ECLI:NL:RBAMS:2013:7777

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
25 november 2013
Zaaknummer
13/676779-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting en valsheid in geschrift via Marktplaats.nl

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 november 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van 49 gevallen van oplichting via Marktplaats.nl en valsheid in geschrift. De verdachte is veroordeeld tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan oplichting door zich voor te doen als een bonafide verkoper van concert- en evenementenkaarten, terwijl zij deze kaarten niet bezat en nooit de intentie had om deze te leveren. De rechtbank stelde vast dat de verdachte in de periode van 24 maart 2010 tot en met 5 november 2012, in Nederland, op slinkse wijze 49 personen had opgelicht door hen te misleiden met valse namen en leugens, waardoor zij hen bewogen had tot het overmaken van geldbedragen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door twee aanvraagformulieren voor een bankrekening valselijk op te maken. De rechtbank achtte de bewezen feiten strafbaar en legde een gevangenisstraf op, waarbij ook rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van de schadevergoedingen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/676779-12
Datum uitspraak: 22 november 2013
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [plaats] op [1988],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[GBA adres],

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkorte vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 november 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. M. Diependaal, en van wat verdachte en haar raadsman mr. J.D. van der Heijden naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 maart 2010 tot en met 5 november 2012 te Diemen en/of te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of één of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of samenweefsel van verdichtsels, één of meer hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten;
1. [persoon 1] (76 euro voor concertkaarten Armin van Buuren) en/of
2. [persoon 2] (52,50 euro voor kaarten De Jeugd van Tegenwoordig) en/of
3. [persoon 3] (75 euro voor kaarten 90s Now) en/of
4. [persoon 4] (117,50 euro voor een kaart Melt festival) en/of
5. [persoon 5] tegen (80 euro voor een kaart Free Your Mind festiva) en/of
6. [persoon 6] (37,50 euro voor concertkaarten Guus Meeuwis) en/of
7. [persoon 7] (100 euro voor een kaart Dour festival) en/of
8. [persoon 8] (90 euro voor kaarten Extrema) en/of
9. [persoon 9] (60 euro voor concertkaarten Rihanna) en/of
10. [persoon 10] (120 euro voor kaarten Pakhuis NYE 2011) en/of
11. [persoon 11] (140 euro voor kaarten voor de Breakfast club) en/of
12. [persoon 12] (30 euro voor een kaart voor Gramdioos) en/of
13. [persoon 13] (100 euro voor kaarten Queen Experience) en/of
14. [persoon 14] (100 euro voor kaarten Awakenings) en/of
15. [persoon 15] (50 euro voor concertkaarten Candy Dulfer) en/of
16. [persoon 16] (510 euro voor kaarten Pink Pop) en/of
17. [persoon 17] tegen (50 euro voor kaarten 40UP) en/of
18. [persoon 18] tegen (33 euro voor kaarten Bimhuis) en/of
19. [persoon 19] (260 euro voor kaarten Koniginnedagfeest) en/of
20. [persoon 20] (100 euro voor kaarten voetbalwedstrijd) en/of
21. [persoon 21] (100 euro voor een concertkaart Rush) en/of
22. [persoon 22] (60 euro voor een concertkaart Rush) en/of
23. [persoon 23] (152 euro voor concertkaarten Bruno Mars) en/of
24. [persoon 24] (160 euro voor een kaart Lowlands) en/of
25. [persoon 25] (65 euro voor kaarten The Script) en/of
26. [persoon 26] (90 euro voor kaarten Soldaat van Oranje) en/of
27. [persoon 27] (30 euro voor een kaart Awakenings) en/of
28. [persoon 28] (50 euro voor concertkaarten Skunk Anansie) en/of
29. [persoon 29] (45 euro voor kaarten Zout) en/of
30. [persoon 30] (50,44 euro voor kaarten Jochem [medeverdachte]) en/of
31. [persoon 31] (53 euro voor kaarten Roel van Velzen) en/of
32. [persoon 32] (165 euro voor een kaart Lowlands) en/of
32. [persoon 33] (80 euro voor kaarten Guido Weijers) en/of
33. [persoon 34] (80 euro voor kaarten Cirque du Soleil en/of
34. [persoon 35] (30 euro voor trainingspak Bjorn Borg) en/of
35. [persoon 36] (67 euro voor kaarten Bert Visscher) en/of
36. [persoon 37] (100 euro voor kaarten Toppers) en/of
37. [persoon 38] (32 euro voor concertkaarten Selah Sue) en/of
38. [persoon 39] (50 euro voor kaart Solar festival) en/of
39. [persoon 40] (130 euro voor concertkaarten Hardbass) en/of
40. [persoon 41] (180 euro voor een kaart Lowlands) en/of
41. [persoon 42] (300 euro voor kaarten Lowlands) en/of
42. [persoon 43] (200 euro voor voorschot huur) en/of
43. [persoon 44] (130 euro voor concertkaarten Hardbass) en/of
