Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
vervolgingvan de opgeëiste persoon, in verband met het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan 5 naar het recht van België strafbare feiten.
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, lid 1 OLW
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Substituut procureur des Konings te Antwerpen (België) ten behoeve van het in België tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht, met uitzondering van het zestiende feit zoals omschreven in de brief van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 26 juli 2013.
[opgeëiste persoon]aan de Substituut procureur des Konings te Antwerpen (België) voor zover het EAB betrekking heeft op het zestiende feit zoals omschreven in de brief van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 26 juli 2013.