Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
thans preventief gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats].
1.Het onderzoek ter terechtzitting
6 november 2013.
mr. J.H. van der Meij, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. P.A.Th. Lemmers, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
te weten een afdekplaatje/metalen strip geplaatst voor/tegen de gelduitgifte-opening/gleuf
3.Voorvragen
4.Beoordeling van het tenlastegelegde
cash trappinggenoemd). Deze gedraging is subsidiair ten laste gelegd als een poging.
de rechtbank begrijpt: om ongeveer 02:24 uur) [1] lopen twee personen –
volgens verbalisant zijn dit verdachte en medeverdachte [medeverdachte]– naar de geldautomaat. [medeverdachte] houdt een pinpas in zijn hand die hij evenwel niet in de automaat stopt. Verdachte verricht meerdere handelingen. Verdachte en [medeverdachte] lopen vervolgens weg. Om ongeveer 02:26 uur stopt een negroïde man met een petje zijn pinpas in de geldautomaat. De automaat geeft geen geld uit, waarop deze man zijn telefoon pakt en begint te bellen. Vervolgens loopt deze man weg bij de geldautomaat. Om 02:32 uur loopt verdachte naar de geldautomaat. Hij stopt geen pinpas in de geldautomaat, maar verricht een aantal handelingen. Daarna lopen verdachte en [medeverdachte], die links van verdachte stond, samen weg.
cash trapping.De verklaring van verdachte dat deze spullen niet van hem waren en dat hij niet wist van de aanwezigheid van deze spullen, schuift de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde. Ten slotte is nog van belang dat op de handen van verdachte lijmresten zaten. Op de desbetreffende geldautomaat zijn verse lijmresten aangetroffen.
5.Het bewijs
1. Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] met nummer 2013213981-1 van 30 augustus 2013, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] (doorgenummerde pagina 1 en 2.
2. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013213981-10 van 30 augustus 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 2] (doorgenummerde pagina 3 en 4).
3. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013213981-6 van 30 augustus 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 3], [opsporingsambtenaar 4], [opsporingsambtenaar 5] en [opsporingsambtenaar 6] (doorgenummerde pagina 9 tot en met 11).
- een voorzetstrip gelduitgifteklep geldautomaat;
- tube lijm;
- rolletje dubbelzijdige tape.
4. Een proces-verbaal van bevindingen van 6 september 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door [opsporingsambtenaar 7] (niet doorgenummerd).
5.De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 6 november 2013.
6.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 november 2013.
6.Bewezenverklaring
7.De strafbaarheid van het feit
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte],daarvoor strafbaar.
3 (drie) maanden.