44. [persoon 45] (260 euro voor concertkaarten Hardbass) en/of
45. [persoon 46] (117 euro voor kaarten Hans Teeuwen) en/of
46. [persoon 47] (136 euro voor kaarten Toppers) en/of
47. [persoon 48] (75 euro voor een concertkaart Armin van Buuren),
heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedrag(en), hebben verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar met vorenomschreven oogmerk- zakelijk weergegeven- (telkens) opzettelijk valselijk, listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels en/of door een of meer listige kunstgrepen, door
- contact op te nemen met en/of te reageren op één of meer advertentie('s) op de website Marktplaats.nl van één of meer van bovengenoemde aangever(s)/gedupeerde(en) en/of zichzelf en/of één of meer van haar mededader(s) (vervolgens) voor te doen als (bonafide) aanbieder(s) en/of verkoper(s) van bovengenoemde concert- en/of festival- en/of voetbal- en/of evenementenkaarten en/of kledingstuk(ken, in elk geval één of meer goed(eren), terwijl die kaarten en/of kledingstuk(ken) niet het bezit was/waren van verdachte en/of één of meer van haar mededader(s) en/of
- zichzelf en/of één of meer van haar mededader(s) voor te doen als (bonafide) verhuurder van een woning, terwijl verdachte en/of één of meer van haar mededader(s) niet de eigenaar was/zijn en/of was/waren van voornoemde woning en/of niet rechtmatig voornoemde woning kon(den) verhuren en/of
- (om het vertrouwen te wekken bij één of meer van bovenstaande aangever(s) en/of gedupeerde(n)) een vals en/of vervalst en/of niet meer geldig kaartje per email te versturen en/of
- éénmaal of meermalen een e-ticket dat toegang geeft aan één persoon aan meedere perso(o)n(en) te verkopen en/of
- één of meer van bovengenoemde aangever(s) en/of gedupeerde(n) voor te houden en/of te beloven dat voornoemde kaarten en/of kledingstukken zouden worden opgestuurd per post en/of per email en/of
- (vervolgens) bovengenoemde aangever(s) en/of gedupeerde(n) te verzoeken en/of te vragen bovengenoemde afgesproken geldbedrag(en), althans een geldbedrag, contant te betalen en/of over te maken en/of bij te schrijven op de bank- en/of girorekening(en)(nummers) van verdachte en/of haar mededader(s) en/of zogenaamde katvanger(s), te weten:
[nummer 1] en/of
[nummer 2] en/of
[nummer 3] en/of
[nummer 4] en/of
[nummer 5] en/of
[nummer 6] en/of
[nummer 7] en/of
[nummer 8] en/of
[nummer 9] en/of
[nummer 9] en/of
[nummer 10] en/of
[nummer 11] en/of
[nummer 12] en/of
[nummer 13] en/of
[nummer 14] en/of
[nummer 15] en/of
[nummer 16] en/of
waardoor één of meer van bovengenoemde aangever(s) en/of gedupeerde(en) en/of een of meer andere perso(o)n(en) en/of een of meer tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 maart 2011 tot en met 26 maart 2011 te Doetinchem en/of te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [persoon 49] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 130 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of haar mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via Marktplaats.nl heeft voorgedaan als een persoon genaamd [persoon 50] en/of een ander of anderen, als ware zij, verdachte, en/of één of meer mededader(s) aanbieder(s) en/of verkoper(s) van één of meer toegangskaart(en) voor het concert van de Toppers, waarbij zij, verdachte en/of haar mededader(s) de indruk wekte(n) dat zij, verdachte en/of haar mededader(s) voornoemde aangeboden toegangskaart(en) na betaling zou(den) leveren (terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet in het bezit was/waren van voornoemde toegangskaarten en/of niet voornemens was/waren voornoemde toegangskaarten te leveren), waardoor [persoon 49] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
zij op of omstreeks 26 maart 2013 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, twee, althans één of meer aanvraagformulier(en) (voor een betaalrekening onder het NVB Convenant inzake een pakket primaire betaaldiensten), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of één of meer van haar mededader(s) in strijd met de waarheid een (valse) handtekening geplaatst in de ruimte bestemd voor handtekening en stempel Hulpverlening- of overheidsinstantie (6D), zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
De rechtbank leest het in het onder 1 ten laste gelegde vermelde rekeningnummer ‘[nummer 2]’ als ‘[nummer 17]’, aangezien hier sprake is van een kennelijke misslag. Door de verbetering van deze misslag wordt verdachte niet in de verdediging geschaad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De feiten kunnen volgens de officier van justitie bewezen worden. Deze feiten zijn door verdachte in vereniging met anderen, in het bijzonder de medeverdachte [medeverdachte], gepleegd.
