Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
FFG Monumenten B.V.,
[gedaagde],
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feitelijke uitgangspunten
vordering
a. € 2.175,00 aan huurachterstand tot en met december 2013;
b. wettelijke rente over € 2.175,00 vanaf 19 november 2013 tot de voldoening;
c. € 1.775,00 voor elke maand of gedeelte van een maand totdat FFG Monumenten het gehuurde opnieuw heeft verhuurd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid;
d. € 426,08 aan contractuele rente ad 1,5% per maand tot en met 30 november 2013, te vermeerderen met een bedrag van € 26,63 per maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde] in gebreke blijft met het hiervoor onder 2.a t/m c gevorderde;
e. de proceskosten van FFG Monumenten, waaronder de nakosten.
FFG Monumenten heeft haar vordering ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten, zoals nader weergegeven in de dagvaarding, ter zitting ingetrokken.
verweer
beoordeling
- de contractuele rente ex artikel 11 lid 3 van de algemene huurvoorwaarden is 1,5% per maand en daarmee 18% per jaar, hetgeen beduidend meer is dan de wettelijke rente van thans 3% per jaar;
- in de algemene voorwaarden is de hoogte van de contractuele rente niet in tijd beperkt;
- de Wet op het Consumenten Krediet staat een maximale kredietvergoeding toe van thans 15% (artikel 4 van het besluit kredietvergoeding), waarbij naast de kredietvergoeding geen buitengerechtelijke incassokosten mogen worden bedongen (artikel 34 Wet op het Consumentenkrediet);
- de door FFG Monumenten bedongen contractuele rente van 18% per jaar is meer dan het percentage voor een maximale kredietvergoeding, terwijl FFG Monumenten naast die hogere contractuele rente (in artikel 11 lid 3 van de algemene huurvoorwaarden) ook contractueel buitengerechtelijke incassokosten heeft bedongen (artikel 11 lid 5 van de algemene huurvoorwaarden);
- in de algemene huurvoorwaarden is naast de contractuele rente van 1,5% per maand buitengerechtelijke incassokosten bedongen, zodat bij uitleg van de algemene huurvoorwaarden onder de contractuele rente niet tevens kan zijn begrepen de buitengerechtelijke incassokosten;
- bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn 93/13 EEG dient geen acht te worden geslagen of in de vordering de contractuele aanspraak is beperkt, zodat de intrekking van de vordering betreffende de buitengerechtelijke incassokosten buiten beschouwing moet worden gelaten bij de beantwoording van de vraag of de gevorderde contractuele rente is gebaseerd op een oneerlijk beding is.
BESLISSING
€ 448,00 aan vastrecht;
€ 94,79 aan explootkosten;
€ 400,00 aan salaris gemachtigde;
€ 100,00aan nakosten;
€ 1.042,79 totaal,
een en ander voor zover verschuldigd inclusief btw;