ECLI:NL:RBAMS:2013:5113
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.R. van Kerkwijk
- R.A. Sipkens
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende bewijsvoering in boeterapport bij overtreding Wet arbeid vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 mei 2013 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, dat betrekking had op een boete die was opgelegd op basis van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De rechtbank heeft vastgesteld dat het boeterapport enkel was gebaseerd op waarnemingen die waren vastgelegd in een proces-verbaal van bevindingen. Er ontbrak echter cruciaal bewijsmateriaal, zoals een verklaring van de betrokken vreemdeling en getuigen, alsook een kopie van de door de verbalisant genoemde bon. Dit gebrek aan bewijs leidde de rechtbank tot de conclusie dat de bewijsvoering en de onderbouwing van het sanctiebesluit onvoldoende waren.
De rechtbank benadrukte dat, aangezien het hier gaat om een punitieve sanctie, er strenge eisen gesteld moeten worden aan de bewijsvoering van de overtreding en de motivering van het sanctiebesluit. De waarnemingen van de verbalisant waren niet voldoende om te concluderen dat er sprake was van arbeid. Eiseres was hierdoor niet in staat om adequaat verweer te voeren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 472,- en moest het door eiseres betaalde griffierecht van € 156,- worden vergoed.
De rechtbank heeft de partijen geïnformeerd dat zij binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep kunnen instellen. Tegen deze uitspraak staat derhalve hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.