Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagden],
[gedaagden],
[gedaagden],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 januari 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 11 juni 2013, met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
vorderingen I tot en met X, met uitzondering van vordering V
- [naam 1] had al bijna 10 jaar een affectieve relatie met [eiser], met wie zij in haar woning samenwoonde,
- een paar maanden daarvoor hadden [naam 1] en [eiser] een samenlevingsovereenkomst gesloten,
- [naam 1] had drie kinderen ([gedaagden]), die zonder testament haar enige erfgenamen zouden zijn.
- [eiser] had, tijdens een vakantie van [naam 1] in [land] in de tweede week van maart 2012, een oude vriendin ontmoet en daar gelogeerd,
- [eiser] heeft sindsdien niet meer in de woning overnacht, althans – volgens [eiser] – nog slechts één keer,
- uit de in het geding gebrachte aantekeningenboekjes van [naam 1] komt het beeld naar voren dat [naam 1] geen reële verwachting meer had dat [eiser] de relatie met haar zou herstellen en de situatie als een definitieve breuk met [eiser] ervoer.
€ 904,00(2 x € 452,--)