In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Market Discovery B.V. [eiser] was op non-actief gesteld door zijn werkgever, Market Discovery, met behoud van loon. De schorsing was gebaseerd op een incident op 27 september 2013, waarbij [eiser] tijdens de lunch op kantoor snacks had genuttigd, wat in strijd was met het bedrijfsbeleid. Market Discovery stelde dat dit incident, samen met een verslechterende houding en disfunctioneren van [eiser], de reden was voor de schorsing. [eiser] betwistte de beschuldigingen en vorderde zijn wedertewerkstelling.
De kantonrechter oordeelde dat Market Discovery onvoldoende concrete feiten en omstandigheden had aangevoerd die de schorsing rechtvaardigden. De kantonrechter benadrukte dat het disfunctioneren van een werknemer op zichzelf niet voldoende is om een werknemer op non-actief te stellen, vooral niet zonder een redelijke grond. De kantonrechter wees erop dat de werkgever de werknemer slechts de mogelijkheid om te werken mag ontnemen als er zwaarwegende redenen zijn. In dit geval was de schorsing niet gerechtvaardigd, en de kantonrechter besloot dat [eiser] binnen 10 dagen weer moest worden toegelaten tot zijn werkzaamheden, op straffe van een dwangsom.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers onder artikel 7:611 BW, dat de zorgplicht van de werkgever regelt. De kantonrechter concludeerde dat Market Discovery niet als een goed werkgever had gehandeld door [eiser] zonder voldoende grond op non-actief te stellen. De vordering van [eiser] tot wedertewerkstelling werd toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van Market Discovery werd afgewezen.