Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres sub 1],
[eiseres sub 2],
1.[eiseres sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
De huur (€ 258) gedurende de bouwperiode;
Een extra vergoeding van de verhuurder gedurende de overeengekomen bouwperiode van € 250 per maand of naar rato van een deel van de maand.
Bij een kortere duur van de bouwperiode wordt de extra vergoeding (zie e.2) van de verhuurder naar rato verminderd;
Bij overschrijding van de bouwperiode wordt de extra vergoeding van de verhuurder zoals vermeld onder e.2 maximaal € 750 per maand of naar rato van een deel van de maand, ter dekking van de kosten voor het realiseren van vervangende (gemeubileerde) tijdelijke woonruimte voor huurders.’
De vergoeding als bedoeld onder f.2 zal, uitsluitend in geval van kennelijke overmacht, niet langer dan één jaar verstrekt worden. In dat geval zal in nader overleg tussen huurders en verhuurder een oplossing worden gezocht.(…)”
“voor onbeperkte duur, vanaf 1 augustus 2013, of elke eerdere of latere datum waarop de woning in gerenoveerde staat is opgeleverd”. Partijen zijn verder een huur overeengekomen van € 658,- per maand.
Waterdicht maken
alleenwerkzaamheden verrichten ten behoeve van het waterdicht maken van het dak.(…)”
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
816,00
6.De beoordeling in reconventie
EUR 814,52(3 x EUR 250,- + (13/31 x EUR 750,-) - EUR 250,-) van [eisers] heeft te vorderen zodat deze vordering tot dit bedrag toewijsbaar is.
EUR 2.000,-.
EUR 1.000,-ter dekking van de overige schade aan de inboedel van [gedaagde sub 1].
EUR 50,-bedraagt, zodat laatstgenoemd bedrag worden toegewezen.