Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
Belastingdienst Toeslagen,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 december 2013.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiseres, een alleenstaande, beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst Toeslagen over de zorgtoeslag voor het jaar 2011. Eiseres ontving in 2011 een nabetaling van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) van € 17.335,07, die volgens haar moet worden toegerekend aan het jaar 2009. Dit zou invloed hebben op haar toetsingsinkomen en haar recht op zorgtoeslag. De Belastingdienst had de zorgtoeslag definitief vastgesteld op € 378,- en de te veel verleende voorschotten van € 458,- teruggevorderd. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de nabetaling niet redelijkerwijs aan 2011 kon worden toegerekend, omdat deze betrekking had op de periode van 1 maart 2009 tot en met 31 december 2009.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 december 2013, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst bij de bepaling van de draagkracht de aanslag inkomstenbelasting moest volgen, zoals vastgesteld door de inspecteur. Eiseres werd geadviseerd om zich tot de inspecteur te wenden voor een mogelijke aanpassing van haar toetsingsinkomen, in plaats van de Dienst Toeslagen. De rechtbank concludeerde dat er geen wettelijke basis was om inkomensbestanddelen buiten beschouwing te laten bij de berekening van de zorgtoeslag.
De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door rechter H.J. Tijselink en is openbaar uitgesproken op 20 december 2013. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.