Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 4],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
2.034,00(4,5 punt × tarief € 452,00)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, ging het om een geschil over de beëindiging van een muziekuitgave-overeenkomst tussen Nanada Music B.V. en de gedaagden. De rechtbank had eerder in een tussenvonnis van 9 mei 2012 geoordeeld dat Nanada c.s. niet naar behoren had voldaan aan haar verplichtingen tot promotie en exploitatie van muziekwerken van de gedaagden. Nanada c.s. werd toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. In het vonnis van 4 september 2013 kwam de rechtbank deels terug op haar eerdere uitspraak naar aanleiding van een beroep op verjaring door Nanada c.s. De rechtbank oordeelde dat voor de beoordeling van de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, alleen de periode van 25 augustus 2005 tot 25 augustus 2010 relevant was. Het tegenbewijs dat Nanada c.s. had geleverd, werd door de rechtbank als onvoldoende beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat Nanada c.s. in deze periode tekort was geschoten in haar verplichtingen, waardoor de gedaagden de overeenkomsten rechtsgeldig per 25 augustus 2010 buitengerechtelijk hadden ontbonden. De rechtbank wees de vorderingen van Nanada c.s. af en veroordeelde haar in de proceskosten.