ECLI:NL:RBAMS:2013:9630

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2013
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
HA ZA 12-1361
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad in renvooiprocedure met curator van failliete vennootschap

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam diende, ging het om een renvooiprocedure waarbij de aansprakelijkheid van een vennootschap werd beoordeeld. De eiseres, een vennootschap naar Tsjechisch recht, vorderde erkenning van haar vordering tot verificatie in het faillissement van de gedaagde vennootschap, die als curator optrad. De eiseres stelde dat de gedaagde vennootschap onrechtmatig had gehandeld door een overeenkomst aan te gaan met de gemeente, waarbij de gedaagde vennootschap een onbevoegd persoon als bestuurder had laten inschrijven. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde vennootschap niet aansprakelijk was voor de schade die de eiseres had geleden door de overeenkomst, omdat de benoeming van de bestuurder rechtsgeldig was en de curator niet had aangetoond dat er sprake was van onbevoegdheid. De rechtbank wees de vordering van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten. De reconventionele vordering van de curator werd verwezen naar de rechtbank Noord-Nederland, omdat deze rechtbank exclusief bevoegd was op basis van het forumkeuzebeding in de overeenkomst. Het vonnis werd uitgesproken op 18 december 2013.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: 530292 / HA ZA 12.1361
Vonnis van 18 december 2013
in de zaak van
de vennootschap naar Tsjechisch recht
[eiseres in conventie]
gevestigd te [land],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M. Schuring te Groningen,
tegen
[gedaagde in conventie]
in hoedanigheid van curator in het faillissement van [gedaagde in conventie],
kantoorhoudend te [plaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. T. Hekman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie] en de curator genoemd worden. [gedaagde in conventie] wordt [gedaagde in conventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 27 maart 2013
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties
  • het proces-verbaal van comparitie van 23 april 2013,
  • de akte overlegging nadere producties van de curator, met producties
  • de akte uitlating nadere producties tevens houdende overlegging producties van [eiseres in conventie], met producties
  • de akte houdende uitlating ex artikel 2.11 Procesreglement van de curator, met productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie] was voor haar faillissement actief in het aantrekken van leningen bij particulieren. Zij leende deze bedragen vervolgens door aan buitenlandse gelieerde vennootschappen, die onroerend goed verwierven. Daarnaast was [gedaagde in conventie] initiator van diverse commanditaire vennootschappen (hierna: CV’s). Deze CV’s zijn (economisch) eigenaar van de aandelen in buitenlandse projectvennootschappen. Aan [gedaagde in conventie] gelieerde vennootschappen zijn beherend vennoot van de CV’s.
2.2. 50%
van de aandelen van de vennootschap naar Duits recht [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1]) is in handen van [gedaagde in conventie] en 50% is in handen van [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]). [bedrijf 2] is een vennootschap die gelieerd is aan [naam 1] (hierna: [naam 1]). [naam 1] is sinds [datum] enig bestuurder van [bedrijf 1]. Bij de ontwikkeling van projecten in Duitsland en Tsjechië werkten [gedaagde in conventie] en [naam 1] aldus samen, dat [gedaagde in conventie] de door haar aangetrokken gelden doorleende aan [bedrijf 1], die de gelden op haar beurt weer doorleende aan projectvennootschappen. [naam 1] bracht ter plaatse nieuwe projecten aan en was verantwoordelijk voor (het uitbesteden van) het dagelijkse management.
2.3.
In 2006 raakte de relatie tussen [naam 1] en [gedaagde in conventie] verstoord, waarna mondeling werd overeengekomen dat [naam 1] zich zal bezighouden met de Duitse projecten en [gedaagde in conventie] met de Tsjechische. Deze afspraak is bevestigd in de considerans van een schriftelijke overeenkomst tussen [bedrijf 2] en [gedaagde in conventie] van 2 februari 2008 met de woorden:
- dat [bedrijf 2] enerzijds en [gedaagde in conventie] (…) anderzijds de intentie hebben uitgesproken dat zij de gezamenlijke projecten voor wat betreft de in Duitsland te ontwikkelen projecten willen toescheiden aan [bedrijf 2] en voor wat betreft de in Tsjechië te ontwikkelen projecten aan [gedaagde in conventie] (…).