Gelet op de modus operandi en het grote aantal gedupeerden kan het handelen van verdachte in de onder de feiten 1 en 2 tenlastegelegde gevallen steeds worden aangemerkt als oplichting. Verdachte had van meet af aan niet de intentie om kaarten te leveren. Het was haar er steeds om te doen misbruik te maken van de betrekkelijke anonimiteit en afstandelijkheid van communicatie over internet en de omstandigheid dat bij dergelijke transacties betaling en levering niet gelijktijdig kunnen plaatsvinden. De gedragingen kenmerken zich door grootschalig en geraffineerd handelen. De combinatie van grootschaligheid, de naar aangevers geuite leugens en het gebruik van een valse naam maken dat door verdachte en de medeverdachte oplichtingsmiddelen zijn toegepast, waardoor hun intentie om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen tot uitvoering is gebracht.
Verdachte heeft voorts, samen met de medeverdachte [medeverdachte], valselijk twee aanvraagformulieren voor een bankrekening opgemaakt. Verdachte en de medeverdachte hebben ieder het voor henzelf bedoelde aanvraagformulier ondertekend. Verdachte heeft echter op beide formulieren in vak 6d een handtekening gezet, als ware deze handtekening van een medewerker van de Reclassering. De officier van justitie acht daarom bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrift, zoals ten laste gelegde onder feit 3.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat geen bewezenverklaring kan volgen voor oplichting in die gevallen waarin verdachte tegenover de betreffende aangever haar eigen naam heeft gebruikt. Ook daar waar verdachte zich onder een andere naam bij de aangever heeft kenbaar gemaakt maar de gelden op haar eigen bankrekening heeft laten storten, staat naar de mening van de raadsman niet zonder meer vast dat sprake is van oplichting. Voor de betrokken aangever is verdachte dan immers gemakkelijk te traceren en het is de vraag in hoeverre nog gesproken kan worden van oplichtingsmiddelen. Voor een deel van de 49 aan verdachte ten laste gelegde zaken dient daarom vrijspraak te volgen.
De raadsman heeft voorts vrijspraak bepleit van het onder feit 3 aan verdachte ten laste gelegde medeplegen van valsheid in geschrift. Verdachte heeft een niet gelukkige oplossing gekozen een rekening te openen, maar zij had daarbij niet de bedoeling om anderen te misleiden.
Ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten geldt volgens de verdediging dat niet bewezen kan worden dat deze samen met een ander of anderen zijn gepleegd. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte de feiten in nauwe en bewuste samenwerking met haar echtgenoot heeft gepleegd. Weliswaar zijn bij de transacties bankrekeningnummers van haar echtgenoot gebruikt, echter werden deze rekeningen in de tenlastegelegde periode door verdachte beheerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan alle 49 oplichtingen – abusievelijk zijn in de tenlastelegging twee oplichtingsgevallen beide als 32 genummerd – zoals tenlastegelegd onder de feiten 1 en 2.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte zich tegenover de aangevers telkens heeft voorgedaan als ware zij een bonafide aanbieder van (veelal) concertkaartjes en (eenmaal) van kleding en huurruimte. Daarbij heeft zij zich bediend van leugens om het vertrouwen van de aangevers te winnen, teneinde hen te bewegen geld over te maken op haar ter beschikking staande rekeningen. In strijd met de waarheid heeft zij bijvoorbeeld de aangevers een bepaalde verklaring gegeven waarom zij niet in staat was zelf gebruik te maken van de concertkaarten. Bovendien maakte verdachte vaak gebruik van gefingeerde namen en van daarbij passende emailadressen.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zij zich met de onderhavige praktijken heeft bezig gehouden om daarmee haar schulden af te kunnen lossen. Haar handelingen stonden daarmee niet op zichzelf. Verdachte heeft bovendien, zoals ook uit haar eigen verklaring valt op te maken, nooit de intentie gehad haar toezeggingen na te komen en was daar in veel gevallen feitelijk niet toe in staat. Zij beschikte dan niet over de kaartjes die zij verkocht. En in een aantal gevallen verkocht verdachte hetzelfde kaartje meerdere malen, uiteraard zonder dat aan de kopers te melden.
