In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 mei 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van rechter mr. S.P. Pompe, ingediend door de besloten vennootschap BS-BH Participatie 2 B.V. en DUTCH GOLF V.O.F. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter partijdig was, omdat zij eerder betrokken was bij het opstellen van afspraken in een andere procedure. Verzoekers voerden aan dat de rechter de schijn van partijdigheid had gewekt door niet te luisteren naar hun argumenten tijdens de zitting van 22 april 2013.
De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de rechter betrokken was bij eerdere afspraken niet voldoende was om te concluderen dat zij niet onpartijdig was. De rechtbank benadrukte dat de rechter niet heeft aangetoond dat zij vooringenomen was en dat haar opmerkingen over de gemaakte afspraken slechts haar visie op de zaak weergaven. De rechtbank concludeerde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten.
De beslissing van de rechtbank houdt in dat het verzoek tot wraking niet is gehonoreerd, en dat de rechter in deze zaak onpartijdig is gebleven. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier H.A.J. van der Lee, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.