ECLI:NL:RBAMS:2013:7391

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 november 2013
Publicatiedatum
11 november 2013
Zaaknummer
C/13/552394 / KG ZA 13-1297
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot ontruiming van een pand in Amsterdam

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap naar buitenlands recht BAYER-PENSIONKASSE VERSICHERUNGSVEREIN AUF GEGENSEITIGKEIT, gevestigd te Leverkusen, en de gedaagden, die niet verschenen waren. De eiseres had op 24 oktober 2013 een dagvaarding uitgebracht en verzocht om een vonnis te wijzen. Tijdens de zitting op 4 november 2013 heeft de eiseres haar vorderingen toegelicht en verzocht om een uitspraak. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft het verzoek tot ontruiming van het pand in Amsterdam toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis het pand te ontruimen, met uitzondering van zaken die van de eiseres zijn. Tevens is bepaald dat de ontruimingstermijn zes maanden bedraagt, zoals voorgeschreven in artikel 557a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Daarnaast zijn de gedaagden als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 1.208,82, te vermeerderen met de kosten voor de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/552394 / KG ZA 13-1297 SP/LO
Vonnis in kort geding van 11 november 2013
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
BAYER-PENSIONKASSE VERSICHERUNGSVEREIN AUF GEGENSEITIGKEIT,
gevestigd te Leverkusen (Duitsland),
eiseres bij dagvaarding van 24 oktober 2013,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE BEDRIJFSRUIMTE AAN HET ADRES [adres],
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 4 november 2013 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Vervolgens heeft eiseres verzocht vonnis te wijzen. Tegen de niet verschenen gedaagden is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen, met dien verstande dat na te noemen ontruimingstermijn daarbij redelijk voorkomt en dat de herkraaktermijn zal worden gesteld op zes maanden.
2.2.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding €  92,82
- griffierecht 589,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal €  1.208,82, te vermeerderen met de kosten gemaakt voor de in artikel 61 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voorgeschreven advertentie.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis het pand aan [adres] zoals aangegeven op de aan de dagvaarding gehechte productie 2 te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van eiseres zijn,
3.2.
bepaalt dat deze veroordeling binnen de in art. 557a lid 3 Rv genoemde termijn van zes maanden ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
3.3.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.208,82, te vermeerderen met de kosten gemaakt voor de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie.
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2013. [1]

Voetnoten

1.type: LO