Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
- Feit E van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 26 november 2010;
- Feiten C, H, I en J van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 29 juni 2010;
- Feit C van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 15 juni 2005.
5.Slotsom
- Feit E van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 26 november 2010;
- Feiten C, H, I en J van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 29 juni 2010;
- Feit C van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 15 juni 2005.
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Eerste substituut procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen (België) ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht,
met uitzondering van:
- Feit E van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 26 november 2010;
- Feiten C, H, I en J van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 29 juni 2010;
- Feit C van het Vonnis van de correctionele rechtbank Antwerpen van 15 juni 2005.