Van meet af aan was verdachte er op uit om de aangevers op geraffineerde wijze te misleiden en geld afhandig te maken. Deze situatie verschilt wezenlijk van die waarin een verkoper na het ontvangen van de koopprijs nalaat de beloofde tegenprestatie, de afgifte van de afgesproken goederen, te leveren. Daarbij komt dat ook de schaal waarop verdachte zich met de haar verweten gedragingen heeft beziggehouden, in het geheel niet past in het beeld van een persoon die incidenteel zijn verplichting tot levering van een goed niet nakomt (en waarbij het in de rede ligt deze gedraging in de eerste plaats langs de weg van het civiele recht te benaderen). Anders dan de raadsman heeft betoogd, staat daarom de omstandigheid dat verdachte zich in enkele gevallen onder haar eigen naam aan de aangever heeft bekendgemaakt, waardoor zij op betrekkelijk eenvoudige wijze voor de afnemers van de traceerbaar was, niet aan een veroordeling voor oplichting in de weg.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de feiten 1 en 2 tezamen en in vereniging met de medeverdachte [medeverdachte] heeft gepleegd. Van een nauwe en bewuste samenwerking tussen beiden is niet gebleken. De enkele omstandigheid dat bij een aantal bewezen geachte oplichtingen de bankrekeningen van medeverdachte [medeverdachte] zijn gebruikt, is onvoldoende om mededaderschap aan te nemen. Daarbij is van belang dat de rechtbank niet onaannemelijk acht dat – zoals gesteld door verdachte – het beheer van deze bankrekeningen ten tijde van het ten laste gelegde feitelijk grotendeels in handen was van verdachte.
Voorts acht de rechtbank bewezen, zoals onder feit 3 ten laste gelegd, dat verdachte twee aanvraagformulieren betreffende een bankrekening voor haar en de medeverdachte [medeverdachte] valselijk heeft opgemaakt.
Vak 6D op de beide aanvraagformulieren is blijkens de daarbij geschreven tekst onmiskenbaar bedoeld voor een handtekening en stempel van de hulpverlenings- of overheidsinstelling. Verdachte heeft ter zitting erkend dat zij zowel op het aanvraagformulier van haarzelf als dat van de medeverdachte [medeverdachte] in vak 6D met rode stift een handtekening heeft gezet. Eén van deze handtekeningen moest die van de medeverdachte [medeverdachte] voorstellen. Die andere handtekening betrof volgens verdachte haar eigen handtekening, maar naar het oordeel van de rechtbank vertoont die geen gelijkenis met haar andere, wel eigen, handtekening. De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte het heeft willen doen voorkomen dat de hulpverlenersinstantie had getekend. Daarmee heeft zij de aanvraagformulieren valselijk opgemaakt. Vervolgens heeft zij de aanvraagformulieren daadwerkelijk naar de bank gezonden, waardoor haar oogmerk om van de door haar valselijk opgemaakte formulieren gebruik te maken, vaststaat. Verdachte heeft tegengeworpen dat zij tevens afschriften van deze formulieren naar de reclassering heeft gezonden. De rechtbank constateert dat deze bewering van verdachte geen steun vindt in het dossier. Echter, zelfs indien van de juistheid daarvan wordt uitgegaan, laat dit het bewezen verklaarde onverlet.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, bewezen, dat verdachte:
in de periode van 24 maart 2010 tot en met 5 november 2012 in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of een listige kunstgreep en/of samenweefsel van verdichtsels:
1. [persoon 1] (76 euro voor concertkaarten Armin van Buuren) en
2. [persoon 2] (52,50 euro voor kaarten De Jeugd van Tegenwoordig) en
3. [persoon 3] (75 euro voor kaarten 90s Now) en
4. [persoon 4] (117,50 euro voor een kaart Melt festival) en
5. [persoon 5] tegen (80 euro voor een kaart Free Your Mind festival) en
6. [persoon 6] (37,50 euro voor concertkaarten Guus Meeuwis) en
7. [persoon 7] (100 euro voor een kaart Dour festival) en
8. [persoon 8] (90 euro voor kaarten Extrema) en
9. [persoon 9] (60 euro voor concertkaarten Rihanna) en
10. [persoon 10] (120 euro voor kaarten Pakhuis NYE 2011) en
11. [persoon 11] (140 euro voor kaarten voor de Breakfast club) en
12. [persoon 12] (30 euro voor een kaart voor Gramdioos) en
13. [persoon 13] (100 euro voor kaarten Queen Experience) en
14. [persoon 14] (100 euro voor kaarten Awakenings) en
15. [persoon 15] (50 euro voor concertkaarten Candy Dulfer) en
16. [persoon 16] (510 euro voor kaarten Pink Pop) en
17. [persoon 17] tegen (50 euro voor kaarten 40UP) en
18. [persoon 18] tegen (33 euro voor kaarten Bimhuis) en
19. [persoon 19] (262,50 euro voor kaarten Koninginnedagfeest) en
20. [persoon 20] (100 euro voor kaarten voetbalwedstrijd) en
21. [persoon 21] (100 euro voor een concertkaart) en
22. [persoon 22] (60 euro voor een concertkaart Rush) en
23. [persoon 23] (152 euro voor concertkaarten Bruno Mars) en
24. [persoon 24] (160 euro voor een kaart Lowlands) en
25. [persoon 25] (65 euro voor kaarten The Script) en
