Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.in de incidenten en in de hoofdzaak
De Staat is vervolgens in de gelegenheid gesteld te reageren op het beroep van Siemens op artikel 7 lid 1 Rv.
[..]
3.De feiten:
AVAILABLE FOR PAYMENT (IN W. GERMANY) VALID UNTIL 15 TH. , JUNE, 1989 AGAINST THEIR RECEIPT OR TENOR DRAFT DRAWN ON BUYERS ACCOMPANIED BY DOCUMENTS SPECIFIED HERE – BELOW MARKEDWITH THIS CREDIT NUMBER
4.Het geschil
De Bank heeft daartoe gesteld dat de telexapparatuur door de Staat is aangekocht in de uitoefening van haar publieke functie en dat de Bank, nu Siemens haar aanspreekt in het kader van de met de Staat gesloten overeenkomst, eveneens een beroep op de aan de Staat toekomende immuniteit toekomt.
Gesteld noch gebleken is dat de Bank zelf een staatsorgaan is of als zodanig is opgetreden. De Bank heeft een L/C ten gunste van Siemens afgegeven. Die rechtshandeling is naar zijn aard geen overheidshandeling die een beroep op immuniteit aan de zijde van de Bank zou kunnen rechtvaardigen. Het is een eigen verplichting van de Bank jegens Siemens, die in beginsel geabstraheerd is van de onderlinge verhouding tussen de Staat en Siemens. Bij dupliek heeft de Bank dat standpuntvan Siemens, zoals door Siemens bij repliek uiteengezet, ook niet bestreden.
De Bank heeft aangevoerd dat, omdat L/C voorschrijft dat een wissel moet worden afgegeven, het recht van toepassing is dat op de wissel van toepassing is en het EVO (het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst 80/934/EEG) van toepassing is uitgesloten. Subsidiair heeft de Bank aangevoerd dat ook bij toepassing van het EVO Duits recht van toepassing is.
De Bank betwist dat de telex van 27 december 1990 een erkenning van de verschuldigdheid inhoudt.
Nu Siemens aan haar vordering ten grondslag legt dat zij betaling kan verlangen op grond van de stelling dat zij tijdig de vereiste documentatie aan de adviserende bank heeft verstrekt en aldus aan haar stelling rechtsgevolg verbindt, heeft zij de bewijslast voor die stelling. De rechtbank zal haar tot de bewijslevering toelaten.
“[Niet] heeft [..] aangetoond dat de geldingsdatum van de L/C, die op 15 juni 1989 verliep, rechtsgeldig is verlengd, zodat de aanbieding van de documenten tijdig was.”
5.De beslissing
21 augustus 2013voor uitlating door Siemens of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli tot en met september 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,