Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
1.De procedure
- de dagvaardingen tevens houdende incidentele vorderingen jegens [gedaagde 1], Cadenza, [gedaagde 4] en [gedaagde 5], op grond van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en de artikelen 22, 843a en 843b Rv tot overlegging van stukken (het e-mail incident) en een incidentele vordering jegens [gedaagde 1], op de grond van artikel 223 Rv tot een verbod op overtreding dan wel gebod tot naleving van een concurrentiebeding (het concurrentie-incident), met producties,
- de incidentele conclusie van [gedaagde 1], Cadenza en [gedaagde 3] op grond van artikel 222 Rv tot voeging wegens verknochtheid en aanhouding van de hoofdzaak, alsmede op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke handelszaken (EEX-verordening) tot onbevoegdheid en artikel 28 EEX-verordening tot aanhouding in het e-mail-incident (het bevoegdheidsincident) en tot aanhouding in het concurrentie-incident, met producties,
- de incidentele conclusie van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] tot voeging en aanhouding van de hoofdzaak, met een productie,
- de rolbeslissing van 6 februari 2012 en het tussenvonnis van 20 maart 2013 waarbij een comparitie in de incidenten en in de hoofdzaak is gelast,
- de incidentele conclusie van [gedaagde 6] tot voeging en aanhouding van de hoofdzaak, met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord van [gedaagde 6] in de door [gedaagde 1], Cadenza, [gedaagde 3], [gedaagde 4] en [gedaagde 5] opgeworpen incidenten tot voeging en aanhouding (referte), met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord in het voegings-, aanhoudings- en bevoegdheidsincident van Fairstar, met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord in het concurrentie-incident van [gedaagde 1], met producties,
- het proces-verbaal van de op 24 juni 2013 gehouden comparitie van partijen en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
3.De vorderingen
in de hoofdzaak
- te verklaren voor recht dat [gedaagde 1], [gedaagde 3], [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hun taken als bestuurder of commissaris onbehoorlijk hebben vervuld, dat Cadenza is tekortgeschoten in de nakoming van de Service Agreement, althans dat zij allen, met [gedaagde 6], onrechtmatig jegens Fairstar hebben gehandeld en een hoofdelijke veroordeling de nader bij staat vast te stellen door Fairstar geleden schade te vergoeden;
- de nietigheid althans vernietiging van met Cadenza, [gedaagde 3], [gedaagde 4] en [gedaagde 5] gesloten overeenkomsten vast te stellen en veroordeling tot terugbetaling van het uit dien hoofde door Fairstar betaalde;
- afgifte of afschrift door [gedaagde 1], Cadenza, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] van de e-mails die zij in hun bezit of onder hun berusting hebben en nakoming van het artikel 8 van de Combination Agreement (hierna ook: het non-concurrentiebeding) door [gedaagde 1], alles op straffe van verbeurte van een dwangsom.
directly or indirectly or in any way compete with or otherwise be involved in heavy marine transport, transport and installation and logistics (including for the avoidance of doubt by ordering ships); or (ii) poach, approach, entice away or otherwise solicit any employee, client, supplier or other contact of [Fairstar] or [Dockwise],
(a) de onderhavige zaak op de voet van artikel 222 Rv te voegen met de Dockwisezaak en,
4.De beoordeling
Aanhouding in de hoofdzaak
Op 4 september 2012 is Red Box Energy Services LLC (RBES) opgericht. Bestuurder is
5.De beslissing
7 augustus 2013voor conclusie van antwoord in het e-mail incident aan de zijde van [gedaagde 1], Cadenza, [gedaagde 4] en [gedaagde 5],
16 oktober 2013voor conclusie van antwoord.