Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 10 juli 2013 inhoudende de vordering van [bedrijf 1], met producties;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde], met producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
Vordering en verweer
a. € 6.491,09 aan hoofdsom;
b. € 1.006,14 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 368,15 aan wettelijke rente, berekend tot en met 3 mei 2013;
d. rente over € 6.491,09 vanaf 4 mei 2013;
e. de proceskosten van [bedrijf 1].
Beoordeling
LJNZC2517,
NJ1998, 400) blijkt niet dat de wetgever heeft bedoeld dat deze kosten ook verschuldigd zijn ter zake van andere vorderingen dan die tot schadevergoeding. Voor het overige heeft [bedrijf 1] onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld voor toewijzing van haar vordering tot vergoeding van de expertisekosten op
BESLISSING
- € 5.950,00 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2013 tot aan de voldoening;
- € 700,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
griffierecht € 213,00
explootkosten € 83,71
salaris gemachtigde € 500,00 (2,0 punt × tarief € 250,00)
______
totaal € 796,71
inclusief eventueel verschuldigde BTW;