Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De verzoeken en de verweren
4.De beoordeling
5.De beslissing
ontbinding van het geregistreerd partnerschapvan partijen, aangegaan op [datum 1] te [plaats 1];
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 september 2013 uitspraak gedaan over de ontbinding van een geregistreerd partnerschap tussen twee partijen, hierna aangeduid als [naam 1] en [naam 2]. De partijen waren een geregistreerd partnerschap aangegaan onder partnerschapsvoorwaarden, waarin onder andere een nihilbeding met betrekking tot partneralimentatie was opgenomen. [naam 1] verzocht de rechtbank om de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uit te spreken, terwijl [naam 2] zich verweerde tegen de verzoeken van [naam 1] en zelf ook een verzoek indiende voor partneralimentatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het geregistreerd partnerschap duurzaam is ontwricht, wat door beide partijen werd erkend. De rechtbank heeft vervolgens de nietigheid van het nihilbeding vastgesteld op basis van artikel 1:400 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat overeenkomsten waarbij van het volgens de wet verschuldigde levensonderhoud wordt afgezien, nietig zijn. Dit betekent dat [naam 2] recht heeft op een bijdrage in de kosten van levensonderhoud, ondanks het nihilbeding in de partnerschapsvoorwaarden. De rechtbank heeft ook overwogen of [naam 2] in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien en heeft geconcludeerd dat hij voldoende mogelijkheden heeft om dit te doen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uitgesproken en bepaald dat [naam 2] aan [naam 1] nog een bedrag van € 5.300,= verschuldigd is in het kader van de afwikkeling van de partnerschapsvoorwaarden. De overige verzoeken zijn afgewezen.