In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderde Gambro Lundia AB (hierna: Gambro) dat de inschrijving van Dirinco B.V. (hierna: Dirinco) ongeldig zou worden verklaard en dat de gunning van de opdracht voor het leveren van nierdialyse machines aan Dirinco zou worden teruggedraaid. De zaak betreft een aanbestedingsprocedure die door het Academisch Medisch Centrum (hierna: AMC) is gestart voor de levering van apparatuur voor de afdeling Intensive Care. Gambro stelde dat de machine van Dirinco niet voldeed aan de eisen zoals geformuleerd in het Programma van Eisen en Wensen, en dat AMC onzorgvuldig handelde door de opdracht aan Dirinco te gunnen.
Tijdens de zitting op 16 september 2013 werd het verzoek van Dirinco om tussen te komen in de procedure toegestaan, omdat zij voldoende belang had bij de uitkomst. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van Gambro en de verweren van AMC en Dirinco gehoord. Gambro voerde aan dat de machine van Dirinco niet voldeed aan verschillende technische eisen, waaronder de eis van een proportionele koppeling tussen citraatflow en bloedflow, en dat de machine niet over een CE-certificaat beschikte.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de inschrijving van Dirinco voldeed aan de gestelde eisen en dat er geen reden was om de inschrijving ongeldig te verklaren. De rechter concludeerde dat de machine van Dirinco, hoewel deze op een andere manier functioneerde dan die van Gambro, aan de eisen voldeed. De vorderingen van Gambro werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gunning aan Dirinco onmiddellijk kon worden uitgevoerd, ondanks het feit dat Gambro in hoger beroep kon gaan.