- dat, hoewel die intentie is uitgesproken in een bijeenkomst van bestuurders op [datum] in Hotel Mercure te Zwolle, de effectuering van bedoelde toescheiding tot op heden niet heeft plaats gehad.
2.4.
Bij besluit van 21 februari 2008 is door haar enig aandeelhouder, [eiseres in conventie] (in deze vertegenwoordigd door [naam 2], hierna: [naam 2]), [naam 3] (hierna: [naam 3]) als bestuurder van [eiseres in conventie] benoemd. [naam 2] was op dat moment tevens bestuurder van [gedaagde in conventie].
2.5.
Bij brief van 28 mei 2009 heeft [bedrijf 1] [gedaagde in conventie] als volgt bericht:
Hierbij deel ik u (…) mede, dat ik hierbij alle in omloop zijnde volmachten, om namens [bedrijf 1] (…) te handelen, met onmiddellijke ingang intrek, zulks voor het geval er nog dergelijke geldige volmachten mochten circuleren.
2.6.
Tussen [eiseres in conventie] (aangeduid als “debtor”) en [gedaagde in conventie] (aangeduid als “creditor”) is op 26 juni 2009 een overeenkomst aangegaan (hierna: de overeenkomst van geldlening), getiteld “Loan agreement”, waarvan de inhoud, voor zover thans van belang als volgt luidt:
1). The Debtor owes to Creditor on account of principal and accrued interest up to including the year 2008 (interest rate 6,75%) an amount of EUR 4.474.787,81
(…)
3). As from January 1st, 2009 the Debtor shall owe to the Creditor interests calculated on the basis of an annual interest rate of 6,75% (…) per annum
(…)
11). This agreement is exclusively subject to Dutch Law. Resolution of any disputes shall initially be handled by the Court in Groningen (The Netherlands).
2.7.
Op 24 juli 2009 hebben [eiseres in conventie] (vertegenwoordigd door [naam 3]) en de gemeente [eiseres in conventie] te Tsjechië (hierna: de gemeente) een overeenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten waarbij [eiseres in conventie] zich heeft verplicht om van een door haar in eigendom gehouden perceel grond twee hectare af te staan aan de gemeente ten behoeve van de aanleg van een tramlijn over het perceel.
2.8.
Bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 juni 2010 is [gedaagde in conventie] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van de curator in zijn hoedanigheid.
2.9.
Een bij een notaris afgelegde verklaring van 21 november 2011 van [naam 2] luidt, voor zover thans van belang als volgt:
2. that the members in the board of ([gedaagde in conventie]) decided to order me (…) to recall myself from the position of executive director of ([eiseres in conventie]) (…) I had to sign a Resolution of the Sole Shareholder, which was prepared by ([gedaagde in conventie]) lawyers in Prague
(…)
4. that I did sign this Resolution of the Sole Shareholder at 21 February 2008 (…) on behalf of [eiseres in conventie], which was a mistake.
5. that I, [naam 2], was not in the position anymore to take any decision on behalf of [eiseres in conventie]. or on behalf of [bedrijf 1] (…), because of my recall in June 2007 from the position of executive director of [bedrijf 1] (…).
2.10.
