3.1.Ribank heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht verklaart dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Ribank en deswege hoofdelijk aansprakelijk is voor de vorderingen van Ribank op [bedrijf 2] en [bedrijf 1];
b. [gedaagde] - hoofdelijk - veroordeelt tot betaling aan Ribank van € 370.046,03, te vermeerderen met 10% buitengerechtelijke kosten ad € 37.004,60 over de hoofdsom, de contractuele rente over de hoofdsom en de verzuimrente van 1% per maand te berekenen over de hoofdsom tot aan de dag der algehele voldoening;
c. [gedaagde] - hoofdelijk - veroordeelt tot betaling aan Ribank van € 218.184,39, te vermeerderen met 10% buitengerechtelijke kosten ad € 21.818,43 over de hoofdsom, de contractuele rente over de hoofdsom en de verzuimrente van 1% per maand te berekenen over de hoofdsom tot aan de dag der algehele voldoening;
d. [gedaagde] uit hoofde van de borgstellingsovereenkomst veroordeelt tot betaling aan Ribank van het bedrag van € 200.000,-, te vermeerderen met 10% buitengerechtelijke kosten ad € 20.000,- over de hoofdsom, te vermeerderen met de contractuele rente over de hoofdsom en te vermeerderen met de verzuimrente van 1% per maand te berekenen over de hoofdsom tot aan de dag der algehele voldoening, welke betaling in mindering zal strekken op de vordering van Ribank op [bedrijf 2] en [bedrijf 1]
e. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de BTW over de gevorderde buitengerechtelijke kosten,
f. [gedaagde] - hoofdelijk - veroordeelt in de proceskosten en de beslagkosten.