Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
ruling on imposing coercive measure arrest, 31 October 2012 No. KP 6687-908 of Vilnius city District Court No. 1 in the case No. 38-1-00055-12.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
- onderzoek en vervolging reeds in Litouwen een aanvang heeft genomen
- bewijs zich in Litouwen bevindt
- slechts een deel van de feiten op Nederlands grondgebied zijn gepleegd
- mededaders ook in Litouwen worden vervolgd
- Litouwen heeft aangegeven zelf te willen vervolgen door het uitvaardigen van het EAB
De verdovende middelen zijn in Litouwen ingevoerd.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 11 OLW
De aangevraagde persoon ontving in verband met het gezin van in geheel 6 personen op 24 oktober 2002 onder het dossiernummer [nummer], van de deelstaat Nordrhein-westfalen een toezegging voor de opname in het kader van de Joodse immigratieprocedure vanuit landen van de voormalige Sovjet-Unie. In het jaar 2003 reisde de heer [opgeëiste persoon] als ‘zogenoemde’ contingent-vluchteling, in analoge toepassing van de Wet over maatregelen voor in het kader van humanitaire hulpacties opgenomen vluchtelingen (…) naar Duitsland. Joodse immigranten genieten sinds het in kracht treden van de Wet over de immigratie (‘Zuwanderungsgesetz’) op 1 januari 2005 niet de rechterlijke positie van een contingent-vluchteling, zodat een verbod van uitzetting conform artikel 33 van de vluchtelingenconventie van Geneve (‘GFK’) resp. diens omzetting in de Wet over het verblijf (‘Aufenthaltsgesetz’) niet automatisch ten behoeve van hun ingrijpt’.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9 OLW
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
the Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen) ten behoeve van het in Litouwen tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.