ECLI:NL:RBAMS:2013:9217

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 december 2013
Publicatiedatum
6 januari 2014
Zaaknummer
EA 13-1326
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van arbeidsovereenkomst met stagiaire bij beëindiging kantoor Taxand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de naamloze vennootschap VMW TAXAND N.V. (verzoekster, hierna: Taxand) en [verweerder], een advocaat-stagiair. Taxand heeft op 19 november 2013 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, die was aangegaan voor een bepaalde tijd van drie jaar. De reden voor het verzoek was de bedrijfssluiting van Taxand per 1 januari 2014, als gevolg van tegenvallende resultaten en het vertrek van partners naar andere kantoren. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 16 december 2013, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. Taxand stelde dat de arbeidsovereenkomst niet kon worden voortgezet vanwege de sluiting van het kantoor en dat er geen sprake was van een overgang van onderneming. [verweerder] erkende dat er gewichtige redenen waren voor ontbinding, maar betwistte de mogelijkheid van tussentijdse opzegging en vroeg om een vergoeding van € 63.275,10 bruto.

De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, gezien de bedrijfssluiting. Echter, de rechter stelde ook vast dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder tussentijdse opzegmogelijkheid. Dit leidde tot de conclusie dat [verweerder] recht had op een vergoeding, ondanks de bepalingen in de arbeidsovereenkomst. De rechter kende [verweerder] een vergoeding toe van € 10.000,00 bruto, ter aanvulling van zijn uitkeringen of elders verdiend loon. De proceskosten werden gecompenseerd, tenzij Taxand het verzoek introk voor een bepaalde datum. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten, vooral in situaties van bedrijfssluiting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT
Kenmerk : EA 13-1326
Datum : 27 december 2013
245
Beschikking van de kantonrechter te Amsterdam op het verzoek van:

de naamloze vennootschap VMW TAXAND N.V.

gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen Taxand
gemachtigde: mr H.J. Bronsgeest
t e g e n:

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder
nader te noemen [verweerder]
gemachtigde: mr. D. Maats

