ECLI:NL:RBAMS:2013:9057
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een rechter na uitspraak in de hoofdzaak
In deze zaak heeft verzoeker op 11 juni 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. P. van der Kolk-Nunes, kantonrechter te Amsterdam, nadat in de hoofdzaak uitspraak was gedaan. De rechtbank Amsterdam heeft op 19 juni 2013 uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek. De rechtbank overweegt dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking nadat reeds uitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Dit betekent dat verzoeker in zijn verzoek niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat er in de zaak van verzoeker door de rechter einduitspraak is gedaan. De rechtbank benadrukt dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen inhoudt dat deze uitspraak slechts kan worden aangetast door het aanwenden van een rechtsmiddel. Het wrakingsverzoek kan, ook indien het toewijsbaar zou zijn, niet leiden tot een ander eindoordeel. De rechtbank concludeert dat verzoeker geen belang heeft bij het wrakingsverzoek, omdat de rechter geen verdere taak en bevoegdheid meer heeft in de zaak waarin reeds einduitspraak is gedaan. Daarom wordt het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een mondelinge behandeling van het verzoek, aangezien het verzoek direct niet-ontvankelijk wordt verklaard. De beslissing is genomen door de rechtbank ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was.