Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2013.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door D.J.H. Dijkstra, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag van 16 januari 2013 bij de minister van Veiligheid en Justitie. Eiser heeft de rechtbank verzocht om vast te stellen dat verweerder een dwangsom heeft verbeurd wegens het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen, aangezien de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag op 13 maart 2013 verstreken was. Eiser heeft verweerder op 14 maart 2013 in gebreke gesteld en een termijn van twee weken gegeven om alsnog een besluit te nemen. Aangezien verweerder tot de datum van de uitspraak geen besluit had genomen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen en heeft bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag verbeurt voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat verweerder in totaal een dwangsom van € 1.260,- heeft verbeurd door het niet tijdig beslissen op de aanvraag. Daarnaast is de wettelijke rente toegewezen vanaf 7 juli 2013, en is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 160,- en de proceskosten van € 118,- aan eiser. De uitspraak is gedaan door mr. P.H.A. Knol op 20 september 2013.