van belang dat [eiser] , ondanks dat hij daarnaar ter terechtzitting uitdrukkelijk bevraagd is, geen opdrachtgevers van Excellent Teamspirit heeft genoemd. Het ernstige verwijt dat [eiser] door SBS c.s. wordt gemaakt, te weten, dat hij de gescoute meisjes bij inschrijving laat betalen, maar daar geen follow up aan geeft door opdrachtgevers voor hen te vinden en dat de desbetreffende meisjes daarmee hun inschrijfgeld kwijt zijn, heeft [eiser] aldus niet ontzenuwd. Dit alles afwegende is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van SBS c.s. op uitzending van de beelden zwaarder moet wegen dan de daartegenover staande belangen van [eiser] .
4.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van SBS c.s. worden begroot op:
- griffierecht EUR 589,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal EUR 1.405,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van SBS c.s. tot op heden begroot op EUR 1.405,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.N. Brouwer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2013. [1]

Voetnoten

1.type: PJvV