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Taxand heeft op 19 november 2013 een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft op 13 december 2013 een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 16 december 2013. Taxand is verschenen bij [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] namens haar gemachtigde. [verweerder] is verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Voorafgaand aan de zitting alsmede ter zitting zijn door partijen nog nadere stukken ingediend, die door de kantonrechter zijn geaccepteerd.
Beide partijen hebben hun standpunt mondeling nader toegelicht, deels aan de hand van een pleitnota. De kantonrechter heeft vragen gesteld. Van hetgeen is besproken zijn aantekeningen gemaakt, die in het dossier zijn opgenomen.
Beschikking is bepaald op heden.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
1.1.
Taxand is een gecombineerd kantoor van advocaten, fiscalisten en een notaris. Het kantoor richt zich op de dienstverlening in ondernemingsrecht. Bij Taxand waren 57 medewerkers.
1.2.
[verweerder], thans [leeftijd] jaar oud, is sedert [datum] in dienst van Taxand laatstelijk als advocaat-stagiair. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van drie jaar, die van rechtswege eindigt op [datum]. De arbeidsovereenkomst tussen partijen bevat een clausule over de eventuele voortzetting van de samenwerking na die tijd.
1.3.
Het bruto salaris bedraagt € 3.091,00 per maand exclusief vakantietoeslag en exclusief een mobiliteitsvergoeding van € 400,00 per maand. [verweerder] heeft steeds goed gefunctioneerd.
1.4.
De arbeidsovereenkomst tussen Taxand en [verweerder] bevat de volgende bepaling:
1.4 Ingeval de onderhavige arbeidsovereenkomst tussentijds wordt opgezegd om de reden als vermeld onder 1.3 (het niet met goed gevolg afleggen van het zogenoemde stage-examen, ktr)
dan wel anders dan om dringende redenen die onmiddellijke beëindiging zonder voorafgaande opzegging rechtvaardigen, dienen partijen de volgende opzegtermijn in acht te nemen:- […]- opzegging door Werkgeefster aan Werknemer: 2 maanden
1.5.
De patroon van [verweerder] is [naam 4]. [verweerder] is werkzaam voor het team Legal [team].
1.6.
Taxand heeft 13 partners, die in de naamloze vennootschap deelnemen via hun persoonlijke besloten vennootschap.
1.7.
Op bedrijfseconomische gronden – tegenvallende resultaten – heeft Taxand in 2012 een reeks maatregelen genomen om de kosten te drukken. In het 3e kwartaal van 2013 bleek dat deze maatregelen niet genoeg waren.
1.8.
In de loop van het 2e en 3e kwartaal van 2013 hebben alle partners van Taxand hun aansluitings-overeenkomst opgezegd tegen 1 januari 2014. Daardoor zal (feitelijk) per die datum het kantoor worden beëindigd.
1.9.
Op 17 oktober 2013 heeft Taxand een ontslagvergunning aangevraagd voor 7 medewerkers. In de aanvraag wordt melding gemaakt van 6 advocaat-stagiaires met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder tussentijdse opzegmogelijkheid, waarvoor de kantonrechter zal worden verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De procedure voor het UWV loopt nog.
1.10.
Taxand is op grond van de Stageverordening 2005 verplicht om bij een voorgenomen tussentijdse beëindiging van een stage toestemming te vragen aan de Raad van Toezicht (van de Amsterdamse Orde van Advocaten). Op 24 november 2013 heeft Taxand de Raad van Toezicht verzocht om toestemming te verlenen de stage van [verweerder] voortijdig te mogen beëindigen.
1.11.
Taxand zal per 1 januari 2014 worden afgewikkeld. Er worden daarna geen juridische activiteiten meer verricht. Een deel van de partners stapt over naar andere kantoren en een deel van de activiteiten worden voortgezet door nieuwe kantoren van de voormalige partners van Taxand. Een aantal medewerkers van Taxand gaat mee over naar de nieuwe kantoren en zal daar (onder een voorbehoud) een arbeidsovereenkomst krijgen. [verweerder] is daar niet onder.
1.12.
Volgens een bericht in Advocatie van 12 december 2013 gaat [naam 4] met zijn gehele team Ondernemingsrecht per 1 januari 2014 van Taxand over naar [bedrijf] in [plaats].
1.13.
De verplichting voor Taxand om toestemming voor [verweerder] te vragen is met het vertrek van [naam 4] naar [plaats] komen te vervallen.
1.14.
Taxand heeft een (soort) sociaal plan opgesteld waarbij de medewerkers, die worden ontslagen, een budget van € 1.000,00 ex BTW meekrijgen voor de begeleiding bij het vinden van een andere baan en ontheffing van het concurrentiebeding. Daarnaast zal Taxand de uitkeringen gedurende een periode van 6 maanden aanvullen tot de hoogte van het laatstgenoten loon. Voor de betaling is een reservering opgenomen.
1.15.
[verweerder] heeft nog geen stageplek elders gevonden.

Verzoek en verweer

2.
Taxand verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van een verandering in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk behoort te eindigen.
3.
Daartoe stelt Taxand - kort gezegd - dat de bedrijfssluiting een gegeven is. Voortzetting van het dienstverband is daardoor niet mogelijk. Er is geen sprake van overgang van onderneming naar de overblijvende partners, die een deel van de praktijk in het gehuurde voortzetten. Per 1 januari 2014 wordt de onderneming verder afgewikkeld en de vennootschap geliquideerd.
4.
Volgens Taxand is ingevolge de onder 1.4 weergegeven bepaling in de arbeidsovereenkomst voorts sprake van een tussentijdsopzegbeding, waardoor er aan [verweerder] geen verdere vergoeding dan de aan alle medewerkers aangeboden regeling behoeft te worden voldaan. De financiële positie van Taxand overigens laat niet toe dat er meer dan de aangeboden vergoeding wordt betaald, anders dreigt een faillissement.
5.
[verweerder] betwist op zich niet dat er gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst zijn en onderkent dat het dienstverband moet eindigen. Ook erkent [verweerder] dat er met ingang van 1 januari 2014 door het vertrek van [naam 4] geen toestemming meer nodig is om een einde aan zijn stage te laten komen.
6.
[verweerder] stelt zich daarbij op het standpunt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 3 jaar, die niet tussentijds opzegbaar is. Voor het geval de arbeidsovereenkomst niettemin wordt ontbonden, vraagt [verweerder] hem een vergoeding van € 63.275,10 bruto toe te kennen, zijnde het salaris dat hij zou hebben ontvangen bij voortzetting van het dienstverband tot het einde van de periode waarvoor deze is aangegaan.
7.
[verweerder] voert ter ondersteuning van zijn stellingen - kort gezegd – nog aan dat hij bij aanvang van het dienstverband een glanzende carrière voor zich zag. Die carrière is in de knop gebroken, door inadequaat en inefficiënt handelen van Taxand. Daarvan mag [verweerder] niet de dupe worden.

