5.1Inleiding
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
5.1.1In oktober 2009 start naar aanleiding van meldingen over mogelijke onregelmatigheden een opsporingsonderzoek onder de naam 13 Kruger, dat zich op zeven marktmeesters van het Stadsdeel Centrum richt. Het ernstige vermoeden is gerezen dat deze marktmeesters sinds februari 2001 contante gelden (bedragen tussen de twee en vijftig euro) hebben aangenomen van marktkooplieden van diverse markten, zoals de Waterloopleinmarkt, de Nieuwmarkt, de Noordermarkt en de Lindengrachtmarkt. In ruil voor dit geld zouden de marktmeesters allerhande gunsten aan de marktkooplieden hebben verleend. Dit valt onder meer af te leiden uit meldingen die tussen januari 2004 en september 2009 bij het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam zijn binnengekomen. Voorts krijgt een buurtregisseur van het wijkteam Raampoort diverse meldingen van marktkooplieden die anoniem wensen te blijven en verklaren dat marktmeesters zich aan het aannemen van giften op de markten op de Noorderstraat, de Westerstraat en het Waterlooplein schuldig maken.
5.1.2Meer specifiek ontvangt het Bureau Integriteit onder meer de volgende meldingen (zie nazending stukken naar aanleiding van vragen officier van justitie, proces-verbaal bevindingen van 2010 inclusief bijlagen):
13 okt 2004 (zie ook pagina 50035 van het doorgenummerde dossier):
Stadsdeel Centrum ontvangt een anonieme brief van diverse marktkooplieden waarin deze zich over marktmeester [verdachte 1] beklagen. Hij zou fooien aannemen of zich laten betalen voor het toewijzen van standplaatsen. Enkele maanden eerder zijn soortgelijke signalen over [verdachte 1] bij het stadsdeel binnengekomen. [verdachte 1] bezweert desgevraagd dat hij nooit fooien aanneemt (bijlage 2 en 6 bij dit proces-verbaal).
24 juni 2008:
Een marktkoopman meldt in een gesprek met het hoofd afdeling Bouwen en Wonen van stadsdeel Centrum dat marktmeesters op grote schaal fooien aannemen. Bureau Integriteit doet vooronderzoek. Vervolgens blijkt dat niemand wil verklaren. Wel zijn er signalen dat mogelijk dingen fout gaan op de markt. Het advies van het Bureau Integriteit luidt: investeren in preventieve maatregelen (zie ook bijlagen 3, 5 en 8 (afhandeling vooronderzoek van het Bureau Integriteit van 26 februari 2009) bij dit proces-verbaal, zie ook: mutatie 12 maart 2009, pagina 50038)
.
5.1.3Aangezien veel meldingen anoniem worden gedaan, wijzen de gemeentelijke instanties de marktkooplieden meermalen erop dat anonieme meldingen in principe niet in behandeling worden genomen. Zie onder andere:
Een e-mailwisseling in april 2005 tussen[naam] van Bureau Integriteit en een groep marktkoopliedendie melden dat zich op de Amsterdamse markten een wijdverbreide corruptie voordoet (bijlage 7 bij proces-verbaal bevindingen van 2010, nazending stukken naar aanleiding van vragen officier van justitie, en mutatie 6 juni 2005, pagina 50036).
Een brief van stadsdeel Centrum aan marktkooplieden van 3 sep 2009 (pagina 40349)
Hierin staat onder meer vermeld: “Als u aanwijzingen hebt dat de marktmeesters niet integer handelen, willen wij u vragen dit te melden bij het stadsdeel. Dit kan persoonlijk na het maken van een afspraak, via de telefoon of per brief (…).
Onderzoek kan alleen worden ingesteld als de persoonlijke gegevens van de aangever bekend zijn.(…) Het spreekt voor zich dat een valse beschuldiging strafbaar is, maar het opzettelijk onheus beschuldigen met het doel een marktmeester te beschadigen, kan leiden tot een aangifte bij de politie wegens smaad.”
5.1.4Op 7 september 2009 worden twee verbalisanten die deel uitmaken van het Doelgroepenteam, dat zich in het bijzonder op zakkenrollen richt, op de Westerstraat door de buurtregisseur aangesproken. Deze verklaart dat een sterk vermoeden bestaat dat de marktmeesters die werkzaam zijn op de Westermarkt, geld van de marktkooplieden aannemen. Marktkooplieden zouden geld betalen voor het behoud van hun plek. Het geld wordt heimelijk toegestopt. Het zou gaan om een grote negroïde man, genaamd [verdachte 1]. Hij zou samenwerken met een kleinere blanke man met rossig haar, genaamd [verdachte 2].