26. [persoon 26] (50 euro voor kaarten Soldaat van Oranje) en
27. [persoon 27] (30 euro voor een kaart Awakenings) en
28. [persoon 28] (50 euro voor concertkaarten Skunk Anansie) en
29. [persoon 29] (45 euro voor kaarten Zout) en
30. [persoon 30] (50,44 euro voor kaarten Jochem [medeverdachte]) en
31. [persoon 31] (53 euro voor kaarten Roel van Velzen) en
32. [persoon 32] (165 euro voor een kaart Lowlands) en
32. [persoon 33] (80 euro voor kaarten Guido Weijers) en
33. [persoon 34] (80 euro voor kaarten Cirque du Soleil en
34. [persoon 35] (30 euro voor trainingspak Björn Borg) en
35. [persoon 36] (67 euro voor kaarten Bert Visscher) en
36. [persoon 37] (100 euro voor kaarten Toppers) en
37. [persoon 38] (32 euro voor concertkaarten Selah Sue) en
38. [persoon 39] (50 euro voor kaart Solar festival) en
39. [persoon 40] (130 euro voor concertkaarten Hardbass) en
40. [persoon 41] (180 euro voor een kaart Lowlands) en
41. [persoon 42] (300 euro voor kaarten Lowlands) en
42. [persoon 43] (200 euro voor voorschot huur) en
43. [persoon 44] (130 euro voor concertkaarten Hardbass) en
44. [persoon 45] (260 euro voor concertkaarten Hardbass) en
45. [persoon 46] (117 euro voor kaarten Hans Teeuwen) en
46. [persoon 47] (136 euro voor kaarten Toppers) en
47. [persoon 48] (75 euro voor een concertkaart Armin van Buuren),
heeft bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedragen, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk, listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels en/of door een listige kunstgreep, door
- te reageren op advertenties op de website Marktplaats.nl van één of meer van bovengenoemde aangevers/gedupeerden en zichzelf voor te doen als bonafide aanbieder en verkoper van bovengenoemde concert- en/of festival- en/of voetbal- en/of evenementenkaarten en/of kledingstukken, terwijl die kaarten niet in het bezit waren van verdachte en
- zichzelf voor te doen als bonafide verhuurder van een woning, terwijl verdachte niet rechtmatig voornoemde woning kon verhuren en
- meermalen een e-ticket dat toegang geeft aan één persoon aan meerdere personen te verkopen en
- één of meer van bovengenoemde aangevers voor te houden dat voornoemde kaarten of kledingstukken zouden worden opgestuurd per post of per email en
- bovengenoemde aangevers en/of gedupeerden te verzoeken bovengenoemde geldbedragen, contant te betalen of over te maken op bank- of girorekeningnummers, te weten:
[nummer 1] of
[nummer 17] of
[nummer 3] of
[nummer 4] of
[nummer 5] of
[nummer 6] of
[nummer 7] of
[nummer 8] of
[nummer 9] of
[nummer 13]
waardoor bovengenoemde aangevers en/of gedupeerden werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
in de periode van 17 maart 2011 tot en met 26 maart 2011 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [persoon 49] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 130 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich via Marktplaats.nl voorgedaan als een persoon genaamd [persoon 50], als ware zij, verdachte, verkoper van toegangskaarten voor het concert van de Toppers, waarbij zij, verdachte, de indruk wekte dat zij, verdachte, voornoemde aangeboden toegangskaarten na betaling zou leveren terwijl zij, verdachte, niet in het bezit was van voornoemde toegangskaarten en niet voornemens was voornoemde toegangskaarten te leveren, waardoor [persoon 49] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
op 26 maart 2013 te Diemen, twee aanvraagformulieren voor een betaalrekening onder het NVB Convenant inzake een pakket primaire betaaldiensten, - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte in strijd met de waarheid een valse handtekening geplaatst in de ruimte bestemd voor handtekening en stempel Hulpverlening- of overheidsinstantie (6D), zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf en maatregel

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden, zoals opgenomen in het reclasseringsrapport van 13 juni 2013. Daarnaast heeft zij gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat bij bewezenverklaring van de feiten volstaan zal worden met een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering. Weliswaar heeft verdachte het vertrouwen van diverse mensen beschaamd maar het ging daarbij steeds om kleine geldbedragen en aldus om relatief geringe inbreuken. Voorts is verdachte uit eigen beweging gestopt met het plegen van oplichtingen en heeft zij schoon schip gemaakt. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ligt daarom niet in de rede. Ook de benadeelde partijen zijn daarmee niet gebaat.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft in een periode van ongeveer 2,5 jaar 49 personen opgelicht, door op slinkse wijze voor te spiegelen dat verdachte tegen betaling concertkaarten, kleding of woonruimte ter beschikking zou stellen, terwijl zij dit nooit van plan was te doen.
