ECLI:NL:RBAMS:2013:9049
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- A.H.W. Vink
- N.C.H. Blankevoort
- A.W.J. Ros
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende vooringenomenheid
Op 6 november 2013 vond een zitting plaats waarbij een verzoeker, later geïdentificeerd als dhr. [verzoeker], de rechter publiekelijk 'wraak' verklaarde. De rechtbank Amsterdam overwoog dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen op basis van concrete feiten die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De verzoeker had echter geen feiten of omstandigheden aangedragen die deze vrees konden onderbouwen. De kantonrechter vroeg de verzoeker naar de redenen voor zijn wrakingsverzoek, maar hij weigerde hierop te antwoorden. Hierdoor was het verzoek niet ontvankelijk. De rechtbank benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. Aangezien het verzoek niet voldeed aan de vereisten, werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam op 15 november 2013, waarbij de verzoeker niet ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 8:18 lid 5 van de Algemene wet bestuursrecht.