[eiseres in conventie] heeft een vordering van € 1.000.000,-- ter verificatie ingediend bij de curator. Blijkens het proces-verbaal van de verificatievergadering, gehouden op 4 oktober 2012, heeft de curator deze vordering betwist, waarna de rechter-commissaris onderhavig geschil bij wege van renvooi heeft verwezen naar de rolzitting van deze rechtbank.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie] vordert  samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, haar vordering tot verificatie in het faillissement van [gedaagde in conventie] te erkennen tot een bedrag van
€ 1.000.000,--, althans dat de omvang van de vordering nader dient te worden opgemaakt bij staat, met veroordeling van de curator in de proceskosten. [eiseres in conventie] baseert haar vordering op de stelling dat [gedaagde in conventie] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. [gedaagde in conventie] deed immers het feitelijk beheer van [eiseres in conventie] en heeft als zodanig [naam 3] als statutair bestuurder van [eiseres in conventie] laten inschrijven in het Tsjechische handelsregister. [gedaagde in conventie] heeft vervolgens [naam 3] de overeenkomst met de gemeente laten tekenen namens [eiseres in conventie], wetende althans behorende te weten van de onbevoegdheid van [naam 3]. De schade bestaat uit de waardevermindering van het perceel door de splitsing in twee afzonderlijke percelen en door het verlies van twee hectare grond.
3.2.
De curator voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
De curator vordert  samengevat – veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad van [eiseres in conventie] tot betaling van € 5.702.800,79, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten, met het verzoek de uitspraak voor wat betreft het niet-betwiste deel te waarmerken als Europese executoriale titel. De curator vordert betaling van het op grond van de overeenkomst per 1 januari 2013 verschuldigde bedrag.
3.5.
[eiseres in conventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Bij brief van 3 juli 2013 heeft mr. Schuring verzocht om een antwoordakte te mogen nemen naar aanleiding van de akte houdende uitlating ex artikel 2.11 Procesreglement van de curator van diezelfde datum. Daarnaast heeft mr. Schuring verzocht om nader uiteen te mogen zetten waarom een door het faxapparaat op een productie aangebrachte datering niet overeenkomt met de datum van (eerste) verzending. De rechtbank wijst het verzoek af, aangezien de behandeling van de zaak gesloten was toen de productie van de curator werd ontvangen. Zij zal dan ook geen acht slaan op de door de curator bij zijn akte overgelegde productie. Ook overigens zijn er geen termen aanwezig om de behandeling van de zaak te heropenen.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat de vorderingen moeten worden beoordeeld naar Nederlands recht. Artikel 14 lid 1 van de in deze van toepassing zijnde Verordening “Rome II” (Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad) biedt de mogelijkheid van een rechtskeuze.
4.3.
De rechtbank begrijpt de vordering van [eiseres in conventie] aldus, dat zij stelt dat [gedaagde in conventie] onbevoegdelijk [naam 3] heeft ingeschreven als bestuurder van [eiseres in conventie]. [naam 3] heeft vervolgens als bestuurder van [eiseres in conventie] de overeenkomst gesloten met de gemeente. Omdat de gemeente mocht vertrouwen op de inschrijving in het handelsregister, is [eiseres in conventie], ondanks de kennelijke onbevoegdheid van [naam 3] toch gebonden aan de overeenkomst. Dat [gedaagde in conventie] niet bevoegd was om [naam 3] tot bestuurder van [eiseres in conventie] te benoemen volgt uit de omstandigheid dat die bevoegdheid alleen aan [bedrijf 1] als beherend vennoot van [eiseres in conventie] toekwam. De schade als gevolg van het (onbevoegdelijk) door [naam 3] namens [eiseres in conventie] aangaan van de 2009-overeenkomst is daarmee toerekenbaar aan [gedaagde in conventie], aldus [eiseres in conventie].
4.4.
De rechtbank overweegt als volgt. De benoeming van [naam 3] tot bestuurder van [eiseres in conventie] is op 21 februari 2008 geschied door ([naam 2] namens) [eiseres in conventie], de enig aandeelhouder van [eiseres in conventie]. [eiseres in conventie] heeft aangevoerd dat [naam 2] op dat moment geen bestuurder meer was van [bedrijf 1], de beherend vennoot van [eiseres in conventie], en dat hij dus niet bevoegd was om [naam 3] te benoemen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt echter niet in te zien hoe dat tot aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie] leidt voor de overeenkomst die [naam 3] bijna anderhalf jaar later als bestuurder van [eiseres in conventie] met de gemeente is aangegaan. De rechtbank acht daarbij van belang dat de curator nog heeft aangevoerd dat [gedaagde in conventie] op grond van de afspraken van 2006 (2.3 en 2.4) bevoegd was om namens [bedrijf 1] te handelen als (feitelijk) beherend vennoot van [eiseres in conventie] en dat de benoeming van [naam 3] door [naam 2], handelend als bestuurder van [gedaagde in conventie], de gevolmachtigde van [bedrijf 1], wel degelijk rechtsgeldig is. De volmachten zijn pas ingetrokken in 2009 (2.5).