Daarnaast heeft zij valselijk twee aanvraagformulieren opgemaakt met het doel om bankrekeningen voor haar en haar echtgenoot te verkrijgen.
Verdachte heeft door haar handelen schade, ergernis en teleurstelling bij haar slachtoffers teweeggebracht. Door het valselijk opmaken van de aanvraagformulieren heeft zij het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van deze geschriften moeten kunnen worden gesteld ondermijnd.
Verdachte wist op geraffineerde wijze het vertrouwen van de aangevers te winnen om hen te bewegen geld naar haar over te maken of te overhandigen. Nadat zij begrepen hadden dat zij waren opgelicht, hebben diverse aangevers geprobeerd om in contact te komen met verdachte teneinde het door hen betaalde geldbedrag terug te krijgen. Verdachte liet zich daar echter weinig aan gelegen liggen, reageerde met smoesjes of wees de betreffende aangever grof de deur.
Op 19 april 2011 is in een uitzending van [titel] aandacht besteed aan de oplichtingspraktijken van verdachte, waarbij verdachte ook zelf in beeld is geweest.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 oktober 2013 betreffende verdachte komt bovendien naar voren dat verdachte in de bewezen verklaarde periode voor diverse andere oplichtingen tot taakstraffen is veroordeeld. Er zijn dus vele momenten geweest waarop verdachte door de buitenwereld en justitie met haar criminele handelen werd geconfronteerd. Dit heeft haar echter niet tot inkeer gebracht. Integendeel, zij is onverminderd doorgegaan met het plegen van oplichtingen op Marktplaats.nl en heeft nadien nog vele nieuwe slachtoffers gemaakt. Daarnaast valt nog op dat de gepleegde valsheid in geschrift dateert van ná de aanhouding van verdachte.
De spijt en schaamte die verdachte thans zegt te ervaren, kunnen, gezien haar onverbeterlijkheid in het verleden, daarom niet zondermeer als oprecht worden aangenomen.
De rechtbank heeft kennis genomen van een Reclasseringsadvies d.d. 13 juni 2013 van het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering. Hierin is vermeld dat verdachte een keuze gemaakt lijkt te hebben tot verandering en dat zij zich begeleidbaar opstelt. Verdachte verklaart haar delictgedrag door een opeenstapeling van negatieve ervaringen, beginnend in haar vroege jeugd. Verdachte heeft volgens de Reclassering inzicht in de factoren die aan het delictgedrag hebben bijgedragen en in wat zij nodig heeft om probleemsituaties en delictgedrag in de toekomst te voorkomen. Zij heeft een belaste voorgeschiedenis, er is sprake van psychische problematiek, problemen op het gebied van huisvesting, financiën, het behouden van werk, het onderhouden van relaties en met betrekking tot haar denkpatronen en oplossingsvaardigheden. De reclassering acht toezicht zinvol en adviseert een voorwaardelijke straf met een verplicht reclasseringscontact en een ambulante behandeling bij [locatie]. De reclassering schat de kans op recidive in als ‘hoog gemiddeld’.
Vanwege de ernst van de bewezen verklaarde feiten – die in sterke mate wordt bepaald door de frequentie en de lange periode waarin deze feiten hebben plaatsgevonden – acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden. Ook het belang om te voorkomen dat verdachte dan wel anderen in de toekomst tot soortgelijke feiten komen, maakt dat niet met een taakstraf of een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf kan worden volstaan. De rechtbank komt daarom tot een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank acht met de Reclassering een verplicht reclasseringscontact en een behandeling bij De Waag zinvol. Zij zal daarom een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering.
Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vorderingen van de hierna te noemen benadeelde partijen niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het hiervoor 1 bewezen geachte feit rechtstreeks schade hebben geleden.
