Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eisers],
1.[gedaagden],
1.De procedure
- de dagvaarding van [eisers] van 10 juli 2012 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van [gedaagden] met producties;
- het tussenvonnis van 2 januari 2013;
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eisers] (abusievelijk is deze conclusie niet vermeld in het hieronder genoemde proces-verbaal);
- het proces-verbaal van descente en van comparitie (verder: de zitting) gehouden op 17 mei 2013 alsmede de daarin genoemde stukken: de brief van mr. Froon van 14 mei 2013 met een productie en de brief van mr. Emmen van 16 mei 2013 met een productie.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
6.De beoordeling in conventie en in reconventie
7.De verdere beoordeling in reconventie
Dichten van gaten in steunbeer, muur -3-
enonder de muur ligt. De muur alsmede de steunberen en de fundering beschouwt de rechtbank, nu ook door partijen niet anders is betoogd, als één geheel. Tussen partijen is niet in geschil dat de erfgrens evenwijdig loopt aan de buitenkant van de muur, in die zin dat de muur volledige op grond staat die in eigendom is van [gedaagden] Nu de fundering onder de muur en de steunberen (op grond in eigendom van [eisers]) ligt loopt de erfgrens dus onder de fundering door. Dat betekent dat de muur (en daarmee de steunberen) mandelig is in de zin van bovengenoemd artikel, zodat er sprake is van gemeenschappelijk eigendom en niet van natrekking in de zin van artikel 5: 20 lid 1 onder e BW. Van inbreuk op het eigendomsrecht, zoals [gedaagden] stelt, is derhalve geen sprake. Voor het geval [gedaagden] zijn vordering heeft willen baseren op artikel 5: 67 lid 1 BW, het toebrengen van nadeel aan een mandelige muur, geldt het volgende.
8.De beoordeling van de proceskosten
in conventie
€ 1.267,59 en bestaan uit:
9.De beslissing
€ 500,- per keer dat [gedaagden] deze veroordeling niet nakomt, met een maximum van
€ 10.000,-;