ECLI:NL:RBAMS:2013:5067

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2013
Publicatiedatum
14 augustus 2013
Zaaknummer
13/650015-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot (alsnog) verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 25 juni 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot (alsnog) verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1990, was eerder ter beschikking gesteld onder voorwaarden en verbleef op dat moment in een PPC. De rechtbank heeft deskundigen van FPK gehoord over de motivering van de afwijzing om de terbeschikkinggestelde op te nemen in de kliniek. De rechtbank overweegt dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden ten uitvoer kan worden gelegd in een FPC, zoals blijkt uit de relevante wetgeving. De rechtbank heeft besloten dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dient plaats te vinden in een FPC dat expertise heeft op het gebied van autisme-spectrum stoornissen.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling gewijzigd. De terbeschikkinggestelde moet zich onder toezicht van de reclassering stellen en zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering. Daarnaast zijn er specifieke voorwaarden gesteld met betrekking tot zijn verblijf in de FPC, medewerking aan het behandelprogramma, en het gebruik van medicatie. De rechtbank benadrukt het belang van voortvarendheid in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, gezien zijn jeugdige leeftijd en de complexiteit van zijn problematiek.

De beslissing is genomen in openbare raadkamer en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De rechtbank heeft de Reclassering Nederland opgedragen om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen bij het naleven van de voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/650015-12
BESCHIKKING
op de op 3 december 2012 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 3 december 2012 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [plaats] op [geboortedag] 1990,
thans verblijvende in PPC [locatie],
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 17 juli 2012 ter beschikking werd gesteld onder voorwaarden en wiens voorlopige verpleging bij bevel van de rechter-commissaris d.d. 4 december 2012 werd bevolen.
De inhoud van de vordering
De vordering van de officier van justitie strekt tot (alsnog) verpleging van overheidswege.
De procesgang
De rechtbank heeft op 22 maart 2013 de behandeling van de zaak aangehouden teneinde de deskundigen van FPK [locatie 1] te horen over de motivering van de afwijzing de terbeschikkinggestelde op te nemen in de kliniek.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 22 mei 2013 uitgebrachte voortgangsverslag TBS van Toezicht Unit & Interventie [plaats] namens Reclassering Nederland.
  • de op 26 februari 2013 en 1 maart 2013 op grond van artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte aanvullende rapporten van de psycholoog [A], respectievelijk de psychiater [B], beiden niet verbonden aan de inrichting waarin de terbeschikkinggestelde verblijft, strekkende tot het ongewijzigd blijven van het eerder gegeven advies om betrokkene de noodzakelijk geachte behandeling in het kader van TBS met voorwaarden te bieden.
  • Maatregelrapport d.d. 4 januari 2013 van de Reclassering Nederland.
  • Herindicatiestelling d.d. 4 januari 2013 van IFZ.
  • Voorgeleidingsconsult d.d. 4 december 2012 van psychiater [C].
  • Melding bijzonder voorval / Retourzending d.d. 3 december 2012.
De rechtbank heeft op 11 juni 2013 de behandeling van de zaak voortgezet en de officier van justitie mr. N.M. Lemmers, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. J.J. Lieftink, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundigen [D], verbonden aan FPK [locatie 1] en [B] en [A], beiden verbonden aan het NIFP, in openbare raadkamer gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Aan genoemd voortgangsverslag d.d. 22 mei 2013 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Sinds de opname in de FPK [locatie 2] komt een ander delictscenario naar voren. In tegenstelling tot eerdere verklaringen zou betrokkene niet depressief zijn geweest, maar zijn delict bewust hebben gepland. Betrokkene is teleurgesteld omdat de behandeling lang op zich laat wachten. Hij vraagt zich af of hij eerder met een behandeling zou kunnen starten als hij nu een terbeschikkingstelling met dwangverpleging zou accepteren.
Hij geeft aan dat het goed met hem gaat in het PPC te Amsterdam en ontvangt bezoek van zijn ouders en vrienden.
