Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
"in overeenstemming met Artikel 10.4 een Vordering heeft ingediend".
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert de coöperatie Heredium Coöperatief U.A. in liquidatie (hierna: Heredium) betaling van Creative Industry Amsterdam B.V. (hierna: CIA) uit hoofde van een koopovereenkomst. De rechtbank Amsterdam heeft op 11 december 2013 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de partijen in conventie en reconventie over en weer vorderingen hebben ingesteld. Heredium stelt dat CIA in verzuim is geraakt door de betaling van de 2e Betaling en de Finale Betaling op te schorten, terwijl deze bedragen volgens de overeenkomst verschuldigd waren. CIA voert aan dat zij gerechtigd was tot opschorting vanwege naheffingsaanslagen die door de Belastingdienst waren opgelegd, en dat Heredium haar moet vrijwaren voor de schade die zij hierdoor heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat, ingevolge het regelend recht van het Burgerlijk Wetboek, een schuldenaar in verzuim raakt indien de aan het beroep op opschorting ten grondslag liggende vordering achteraf niet blijkt te hebben bestaan. Echter, de rechtbank oordeelt dat partijen in de koopovereenkomst een afwijkende regeling zijn overeengekomen, waardoor CIA zich terecht op opschorting heeft beroepen. De rechtbank concludeert dat CIA niet in verzuim is geraakt en dat de contractuele boete niet verschuldigd is. De rechtbank wijst de vordering van Heredium tot betaling van € 200.000,= af, maar kent wel een bedrag van € 84.390,51 toe aan Heredium, vermeerderd met wettelijke handelsrente. In reconventie wordt Heredium veroordeeld om opdracht te geven tot uitkering van een depot aan CIA. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.