De rechtbank waardeert deze schade als volgt:
[persoon 1] : € 76, -
[persoon 5] : € 80, -
[persoon 6] : € 37,50
[persoon 8] : € 90, -
[persoon 9] : € 60, -
[persoon 10] : € 120, -
[persoon 12] : € 30, -
[persoon 13] : € 100, -
[persoon 14] : € 100,-
[persoon 15] : € 50, -
[persoon 16] : € 510, -
[persoon 17] : € 50, -
[persoon 18] : € 33, -
[persoon 19] : € 262,50
[persoon 20] : € 100, -
[persoon 22] : € 60, -
[persoon 26] : € 50, -
[persoon 27] : € 30, -
[persoon 28] : € 60, -
[persoon 29] : € 45, -
[persoon 30] : € 55,44
[persoon 31] : € 53, -
[persoon 33] : € 80, -
[persoon 35] : € 30, -
[persoon 36] : € 67, -
[persoon 37] : € 100, -
[persoon 38] : € 32, -
[persoon 39] : € 71, -
[persoon 40] : € 130, -
[persoon 41] : € 180, -
[persoon 42] : € 150, -
[persoon 51] : € 150, -
[persoon 45] : € 260, -
[persoon 46] : € 117, -
[persoon 47] : € 136, -
[persoon 48] : € 75, -
De vorderingen kunnen dan ook tot deze bedragen worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken.
De toegewezen bedragen van de benadeelde partijen [persoon 6], [persoon 8], [persoon 12], [persoon 13], [persoon 15], [persoon 16], [persoon 17], [persoon 20], [persoon 26], [persoon 27], [persoon 30], [persoon 31], [persoon 35], [persoon 36], [persoon 39], [persoon 40], [persoon 45] en [persoon 46] worden vermeerderd met de door deze benadeelde partijen gevorderde wettelijke rente, vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening.
In het belang van de benadeelde partijen voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.
De behandeling van de overige delen van de vorderingen van de benadeelde partijen [persoon 9] (tijdverzuim), [persoon 18] (telefoonkosten en tijdverzuim), [persoon 31] (telefoonkosten), [persoon 39] (benzine en parkeerkosten), [persoon 40] (reiskosten) en [persoon 48] (telefoonkosten) leveren wel een onevenredige belasting van het strafgeding op, nu deze niet of onvoldoende zijn onderbouwd. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat deze benadeelde partijen in deze delen van hun vorderingen niet-ontvankelijk zijn. De benadeelde partijen kunnen het betreffende deel van hun vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 63, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde:
oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van het onder 3 bewezen verklaarde:
valsheid in geschrift.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[persoon 48], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden:
-
Veroordeelde zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
-
Veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden.
-
Veroordeelde zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
-
Veroordeelde dient zich te houden aan de aanwijzingen die de Reclassering haar geeft. Zij zal zich binnen drie dagen nadat het vonnis onherroepelijk is geworden dienen te melden bij het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering op het adres [adres], [postcode] [plaats]. Hierna moet zij zich gedurende door het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering dit gedurende deze perioden nodig acht;
-
Veroordeelde dient deel te nemen aan de intakeprocedure en de daarop volgende behandeling ten einde recidive te voorkomen bij [locatie] of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de Reclassering waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Wijst de vordering van
[persoon 1]toe tot een bedrag van
€ 76, -(zesenzeventig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 76, - (zesenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 5]toe tot een bedrag van
€ 80, -(tachtig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 5] aan de Staat te betalen een bedrag van € 80, - (tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 6]toe tot een bedrag van
€ 37, 50(zevenendertig euro en vijftig eurocent) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 juni 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 6] aan de Staat te betalen een bedrag van
€ 37, 50(zevenendertig euro en vijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (16 juni 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 8]toe tot een bedrag van
€ 90, -(negentig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (11 juli 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 8] aan de Staat te betalen een bedrag van € 90, - (negentig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (11 juli 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 9]toe tot een bedrag van
€ 60, -(zestig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 9] aan de Staat te betalen een bedrag van € 60, - (zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst de vordering van
[persoon 10]toe tot een bedrag van
€ 120, -(honderd en twintig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 10] aan de Staat te betalen een bedrag van € 120, - (honderd en twintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 12]toe tot een bedrag van
€ 30, -(dertig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (30 december 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 12] aan de Staat te betalen een bedrag van € 30, - (dertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (30 december 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 13]toe tot een bedrag van
€ 100, -(honderd euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 november 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 13] aan de Staat te betalen een bedrag van € 100, - (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 november 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (dagen) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 14]toe tot een bedrag van
€ 100, -(honderd euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 14] aan de Staat te betalen een bedrag van € 100, - (honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 15]toe tot een bedrag van
€ 50, -(vijftig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 maart 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 15] aan de Staat te betalen een bedrag van € 50, - (vijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (27 maart 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 16]toe tot een bedrag van
€ 510, -(vijfhonderd en tien euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (3 maart 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 16] aan de Staat te betalen een bedrag van € 510, - (vijfhonderd en tien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (5 maart 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 10 (tien) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 17]toe tot een bedrag van
€ 50, -(vijftig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (10 mei 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 17] aan de Staat te betalen een bedrag van € 50, - (vijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (10 mei 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 18]toe tot een bedrag van
€ 33, -(drieëndertig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 18] aan de Staat te betalen een bedrag van € 33, - (drieëndertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst de vordering van
[persoon 19]toe tot een bedrag van