De stelling van [eiseres in conventie] dat [gedaagde in conventie] [naam 2] onder druk heeft gezet om terug te treden als bestuurder van [eiseres in conventie] (met verwijzing naar de verklaring van [naam 2] (2.9)), maakt dat niet anders. Zonder nadere toelichting van [eiseres in conventie], die wederom ontbreekt, ziet de rechtbank niet in hoe uitgeoefende druk door [gedaagde in conventie] op [naam 2] kan leiden tot aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie] jegens [eiseres in conventie]. Gelet op het voorgaande is de vordering van [eiseres in conventie] niet toewijsbaar.
4.5.
De vorderingen van [eiseres in conventie] zullen op vorenstaande gronden worden afgewezen. [eiseres in conventie] wordt als de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de kosten van het geding aan de zijde van de curator tot heden begroot op:
- vastrecht € 1.436,--
- salaris advocaat 2,5 punten á € 3.211
€ 8.027,50
totaal € 9.463,50
in reconventie
4.6.
De overeenkomst bevat een forumkeuze voor de Nederlandse rechter. Op grond van het bepaalde in artikel 23 EEX-Verordening is de Nederlandse rechter dan ook exclusief bevoegd. De omstandigheid dat [eiseres in conventie] (mogelijk) de geldigheid van de overeenkomst betwist maakt dat niet anders. Het gerecht van een EEX-staat dat in een geldig forumkeuzebeding bevoegd is verklaard, is ook dan bevoegd wanneer de rechtsvordering ertoe strekt de nietigheid te doen vaststellen van de hoofdovereenkomst waarin het forumkeuzebeding is opgenomen (HvJ EG 3-7-1997, NJ 1999/681).
4.7.
De vraag is vervolgens of de zaak op grond van het forumkeuzebeding moet worden verwezen naar de rechtbank Groningen. Anders dan de curator heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat uit het woord “initially” in het forumkeuze beding niet kan worden afgeleid dat partijen hebben beoogd een niet-exclusief bevoegd forum te scheppen.
De samenhang van conventie en reconventie, de verwachte extra kosten en vertraging en het belang dat één rechtbank uitspraak doet over de bevoegdheid van [naam 3] om [eiseres in conventie] te vertegenwoordigen rechtvaardigen niet de conclusie dat het beroep op het forumkeuzebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, terwijl dat beding voor het aannemen van rechtsmacht van de Nederlandse rechter juist van doorslaggevend belang was (4.6). Het forumkeuze beding maakt de rechtbank Groningen dan ook exclusief bevoegd ten aanzien van de overeenkomst van geldlening.
4.8.
Nu niet de rechtbank Amsterdam, maar de rechtbank Noord-Nederland (zoals de rechtbank Groningen inmiddels is komen te heten) relatief bevoegd is om van de vordering in reconventie kennis te nemen, zal de reconventionele vordering in de stand waarin zij zich thans bevindt voor verdere behandeling worden verwezen naar laatstgenoemde rechtbank.

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
- wijst af het gevorderde;
- veroordeelt [eiseres in conventie] in de kosten aan de zijde van de curator, tot heden begroot op
€ 9.463,50 (zegge negenduizend vierhonderddrieënzestig euro en vijftig cent);
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
- verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen kennis te nemen en verwijst de zaak in de stand waarin zij zich thans bevindt naar de rechtbank Noord-Nederland.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, mr. C.C.M. Oude Hengel en mr. K.M. van Hassel en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2013