Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[Eiser 1],
[Eiseres 3],
1.De procedure
Ter zitting waren – voor zover van belang – aanwezig:
Aan de zijde van Linx: [bestuurder van Lynx] met mr. Brouwer.
Voorts was aanwezig [voormalig commissaris 1 Lynx], voormalig commissaris van Linx, die als informant is gehoord.
Tot slot was aanwezig [tolk], tolk Engels-Nederlands.
Bij brief van 13 december 2013 heeft de raadsman van eisers productie 43a tot en met 43i toegezonden. Bij brief van 17 december 2013 heeft de raadsman van Linx producties 5 tot en met 8 toegezonden. Hierop heeft de raadsman van eisers gereageerd bij brief van 19 december 2013.
De voorzieningenrechter heeft uitsluitend acht geslagen op de toegezonden producties voor zover bevel was gegeven deze in het geding te brengen en op de door de wederpartij daarop gegeven reactie.
2.De feiten
Chief Executive Officer on an ad interim basiswordt aangeboden tegen een jaarsalaris van € 309.000,- bruto.
If this agreement is being terminated the Consulting Company is entitled to a premium (the Premium). The Premium equals six times the most recent gross monthly consulting fee. (…) The Premium will be paid out within four weeks after this agreement has been terminated. (…)
resolutionondertekend door [voormalig commissaris 2 Lynx] en [voormalig commissaris 1 Lynx]. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
(a) The Supervisery board has taken notice of the Termination Agreement between the Company and its sole managing director Terpsate Services B.V. (“Director”) dated 18 January 2013, pursuant to which the Director resigns as President and Chief Executive Officer from the Company with effect from 1 February 2013;(b) The Director had been relaesed from its duties as of 8 January 2013;(c) Pursuant to article 11.9 of the Company’s articles of association the supervisery board may in the event of absence of the sole managing director appoint a person te whom the management shall be temporarily entrusted;(…)1.1 M.J. [Eiser 1] – by means of its personal holding entity The DC World B.V. – is appointed as per 8 January 2013 in the absence (belet) of the Director as the interim-CEO for a period of 3 to 4 months.1.2 After the period mentioned in 1.1 the Supervisory Board will consider the future representation of the Company.
Premium(zie hiervoor onder 2.5) niet heeft voldaan. De voorzieningenrechter heeft het gevraagde verlof op 21 augustus 2013 verleend, met dien verstande dat slechts verlof is verleend voor de vordering die verband houdt met het niet in acht nemen van de opzegtermijn en het niet betalen van de
Premium.De voorzieningenrechter heeft de vordering begroot op € 547.500,- inclusief rente en kosten.
3.Het geschil in conventie
[vice president legal], de
vice president legalbij Linx was hierbij betrokken. Dat de commissarissen van Linx bevoegd waren de CA aan te gaan volgt uit artikel 11 lid 9 van de statuten van Linx. Hierin is opgenomen:
In geval van ontstentenis of belet van één of meer directeuren is (zijn) de overblijvende directeur(en) met het gehele bestuur belast. In geval van ontstentenis of belet van alle directeuren of van de enig directeur berust het bestuur tijdelijk bij één persoon die daartoe door de Raad van Commissarissen steeds moet zijn aangewezen.
resolutionvan 24 januari 2013 (zie 2.7) en door middel van de besluiten op de vergadering van de Raad van Commissarissen van 12 februari 2013 (zie 2.8). Overigens wijzen The DC World en [Eiser 1] erop dat de CA twee aspecten heeft; een verbintenisrechtelijke kant (de opdrachtovereenkomst tot het uitoefenen van managementtaken) en de afspraken tot benoeming als statutair (interim) directeur. Alleen dit laatste aspect is aan statutaire vormvereisten onderworpen. Voorts voeren The DC World en [Eiser 1] aan dat de CA niet tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bedrog, zoals Linx in haar beslagrekest (zie 2.15) heeft aangevoerd. [Eiser 1] heeft geen onwaarheden in zijn CV opgenomen en bij zijn salarisonderhandelingen heeft hij terecht verwezen naar een contract dat hij reeds op zak had en op grond waarvan hij met ingang van januari 2013 bij een andere onderneming (Schneider) aan de slag kon.
Voorts voeren [Eiser 1] en The DC World aan dat al zou de CA lijden aan formele gebreken of aan wilsgebreken de door Linx uitbetaalde vergoeding niet onverschuldigd is gedaan. [Eiser 1] heeft de bedongen werkzaamheden immers kritiekloos verricht en de werkzaamheden zijn conform de CA gefactureerd en uitbetaald. Naar analogie aan zaakwaarneming zou het in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid indien de betaalde vergoedingen zouden moeten worden terugbetaald.
