ECLI:NL:RBAMS:2013:8996
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in civiele procedure niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van Beheermaatschappij Demo B.V. tegen mr. F.M.P.M. Strengers, kantonrechter te Amsterdam. Het verzoek tot wraking werd ingediend omdat verzoekster zich niet onpartijdig behandeld voelde door de rechter. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat de rechter tegen wie het verzoek was gericht, geen zaak meer in behandeling had. De rechtbank benadrukte dat het recht op hoor en wederhoor, zoals vastgelegd in artikel 39 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), bedoeld is voor het debat over de gegrondheid van het verzoek. Aangezien het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard, was er geen aanleiding voor een mondelinge behandeling.
De procedure begon met een verzoek van Beheermaatschappij Demo B.V. dat was ingediend op 5 augustus 2013, onder rekestnummer HA RK 13-250. De rechter had eerder op 1 mei 2013 een tussenvonnis gewezen en op 2 juli 2013 had er een comparitie plaatsgevonden. De rechter had op 8 augustus 2013 laten weten dat hij vanwege het bereiken van de 70-jarige leeftijd per 1 september 2013 zou worden ontslagen en de behandeling van de zaak zou overdragen aan een collega. Verzoekster heeft desondanks haar wrakingsverzoek niet ingetrokken, wat leidde tot de beslissing van de rechtbank om het verzoek buiten zitting af te doen.
De rechtbank concludeerde dat de bezwaren van verzoekster, die zich ook richtten tegen de inhoud van eerdere tussenvonnissen, geen grond voor wraking konden opleveren. De rechtbank benadrukte dat verzoekster in dat geval gebruik moest maken van de beschikbare rechtsmiddelen. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard, en tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39, vijfde lid, Rv.