ECLI:NL:RBAMS:2013:9045
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- N.C.H. Blankevoort
- A.W.H. Vink
- M.G. Tarlavski-Reurslag
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters na einduitspraak in civiele zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 november 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van twee rechters, mr. F. van der Hoek en mr. O.J. van Leeuwen. Het verzoeker, Drs. [verzoeker], was betrokken bij twee civiele procedures waarbij beide rechters einduitspraken hadden gedaan. De eerste procedure had betrekking op zaaknummer 1383327 CV EXPL 12-30074, waarin op 7 februari 2013 een einduitspraak werd gedaan door mr. F. van der Hoek. De tweede procedure betrof zaaknummer 2027034 CV EXPL 13-9682, waarin mr. O.J. van Leeuwen op 11 oktober 2013 de einduitspraak deed. Het verzoek tot wraking werd ingediend na deze einduitspraken, wat volgens de wet niet is toegestaan. De rechtbank overwoog dat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking nadat er een einduitspraak is gedaan in de hoofdzaak. Daarom werd verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. N.C.H. Blankevoort en leden mrs. A.W.H. Vink en M.G. Tarlavski-Reurslag, in aanwezigheid van griffier F.C.H. Krieger. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39, vijfde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.