Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
AFDELING PRIVAATRECHT TEAMS KANTON
515
[eiseres]
de besloten vennootschap met beperkt aansprakelijkheid KOP OF MUNT B.V.,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 26 april 2013 inhoudende de vordering van [eiseres], met producties;
- de conclusie van antwoord van Kop of Munt met producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Op het [team] van [datum] werd mij het besluit meegedeeld dat [naam 2] ontslagen zou worden. (..) In vind dit besluit niet integer, dat heb ik tijdens het overleg duidelijk gemaakt. Ik heb gezegd dat ik weg zou gaan als jullie [naam 2] ontslaan. Voor zover ik weet is dat nog niet gebeurd.
Ik heb vanavond aan mijn teamleden verteld dat er een verschil van mening is tussen mij en de directie en dat mijn langste tijd bij Kop of Munt er naar alle waarschijnlijkheid op zit. Ik heb benadrukt dat ze voor een mooi bedrijf werken en goed voor elkaar en de klanten moeten zorgen. Ik hoor wel of ik maandag nog welkom ben op kantoor. (..)"
Als je het hier bij gelaten hebt, dan ben je natuurlijk welkom."
Wij stellen vast dat er tussen u (directieleden) en werknemer een diepgaand verschil van mening bestaat over wat er kan worden gerekend tot discussies (tussen [team] en directie) van normale en professionele aard (zoals gesteld in het 2e verweer van werknemer). Hieruit blijkt naar onze mening ook helder het verschil van inzicht tussen partijen over het te voeren beleid en over de wijze waarop afwijkende standpunten in overleggen aan de orde worden gesteld. Gezien de functie van werknemer is het niet aan haar om het beleid te bepalen. Als medewerker in de organisatie heeft zij zich naar onze mening te schikken naar het door de directie bepaalde strategische doelstellingen/beleid en de wijze waarop men dat wil realiseren. Uit de stukken is voldoende gebleken dat werknemer zich daar keer op keer niet in kon vinden, zich er tegen heeft verzet en heeft geprobeerd op haar manier de directie van haar gelijk te overtuigen. Uiteindelijk is dit geëscaleerd na het laatste incident en is dit voor u de laatste druppel geweest. Voor ons is duidelijk dat het verschil van inzicht tussen partijen over hoe de organisatie moet worden gerund, zo ernstig is dat gesproken kan worden van een duurzaam en ernstig verstoorde arbeidsrelatie. Daar hebben de acties van werknemer om, tegen haar geheimhoudingsplicht in, de onenigheid tussen haar en de directie aan haar teamleden en klantenkring kenbaar te maken, een doorslaggevende factor gevormd. Hiermee staat voor ons vast dat tussen u en werknemer niet langer van een gezonde, werkzame relatie sprake kan zijn. (..)"