In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 oktober 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een staflid bij het VUmc. De zaak betreft een verstoorde werkrelatie tussen het staflid en de leidinggevende, die zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld door verschillende factoren, waaronder cultuurverschillen en gebrekkige communicatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkrelatie onherstelbaar verstoord is geraakt, mede door de opstelling van het staflid en de leidinggevende in het conflict. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vertrouwensrelatie tussen partijen is verdwenen, waardoor een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is.
De kantonrechter heeft in zijn beschikking de feiten en omstandigheden van de zaak uiteengezet, waaronder eerdere gesprekken en rapportages die de verstoorde werkrelatie bevestigen. Het staflid heeft herhaaldelijk ontkend dat er een probleem was, terwijl de leidinggevende en externe deskundigen de situatie als onwerkbaar hebben gekwalificeerd. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat het staflid niet heeft meegewerkt aan het herstel van de werkrelatie, wat heeft geleid tot de beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
Daarnaast heeft de kantonrechter een vergoeding van € 20.000,00 bruto toegekend aan het staflid, rekening houdend met de omstandigheden van het geval, zoals de duur van het dienstverband, de leeftijd van het staflid en de financiële gevolgen van de ontbinding. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, tenzij het verzoek door VUmc wordt ingetrokken. De beschikking is openbaar uitgesproken en de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 november 2013.