De conservatoire beslagen die zijn gelegd ten laste van [Eiser 1] en The DC World hebben ook [Eiseres 3], de echtgenote van [Eiser 1], getroffen. Het gezin [Eiser 1] is door de beslagen brodeloos gemaakt. Dit betekent dat ook in het kader van een belangenafweging de beslagen moeten worden opgeheven.
resolutionvan 24 januari 2013. [Eiser 1] was zich er goed van bewust dat zijn benoeming en de CA niet definitief waren. Op 12 februari 2013 is wel een besluit genomen om [Eiser 1] te benoemen als ad interim bestuurder tot de eerstvolgende AvA, maar dit besluit is (ver)nietig(baar) op grond van bedrog en/of dwaling. Op 29 april 2013 is [bestuurder van Lynx] als bestuurder aangesteld. [Eiser 1] is op die vergadering van 29 april 2013 niet ontslagen; hij wist dat zijn aanstelling tijdelijk was. Dat hij niet (definitief) werd aangesteld was voor hem geen verrassing. [Eiser 1] kan zich niet beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen dat hij wel rechtsgeldig is benoemd. Hij wist immers dat [voormalig commissaris 2 Lynx] en [voormalig commissaris 1 Lynx] Linx niet konden binden. Zaakwaarneming kan geen alternatieve grondslag vormen voor de betalingen van Linx aan The DC World. Er is dus onverschuldigd betaald. Linx heeft PWC verzocht een onderzoek uit te voeren naar het functioneren van [Eiser 1] (en naar de wijze waarop hij [voormalig commissaris 2 Lynx] en [voormalig commissaris 1 Lynx] bij zijn “benoeming” heeft misleid) en de kosten van dit onderzoek zal [Eiser 1] aan Linx moeten terugbetalen.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
resolution(zie 2.7). Tot slot is erkend door Linx dat op de vergadering van de Raad van Commissarissen van 12 februari 2013 het besluit tot de benoeming van [Eiser 1] is genomen (zij het dat Linx van mening is dat dit besluit nietig of vernietigbaar is).
vice president legal,alsmede het advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek heeft ingeschakeld voor onder meer het opstellen van de CA. Mede hierom mocht [Eiser 1] er dan ook op vertrouwen dat zijn benoeming in orde zou zijn.
Ook als er vanuit wordt gegaan dat het CV van [Eiser 1] ten tijde van de bespreking over zijn in dienst treden als (tijdelijk) CEO is gepresenteerd (zoals Linx stelt en [Eiser 1] betwist) en er tevens vanuit wordt gegaan dat dit op enige punten niet juist is (zoals Linx stelt en [Eiser 1] betwist), leidt dit nog niet tot de conclusie dat onder invloed van dit CV een overeenkomst tot stand is gekomen die niet (in dezelfde vorm) tot stand zou zijn gekomen als [Eiser 1] een volledig juist CV zou hebben gepresenteerd. Voorshands is aannemelijk dat het CV van [Eiser 1] en het contract met Schneider tijdens de besprekingen inzake zijn benoeming als CEO slechts zijdelings aan de orde zijn geweest. Relevant was immers met name de vraag of [Eiser 1] nog onder het contract met Schneider uit kon; minder relevant was wat [Eiser 1] bij Schneider zou verdienen. Aannemelijk is ook dat niet uitgebreid is onderhandeld over de hoogte van de aan The DC World uit te betalen vergoeding, omdat die vergoeding hoe dan ook aanmerkelijk lager was dan de aan Delahaije uitbetaalde vergoeding. Voorshands is gezien deze omstandigheden aannemelijk dat ook al zou in het geheel geen CV zijn gepresenteerd en ook al zou in het geheel geen bij Schneider te verdienen salaris zijn genoemd, de CA op dezelfde of vergelijkbare voorwaarden zou zijn gesloten. Dat betekent dat voorshands onvoldoende aannemelijk is dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten. Overigens is de door [Eiser 1]/The DC World verrichte prestatie een prestatie die naar zijn aard niet ongedaan gemaakt kan worden en zou vernietiging van de CA daarom gezien het bepaalde in artikel 6:210 lid 2 BW in beginsel niet of slechts gedeeltelijk tot terugvordering van de betaalde facturen kunnen leiden.
6.De beoordeling in reconventie
(interim) statutary directoren de contractsduur was bepaald op vijf jaar.
7.De beslissing
€ 589,- aan griffierecht en € 816,- aan salaris advocaat,