Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
527,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vennootschap naar buitenlands recht BAYER-PENSIONKASSE VERSICHERUNGSVEREIN AUF GEGENSEITIGKEIT, gevestigd te Leverkusen, en de gedaagden, die niet verschenen waren. De eiseres had op 24 oktober 2013 een dagvaarding uitgebracht en verzocht om een vonnis te wijzen. Tijdens de zitting op 4 november 2013 heeft de eiseres haar vorderingen toegelicht en verzocht om een uitspraak. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft het verzoek tot ontruiming van het pand in Amsterdam toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis het pand te ontruimen, met uitzondering van zaken die van de eiseres zijn. Tevens is bepaald dat de ontruimingstermijn zes maanden bedraagt, zoals voorgeschreven in artikel 557a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Daarnaast zijn de gedaagden als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres zijn begroot op € 1.208,82, te vermeerderen met de kosten voor de in artikel 61 Rv voorgeschreven advertentie. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. S.P. Pompe, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier.