In deze zaak vordert eiser, Nuon Personeelsbeheer B.V., betaling van wettelijke rente over een ontbindingsvergoeding en een verhuiskostenvergoeding. De arbeidsovereenkomst tussen eiser en Nuon werd ontbonden per 1 januari 2007, met een ontbindingsvergoeding van € 75.000,00. Eiser stelt dat Nuon de wettelijke rente over deze vergoeding vanaf 1 januari 2007 tot 24 februari 2012 niet heeft betaald, en dat de verhuiskostenvergoeding van maximaal € 4.000,00 niet is uitgekeerd. Nuon betwist de verschuldigdheid van de wettelijke rente en de verhuiskostenvergoeding, en stelt dat de wettelijke rente pas verschuldigd is na de uitspraak van de Hoge Raad op 24 februari 2012. De kantonrechter oordeelt dat Nuon de wettelijke rente vanaf 1 januari 2007 verschuldigd is, omdat de ontbindingsvergoeding vanaf die datum opeisbaar was. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de verhuiskostenvergoeding af, omdat deze vordering verjaard is. Eiser krijgt wel gelijk in de vordering tot wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Nuon wordt veroordeeld tot betaling van € 19.880,87 aan wettelijke rente en € 952,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, alsook in de proceskosten van eiser.