3.Ingevolge artikel 30f, tweede lid, onder a, van de Wet op de kansspelen (Wok) kan de vergunning worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze Titel vastgestelde bepalingen heeft overtreden; (…).
Ingevolge artikel 30c, eerste lid, onder a, van de Wok kan de vergunning slechts worden verleend, indien zij betreft het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een hoogdrempelige inrichting.
Ingevolge artikel 30, aanhef en onder d, van de Wok wordt verstaan onder een hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:
1°. waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en
2°. waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
4.1De voorzieningenrechter ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of verweerder verzoekers inrichting terecht als laagdrempelige inrichting heeft aangemerkt. Verzoeker is van mening dat zijn inrichting hoogdrempelig is.
4.2.Volgens de Memorie van Toelichting over dit onderwerp wordt met het vereiste dat in de inrichting geen andere activiteiten plaatsvinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, bedoeld dat enkel in cafés en restaurants kansspelautomaten mogen worden opgesteld. Een café is een inrichting die door het publiek in de eerste plaats wordt bezocht voor het nuttigen van alcoholhoudende drank. Indien in een café nog andere activiteiten plaatsvinden, waaraan zelfstandige betekenis kan worden toegekend, dan wordt de inrichting alsnog als laagdrempelige inrichting gekwalificeerd. Zelfstandige betekenis houdt in dat de activiteit niet uitsluitend ter ondersteuning van het cafébezoek dient en een zelfstandige stroom van bezoekers trekt (Memorie van Toelichting, Vergaderjaar 1997-1998, Kamerstuk 25727 nr. 3 p 21/22).
4.3Het geschil spitst zich toe op de vraag of verzoeker door het aanbieden van waterpijpen een zelfstandige stroom van bezoekers trekt, waardoor niet meer wordt voldaan aan het vereiste van een hoogdrempelige inrichting. Niet in geschil is dat verzoeker vijftien waterpijpen in zijn bedrijf heeft en deze tegen betaling aanbiedt aan zijn klanten.
Naar oordeel van de voorzieningenrechter is het aantal waterpijpen zo substantieel dat het roken ervan niet uitsluitend ter ondersteuning van het cafébezoek kan dienen. Aan het roken van waterpijp dient dan ook een zelfstandige betekenis te worden toegekend, die inhoudt dat het roken niet uitsluitend dient ter ondersteuning van het cafébezoek en een zelfstandige stroom van bezoekers trekt. Dit betekent dat verzoeker geen hoogdrempelige inrichting exploiteert. Verweerder is dan ook bevoegd de vergunning in te trekken.
4.4Het feit dat verzoeker zich via “facebook” niet als zodanig met de waterpijpen profileert doet er niet aan af dat de inrichting van verzoeker als laagdrempelig moet worden beschouwd. Het gaat er immers om dat aan het roken van waterpijp, nu het gaat om 15 waterpijpen, een zelfstandige betekenis kan worden toegekend. Dat uit verzoekers enquête zou blijken niemand uitsluitend voor het roken van waterpijp komt, wil niet zeggen dat daarmee geen zelfstandige bezoekersstroom wordt getrokken. Het is mogelijk dat iedereen die voor het roken van waterpijp komt dat wil combineren met het nuttigen van een consumptie.
4.5De vergelijking met het roken van sigaretten en de verkoop daarvan in een café gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet op. Doorgaans zullen sigarettenrokers hun rookwaar meebrengen naar het café en dan al naar gelang de situatie binnen of buiten roken. Dat de verkoop van sigaretten in een café een zelfstandige stroom van bezoekers trekt is niet aannemelijk.
4.6Dat de activiteiten niet in belangrijke mate op personen van achttien jaar en ouder zijn gericht is pas aan de orde als een in beginsel hoogdrempelige inrichting, zoals een café, dat zich met zijn activiteiten op bijvoorbeeld scholieren richt. Dat is hier niet het geval nu verzoekers inrichting al om andere reden niet meer als hoogdrempelig wordt gekwalificeerd.
4.7Verzoeker heeft er nog op gewezen dat het café [naam café1] in het [stadsdeel1] over een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten beschikt, terwijl daar tevens het roken van waterpijp mogelijk is. Verzoeker is van mening dat verweerder gelijke gevallen ongelijk behandelt. Verweerder heeft daarover bij brief van 3 december 2013 meegedeeld dat aan café [naam café1] ten onrechte een aanwezigheidsvergunning is verleend nu dit café zowel waterpijp kan worden gerookt als maaltijden kunnen worden genuttigd die niet uit drie componenten bestaan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hoeft verweerder in het bestaan van die onrechtmatige situatie geen aanleiding te zien om ook in verzoekers inrichting een onrechtmatige situatie te dulden. Verzoekers beroep op het gelijkheidsbeginsel heeft dan ook geen kans van slagen.
4.8Gelet op het voorgaande heeft het bezwaar van verzoeker tegen de intrekking van zijn aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten vooralsnog weinig kans van slagen. Het verzoek zal om die reden worden afgewezen.
4.9Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en een teruggave van het griffierecht door verweer.