Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
5.De beslissing
USD 6.307.976,41 (zes miljoen driehonderdzevenduizendnegenhonderdzesenzeventig Amerikaanse dollars en éénenveertig dollarcent),
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) een kort geding aangespannen tegen Evergreen International Airlines, Inc. (Evergreen) met als doel betaling van openstaande facturen en de afgifte van een vliegtuigmotor. De procedure vond plaats op 1 oktober 2013, waarbij KLM vorderingen indiende ter waarde van USD 6.307.976,41, voortvloeiend uit een onderhoudsovereenkomst en lease-overeenkomsten. KLM stelde dat Evergreen meerdere facturen onbetaald had gelaten en dat er spoedeisend belang was bij de toewijzing van de vorderingen, gezien de financiële situatie van Evergreen.
Evergreen voerde verweer aan, stellende dat de vorderingen niet geschikt waren voor kort geding en dat KLM te lang had gewacht met het indienen van de vorderingen. Evergreen betwistte niet de verplichting tot afgifte van de motor, maar stelde dat deze motor onderdeel uitmaakte van een vliegtuig dat zich bij een onderhoudsbedrijf in China bevond, en dat zij niet in staat was om aan een veroordeling tot afgifte te voldoen. De voorzieningenrechter oordeelde dat KLM voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen, ondanks de verweren van Evergreen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat KLM recht had op betaling van de openstaande facturen, aangezien Evergreen het bestaan en de omvang van deze vorderingen erkende. De vordering tot afgifte van de motor werd echter afgewezen, omdat de motor zich in een situatie bevond waarin afgifte niet mogelijk was zonder in strijd te handelen met een vonnis van een Amerikaanse rechter. Evergreen werd veroordeeld in de proceskosten, en KLM kreeg de vordering tot betaling toegewezen.