In deze jeugdzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 september 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1994, die betrokken was bij een gewelddadige overval op een restaurant in Amsterdam op 1 mei 2012. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen, met gebruik van een nepvuurwapen, geweld heeft gebruikt tegen de slachtoffers en hen heeft bedreigd om een geldbedrag van in totaal 4.300 euro te stelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 20 maanden jeugddetentie, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en heeft daarbij een proeftijd van 2 jaar vastgesteld. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht en begeleiding door de William Schrikker Groep. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen [D] en [E] toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding voor immateriële schade. De rechtbank heeft de vordering van benadeelde partij [C] niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze een onevenredige belasting van het strafgeding opleverde. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit een voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.