Verbalisanten zeggen dit in de surveillance te zullen meenemen. Zij lopen op de markt en zien de marktmeesters lopen. Verbalisanten zien dat marktmeester [verdachte 1] (= verdachte [verdachte 1]) zes maal geld of ‘iets kleins’ van kooplieden krijgt aangeboden. Verbalisanten merken op dat [verdachte 1] niet in één keer alle kraampjes controleert, maar na een aantal steeds naar de andere marktmeesters loopt. Hij kijkt ook om zich heen, volgens de verbalisanten kennelijk om te zien of hij wordt gecontroleerd.
(zie proces-verbaal bevindingen van 7 september 2009, pagina 50041 e.v.)
5.1.5De buurtregisseur van Jordaan Noord relateert in het najaar van 2009 dat hij de voorgaande jaren herhaaldelijk geruchten over corruptie bij marktmeesters heeft gehoord. Concrete aanwijzingen blijven achterwege. De laatste twee maanden (augustus en september 2009) is er meer onrust, omdat men door een nieuwe regeling 4x per jaar “moet” staan. Verteld wordt dat marktmeesters het legitimatiebewijs van de marktkooplieden die niet kunnen of willen staan, tegen betaling scannen. Niemand wil harde verklaringen afleggen uit angst voor represailles.
Deze buurtregisseur heeft op 17 augustus 2009 een gesprek met [verdachte 3] over de herprofilering en kondigt aan even op het kantoor van de marktmeesters aan de [adres 1] te zullen langskomen. Bij aankomst kort daarop blijkt hem dat de deur pas na lange tijd wordt geopend. De buurtregisseur maakt een grap daarover, maar hierop wordt niet gereageerd. Dan blijken binnen ook drie andere marktmeesters aanwezig te zijn. Er hangt een vreemde afstandelijke sfeer, aldus de buurtregisseur.
Op 18 september 2009 is de buurtregisseur op de Prinsengracht bij de Westermarkt. Hij spreekt met een hem ambtshalve bekende marktkoopman. Deze zegt dat in de Westerstraat ongevraagd de hele Dappermarkt “effe” door de marktmeesters is gescand. Hij gaf de indruk dat hij dat oneerlijk vond
(zie Proces-verbaal bevindingen buurtregisseur Jordaan Noord 21 sep 2009, pagina 50039 e.v.).
5.1.6Op 2 november 2009 beveelt de officier van justitie naar aanleiding van de hiervoor genoemde meldingen dat de marktmeesters [verdachte 1], [verdachte 2], [verdachte 3] en [verdachte ] stelselmatig dienen te worden geobserveerd (
bevel tot observatie pagina 60006). Dit bevel wordt op 25 november 2009 ten aanzien van [verdachte 1], [verdachte 2] en [verdachte 3] verlengd (
verlenging bevel tot observatie pagina 60022).
5.1.7Gedurende een aantal maanden vinden diverse observaties plaats, gericht op de verdachte marktmeesters. Deze observaties zijn verricht door de medewerkers van het onderzoeksteam, leden van het doelgroepenteam Binnenstad en het observatieteam van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland. Geverbaliseerd is dat gedurende deze observaties is gezien dat de marktmeesters [verdachte 1], [verdachte ], [verdachte 4], [verdachte 5] en [verdachte 6] meermalen geld aannemen van de marktkooplieden. Waargenomen wordt dat het geld veelal opgevouwen onder het te scannen marktpasje wordt aangeboden en dat de marktmeester na het scannen alleen het marktpasje teruggeeft. Volgens de verbalisanten gaat het om biljetten van € 10, € 20 en € 50.
Ten aanzien van de verdachten [verdachte 2] en [verdachte 3] vinden geen observaties plaats waar wordt gezien dat zij contante gelden van marktkooplieden aannemen.
Aangifte Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam
5.1.8Op 13 januari 2010 doet het Bureau Integriteit van de gemeente Amsterdam aangifte (
aangifte, opgemaakt op 13 januari 2010 door [naam 1], onderzoeker,
pagina 20002 e.v.)Deze aangifte houdt onder meer het volgende in:
“Een markt in stadsdeel Centrum bestaat voor ongeveer 80% uit vaste plaatshouders. De 20% losse plaatsen worden aan lotelingen en zogenoemde sollicitanten vergeven. Sinds 2006 is op de markten van het stadsdeel Centrum het Ceniamsysteem actief. Er is, sinds de invoering van het Ceniamsysteem, geen situatie meer denkbaar waarbij structureel contant betalingsverkeer tussen de koopman en de marktmeester plaatsvindt.
(…)
Onlangs is bij de gemeente Amsterdam informatie binnengekomen dat een aantal marktmeesters van de Waterloopleinmarkt en de Noord/Westermarkt contante gelden had aangenomen van marktkoopmannen. Het aannemen van deze gelden had vermoedelijk te maken met het toewijzen van marktplaatsen. De marktmeesters zijn ambtenaren in dienst van de gemeente Amsterdam. Vanuit de gemeente Amsterdam is geen toestemming gegeven aan de marktmeesters om contante gelden van marktkoopmannen aan te nemen.”