Beoordeling

8.
Allereerst wordt vastgesteld dat Taxand per 1 januari 2014 ophoudt te bestaan, waardoor het niet zinvol is de arbeidsovereenkomst met [verweerder] tot (ver) na deze datum te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst wordt daarom ontbonden.
9.
Met betrekking tot de daaraan op gronden van billijkheid te verbinden vergoeding wordt overwogen dat, ondanks het bepaalde in artikel 1.4 van de arbeidsovereenkomst, tussen partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van 3 jaar, zonder tussentijdse opzegmogelijkheid. Beide partijen zijn er duidelijk vanuit gegaan dat de arbeidsovereenkomst niet tussentijds beëindigd kon worden, zoals ook blijkt uit het ingediende verzoekschrift (randnummer 6) en de aanvraag om een ontslagvergunning voor de overige werknemers, waarin Taxand deze mening zelf ventileert. De overeenkomst geeft derhalve niet volledig juist weer hetgeen partijen zijn overeengekomen.
10.
Dat betekent echter niet dat [verweerder] in het kader van de vergoeding aanspraak kan maken op een vergoeding ten bedrage van het aantal maandsalarissen dat [verweerder] zou hebben ontvangen de arbeidsovereenkomst nog tot 31 maart 2015 zou duren. Aanbeveling 3.6 is – zoals de naam al zegt – een aanbeveling, waarvan in voorkomende gevallen kan worden afgeweken. Dit is zo’n voorkomend geval.
11.
Overwogen wordt dat voor de kantonrechter voldoende aannemelijk is geworden dat Taxand er financieel weinig rooskleurig voorstaat. Anderzijds geldt dat nergens uit blijkt dat [naam 4], patroon van [verweerder] en dus verantwoordelijk voor hem, ook maar iets heeft ondernomen om [verweerder] aan een andere stageplek te helpen, dan wel zich er sterk voor heeft gemaakt dat [verweerder] mee naar [bedrijf] zou overgaan. Dat had wel van hem kunnen worden verwacht, los van de vraag of in casu geen sprake is van overgang van (een deel van) onderneming zoals kort met partijen besproken.
12.
Taxand, in persoon van [naam 1], heeft [verweerder] gewezen op één mogelijkheid in [plaats], waar hij zelf actie op diende te ondernemen. Van verdere ondersteuning is niet gebleken. Ook van Taxand had meer dan dit kunnen worden verwacht.
13.
Daarmee komt aan [verweerder] ten laste van Taxand een vergoeding toe, te stellen op het hieronder toe te kennen bedrag, dat mede is bepaald aan de hand van hetgeen reeds is overwogen ten aanzien van de wijziging in de omstandigheden en de beoordeling van de wederzijdse verwijten. Voorts hebben bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding meegewogen de korte duur van het dienst-verband, de gunstige leeftijd van [verweerder] (zij het dat de arbeidsmarkt voor juristen moeilijk is) en de hoogte van zijn loon. De mobiliteitsvergoeding wordt daarin meegenomen, nu deze gelet op het feit dat [verweerder] in [plaats] woont en met de fiets naar kantoor komt, in wezen een loonbestanddeel betreft.
14.
Nu aan [verweerder] een vergoeding wordt toegekend, moet aan Taxand de gelegenheid worden geboden haar verzoek in te trekken.
15.
Er zijn termen de proceskosten te compenseren, behoudens in het geval dat Taxand het verzoek intrekt, in welk geval Taxand in de kosten aan de zijde van [verweerder] wordt veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van [datum];
kent aan [verweerder] een vergoeding toe ten laste van Taxand ter hoogte van € 10.000,00 bruto, een en ander strekkende tot aanvulling van door [verweerder] te ontvangen uitkeringen dan wel elders verdiend loon;
veroordeelt Taxand tot betaling van deze vergoeding en verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat het onder I t/m III gestelde rechtskracht ontbeert, indien het verzoek door Taxand uiterlijk op 15 januari 2014 wordt ingetrokken;
wijst het meer of anders verzochte af;
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen, behoudens in het geval Taxand het verzoek zal intrekken, in welk geval Taxand wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de zijde van [verweerder], die tot op heden worden begroot op € 545,- voor salaris van zijn gemachtigde, voor zover verschuldigd, inclusief BTW.
Aldus gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2013 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter