ECLI:NL:RBAMS:2013:7386
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Korsten - Krijnen
- G.H. Marcus
- A.W.H. Vink
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in civiele procedure tussen Campbell Black Limited en Zwartboek Productie B.V.
In deze civiele procedure tussen Campbell Black Limited en Zwartboek Productie B.V. heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 november 2013 geoordeeld dat zij onbevoegd was om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen. Dit oordeel volgde na een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin was vastgesteld dat de rechtbank achteraf bezien onbevoegd was. De rechtbank kwam terug op alle bindende beslissingen die in een eerder tussenvonnis waren genomen, en verklaarde dat zij niet bevoegd was om de vordering te behandelen. Campbell Black Limited, de eiseres, werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment waren begroot op € 9.030,-. De rechtbank oordeelde dat de gebruikelijke liquidatietarieven van toepassing waren en dat er geen aanleiding was om van deze regel af te wijken, ondanks de verzoeken van Zwartboek om Campbell te veroordelen in de werkelijk gemaakte proceskosten. De rechtbank benadrukte dat het voortzetten van de procedure door Campbell niet als onrechtmatig kon worden aangemerkt, ook al had dit niet geleid tot een gunstig resultaat. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.