€ 262,50(tweehonderd en tweeënzestig euro en vijftig eurocent) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 19] aan de Staat te betalen een bedrag van € 262,50 (tweehonderd en tweeënzestig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 5 (vijf) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 20]toe tot een bedrag van
€ 100, -(honderd euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 mei 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 20] aan de Staat te betalen een bedrag van € 100, - (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 mei 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 22]toe tot een bedrag van
€ 60, -(zestig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 22] aan de Staat te betalen een bedrag van € 60,00 (zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 26]toe tot een bedrag van
€ 50, -(vijftig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (17 maart 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 26] aan de Staat te betalen een bedrag van € 50, - (vijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (17 maart 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 27]toe tot een bedrag van
€ 30, -(dertig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (26 februari 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 27] aan de Staat te betalen een bedrag van € 30, - (dertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (26 februari 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 28]toe tot een bedrag van
€ 60, -(zestig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 28] aan de Staat te betalen een bedrag van € 60, - (zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 29]toe tot een bedrag van
€ 45, -(vijfenveertig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 29] aan de Staat te betalen een bedrag van € 45, - (vijfenveertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 30]toe tot een bedrag van
€ 55,44(vijfenvijftig euro en vierenveertig eurocent) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 30] aan de Staat te betalen een bedrag van € 55,44 (vijfenvijftig euro en vierenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2011) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 31]toe tot een bedrag van
€ 53, -(drieënvijftig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (7 december 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 31] aan de Staat te betalen een bedrag van € 53, - (drieënvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (7 december 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst de vordering van
[persoon 33]toe tot een bedrag van
€ 80, -(tachtig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 33] aan de Staat te betalen een bedrag van € 80,00 (tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 35]toe tot een bedrag van
€ 30, -(dertig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (25 maart 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 35] aan de Staat te betalen een bedrag van € 30, - (dertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (25 maart 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 36]toe tot een bedrag van
€ 67, -(zevenenzestig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (4 november 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 36] aan de Staat te betalen een bedrag van € 67, - (zevenenzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (4 november 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 37]toe tot een bedrag van
€ 100, -(honderd euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 37] aan de Staat te betalen een bedrag van € 100,- (honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 38]toe tot een bedrag van
€ 32, -(tweeëndertig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 38] aan de Staat te betalen een bedrag van € 32, - (tweeëndertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 39]toe tot een bedrag van
€ 71, -(eenenzeventig euro) (materiële schade)te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (5 augustus 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 39] aan de Staat te betalen een bedrag van € 71, - (eenenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (5 augustus 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst de vordering van
[persoon 40]toe tot een bedrag van
€ 130, -(honderd en dertig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 februari 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 40] aan de Staat te betalen een bedrag van € 130, - (honderd en dertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 februari 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst de vordering van
[persoon 41]toe tot een bedrag van
€ 180, -(honderd en tachtig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 41] aan de Staat te betalen een bedrag van € 180, - (honderd en tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 (drie) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 42]toe tot een bedrag van
€ 150, -(honderd en vijftig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 42] aan de Staat te betalen een bedrag van € 150, - (honderd en vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 (drie) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 51]toe tot een bedrag van
€ 150, -(honderd en vijftig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 51] aan de Staat te betalen een bedrag van € 150, - (honderd en vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 (drie) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 45]toe tot een bedrag van
€ 260, -(tweehonderd en zestig euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 februari 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 45] aan de Staat te betalen een bedrag van € 260, - (tweehonderd en zestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (9 februari 2012) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 5 (vijf) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 46]toe tot een bedrag van
€ 117, -(honderd en zeventien euro) (materiële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (20 december 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 46] aan de Staat te betalen een bedrag van € 117, - (honderd en zeventien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (20 december 2010) tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 47]toe tot een bedrag van
€ 136, -(honderd en zesendertig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 47] aan de Staat te betalen een bedrag van € 136, - (honderd en zesendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 2 (twee) dagen. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van
[persoon 48]toe tot een bedrag van
€ 75, -(vijfenzeventig euro) (materiële schade). Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 48] aan de Staat te betalen een bedrag van € 75, - (vijfenzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 (één) dag. De toepassing van die hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Bepaalt de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Piena, voorzitter,
mrs. K.A. Brunner en C.F. de Lemos Benvindo, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Hoogh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 november 2013.