Verzoekers treden op als eisers in conventie en gedaagden in reconventie in de zaak die is aangevangen bij dagvaarding van 14 januari 2011 onder zaak/rolnummer 1223032 CV EXPL 11-4298. Gedaagde in conventie en eiseres in reconventie in die zaak is de naamloze vennootschap Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V. (hierna: BDI)
In bovenvermelde zaak is op 23 mei 2011 bepaald dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd.
Op 14 mei 2012 is een tussenvonnis gewezen. In dit vonnis is comparitie van partijen gelast voor het geven van nadere inlichtingen. De comparitie is gehouden op 6 september 2012. Vervolgens zijn ingediend: de conclusie van repliek in conventie en antwoord in reconventie van verzoekers met producties, de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie van BDI, de conclusie van dupliek in reconventie van verzoekers met producties, de akte waarin BDI reageert op de laatste producties.
Op 8 november 2012 heeft een descente plaatsgevonden waar partijen en de gemachtigde van BDI zijn verschenen.
Op 14 januari 2013 hebben verzoekers een akte “vermeerdering eis in reconventie na descente tevens nieuwe feiten en verzet tegen akte vermeerdering eis in reconventie” genomen.
Op 11 februari 2013 hebben verzoekers een “conclusie van antwoord in reconventie na descente en tevens nieuwe feiten en verzet” genomen. Op diezelfde dag heeft BDI in reactie op de akte van 14 januari 2013 een “antwoord akte n.a.v. wijzing eis” met bijlagen genomen.
Bij brief van 11 februari 2013 heeft de kantonrechter verzoekers in de gelegenheid gesteld
“uitsluitend”op de bijlagen van de wederpartij te reageren. Op 11 maart 2013 hebben verzoekers vervolgens ieder voor zich een akte “uitlating bijlagen tevens nieuwe feiten en verweer” genomen. Bij brief van 13 maart 2013 heeft BDI bezwaar gemaakt tegen de omvang en inhoud van laatstgenoemde aktes van verzoekers nu daarin niet uitsluitend is gereageerd op de bijlagen. Bij brief van 20 maart 2013 hebben verzoekers gereageerd, bezwaar gemaakt tegen inwilliging van het bezwaar van BDI en hun aktes van 11 maart 2013 aangevuld.
Bij vonnis van 3 juni 2013 heeft de rechter onder meer beslist de aktes van verzoekers van 11 maart 2013 buiten beschouwing te laten omdat de zaak stond voor akte uitlating door BDI en verzoekers niet in de gelegenheid waren gesteld een nadere akte te nemen. Voorts heeft de rechter beslist om een deskundige te benoemen. Op 20 juni 2013 hebben verzoekers een bezwaarschrift ingediend tegen de beslissingen in het vonnis van 3 juni 2013.
Op 1 juli 2013 heeft [verzoeker 2] een akte uitlating deskundigen genomen, [verzoeker 1] heeft een akte uitlating deskundigen tevens inhoudende verbetering en aanvulling op het vonnis van 3 juni 2013 ([verzoeker 1]).
Het bezwaarschrift van 20 juni 2013 en de akte van [verzoeker 1] van1 juli 2013 zijn aangemerkt als klacht en als zodanig in behandeling genomen. De akte van [verzoeker 1] van 1 juli 2013 is niet aan het procesdossier toegevoegd en teruggestuurd omdat slechts gelegenheid bestond voor een akte uitlating deskundigen.