Aanhoudingen en doorzoekingen
5.1.9Op 11 januari 2010 worden vijf van de zeven marktmeesters van het stadsdeel Centrum aangehouden ([verdachte 1], [verdachte ], [verdachte 4], [verdachte 5] en [verdachte 6]). Op 18 januari 2010 worden ook de beide andere marktmeesters, [verdachte 2] en [verdachte 3], aangehouden. Ter gelegenheid van de aanhoudingen verricht de politie diverse doorzoekingen, zowel bij de verdachten thuis als op twee kantoren aan [adres 2] en de [adres 1] te Amsterdam. Daarbij worden, in een koektrommel, enveloppen met daarin geldbedragen (in totaal € 500) en daarop handgeschreven letters en/of cijfers gevonden. Verder wordt in een geldkistje in de locker van verdachte [verdachte 1] € 35.800 in contanten aangetroffen. Onder de verdachten worden diverse goederen in beslag genomen.
Verklaringen van verdachten en getuigen
5.1.10De aangehouden marktmeesters leggen na hun aanhouding verklaringen af, evenals een aantal marktkooplieden, van wie enkelen aanvankelijk ook als verdachten worden gehoord. Verdachte [verdachte 2] verklaart tegenover de politie, zakelijk weergegeven, onder meer dat hij en zijn collega-marktmeesters gedurende enkele jaren van marktkooplieden bedragen, variërend van € 2 tot € 20, ontvingen en deze onderling verdeelden (
verhoor verdachte [verdachte 2] 20 januari 2010, pagina 40270 e.v.). Het ging daarbij soms om € 250 per persoon per week. De bedragen werden in enveloppen gedaan waarop met letters de initialen van de ontvangende marktmeester werd vermeld. Zo stond “[verdachte 2]” voor [verdachte 2] en “[verdachte ]” voor [verdachte ]. De marktmeesters haalden de enveloppen uit de hiervoor onder 5.1.9 genoemde koektrommel. Zij hadden ieder een sleuteltje dat daartoe toegang gaf (
verklaring verdachte [verdachte 2] 21 januari 2010, pagina 40278 e.v.).
Verdachte [verdachte 2] verklaart in deze twee verklaringen verder dat 60 tot 70% van de marktkooplieden aan de marktmeesters bedragen betaalde. Marktkooplieden werden ook wel aangesproken, als zij niet hadden betaald. Marktkooplieden ontvingen als tegenprestatie gunsten. Zo hoefde een marktkoopman die drie plaatsen wilde bezetten, daarvan slechts twee af te rekenen en betaalde hij het bedrag voor de derde plaats contant aan de marktmeester (
pagina 40272). Kooplieden betaalden omdat ze op de vergunning van iemand anders stonden en [verdachte 2] deed daaraan dan niets aan (
pagina 40274) Ook scanden marktmeesters marktpasjes weleens, als een marktkoopman niet op de markt aanwezig was (
pagina 40282).
5.1.11Een aantal marktkooplieden verklaart dat zij aan een of meer marktmeesters bedragen variërend van € 2 tot € 20 betaalden of moesten betalen, als zij van bepaalde faciliteiten gebruik wilden maken (
onder meer verklaring [naam 2] 8 november 2011 bij de rechter-commissaris). Zo konden zij daarmee een betere plek krijgen (
verklaring [naam 3] 13 december 2011 bij de rechter-commissaris), hoefden zij maar voor één in plaats van drie plekken te betalen (
idem op 29 maart 2011) of kregen zij een plek waarop zij geen recht hadden (
verklaring [naam 4] 3 november 2011 bij de rechter-commissaris en verklaring [naam 2] 8 november 2011 bij de rechter-commissaris). Zij verklaren dat zij zich genoopt voelden te betalen.
5.1.12Van de andere marktmeesters verklaart [verdachte 1] dat hij en zijn collega’s gedurende een aantal jaren geld van marktkooplieden hebben aangenomen en dat zij de bedragen steeds onderling hebben verdeeld met behulp van enveloppen die voor ieder werden klaargelegd. Op deze enveloppen werd met letters aangeduid voor wie ze waren bestemd (
verklaringen [verdachte 1] bij de politie 13 januari 2010, pagina 40014 e.v., en 21 januari 2010, pagina 40020 e.v.). Ook [verdachte ] (
verklaring bij de politie 13 januari 2010, pagina 40164 e.v.), [verdachte 6] (
verklaring bij de politie 12 januari 2010, pagina 40195 e.v.), [verdachte 3] (
verklaring bij de politie 20 januari 2010, pagina 40325 e.v.) en [verdachte 4] (
verklaring bij de politie 13 januari 2010, pagina 40105 e.v.) verklaren dat zij van marktkooplieden bedragen hebben ontvangen.