Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 december 2013 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 19 december 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. T. de Heer, had een verzoek ingediend tot openbaarmaking van een dossier dat verband hield met de treiteraanpak van het gezin [achternaam]. Dit verzoek volgde op een eerder besluit van de burgemeester van Amsterdam, dat op 30 oktober 2013 was genomen, waarin het verzoek om volledige openbaarmaking van het dossier werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 december 2013, waarbij ook de gemachtigde van de burgemeester, S. Gün, aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen gekeken naar de noodzaak van een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierbij werd een belangenafweging gemaakt tussen het belang van verzoeker bij onmiddellijke openbaarmaking en de belangen die de burgemeester had om openbaarmaking te weigeren, zoals de bescherming van bijzondere persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de openbaarmaking van het dossier onomkeerbare gevolgen zou hebben, aangezien het niet alleen om inzage voor verzoeker ging, maar om een bredere openbaarmaking voor het publiek.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat verzoeker geen zwaarwegend spoedeisend belang had gesteld dat de onmiddellijke openbaarmaking rechtvaardigde. De afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening werd dan ook gerechtvaardigd, en de voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van proceskosten of teruggave van het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.