Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling ten aanzien van [gedaagde]
3.De verdere beoordeling ten aanzien van [interveniënt]
€ 57.156,88 incl. BTW.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, betreft het een onteigening waarbij de Gemeente Amsterdam als eiseres optreedt tegen een gedaagde en een interveniënt. De rechtbank heeft op 11 december 2013 een vonnis uitgesproken in het kader van de vaststelling van de schadeloosstelling voor de onteigening van een perceel. De gedaagde heeft een bedrag van € 825.000,-- toegewezen gekregen, verminderd met een reeds betaald voorschot, en met een rente van 3% over het verschil vanaf 2 april 2010. Daarnaast zijn de kosten van juridische bijstand van de gedaagde vastgesteld op € 44.015,95 exclusief BTW, en een bedrag van € 12.915,55 inclusief BTW aan salaris advocaat. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten van juridische bijstand de dubbele redelijkheidstoets doorstaan, gezien de complexiteit van de zaak en de omvang van de werkzaamheden.
Wat betreft de interveniënt is een bedrag van € 196.010,-- aan schadeloosstelling toegewezen, evenals een bedrag van € 49.063,51 aan kosten voor deskundige en juridische bijstand. De rechtbank heeft de deskundigen gevolgd in hun berekening van de belastingschade, die op € 13.055,-- is vastgesteld. De Gemeente is veroordeeld in de kosten van het geding aan de zijde van zowel de gedaagde als de interveniënt, en de rechtbank heeft bepaald dat de Gemeente ook de kosten van de deskundigen moet vergoeden. Dit vonnis is gepubliceerd in Het Parool.