Aan genoemd rapport van psycholoog [A] d.d. 26 februari 2013 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Onderzoeker ziet geen reden tot wijziging in de diagnostiek en blijft bij de eerder geadviseerde verminderde toerekeningsvatbaarheid. Gezien het feit dat betrokkene first offender is, er nog niet eerder intensieve hulpverlening is ingezet en betrokkene een hulpvraag heeft voor behandeling blijft rapporteur van mening dat opnieuw behandeling zou moeten worden opgestart in het kader van een terbeschikkingstellling met voorwaarden. Mocht geen kliniek betrokkene willen opnemen, dan rest niets anders dan hem een terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen.
Aan genoemd rapport van psychiater [B] d.d. 1 maart 2013 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Na onderzoeksgesprekken van januari/februari 2013 staat rapporteur nog steeds achter de eerdere diagnostische conclusies. Betrokkene heeft een langdurige behandeling nodig in een setting met een hoog beveiligingsniveau. Rapporteur en mederapporteur zijn van oordeel dat FPK [locatie 1] geschikt zou kunnen zijn. Als blijkt dat het behandelteam van de Woenselse Poort hun kliniek niet geschikt vindt zijn er geen andere FPK’s met de nodige expertise. In dat geval wordt geadviseerd om betrokkene te laten behandelen in een FPC in het kader van een TBS met dwangverpleging.
Aan genoemd maatregelrapport d.d. 4 januari 2013 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
De opdracht was een maatregelrapport te schrijven met vernieuwde voorwaarden voor als de terbeschikkingstelling met voorwaarden gehandhaafd blijft. Betrokkene heeft goed contact onderhouden met de reclassering en zich gehouden aan de voorwaarden. Door zijn complexe problematiek, hernieuwde inzichten in de opbouw naar het delict en het beveiligingsniveau wat hij nodig heeft is door de FPK [locatie 2] besloten de behandeling te stoppen. De reclassering heeft het IFZ gevraagd opnieuw een indicatiestelling te doen om te kijken of er een andere kliniek is waar betrokkene behandeld en beveiligd kan worden. Het NIFP/IFZ is van mening dat plaatsing binnen een forensische behandelsetting in de GGZ onvoldoende garanties biedt om het delict recidivegevaar te beperken.
Aangezien er geen forensische behandelklinieken zijn, waar betrokkene in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden behandeld kan worden, kan de reclassering geen hernieuwde voorwaarden opstellen.
Aan genoemde herindicatiestelling d.d. 4 januari 2013 kan het volgende worden ontleend, zakelijk weergegeven:
Het NIFP/IFZ is in de situatie van betrokkene van mening dat een voorwaardelijk kader een te groot delict recidive risico met zich meebrengt.
Aan voornoemde melding bijzonder voorval / retourzending d.d. 3 december 2012 wordt het volgende ontleend:
Het FPK te [locatie 2] heeft op 29 oktober 2012 aangegeven de behandeling te zullen beëindigen. Door de zorgintensiteit die nodig is vanwege het delictrisico is binnen het FPK alleen de crisisunit adequaat. Deze voorziet in structuur en overzicht die voor betrokkene van belang zijn, maar biedt geen behandeling. Het FPK schat een lange behandelduur in die in een op autisme gespecialiseerde forensische psychiatrische setting zou moeten plaatsvinden. Deze behandeling kan de FPK niet bieden. Geadviseerd wordt een vordering tot (voorlopige) dwangverpleging in te dienen en betrokkene over te brengen naar een PPC.
Aan genoemd voorgeleidingsconsult d.d. 4 januari 2012 kan het volgende worden ontleend, zakelijk weergegeven:
Geadviseerd wordt om betrokkene in het PPC Amsterdam te plaatsen en over hem middels een dubbel onderzoek (psychiater en psycholoog) te laten rapporteren of het mogelijk is om de terbeschikkingstelling met voorwaarden voort te zetten en zo ja, onder welke voorwaarden. Daarnaast wordt geadviseerd om de reclassering ook te laten rapporteren.
De rechtbank overweegt, aansluitend bij zowel de Officier van Justitie als de raadsman op zitting, dat, anders dan in enkele adviezen beschreven, de wet wel degelijk toestaat dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden ten uitvoer wordt gelegd in een FPC, nu uit artikel 38a lid 1 Sr jo art 4 lid 1 sub d en e Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden niet anders begrepen kan worden. De NIFP-rapporteurs hebben op zitting geadviseerd deze mogelijkheid, mocht zij bestaan, te benutten. Qua beveiligingsniveau en behandelomgeving in relatie met de verwachte behandelduur wordt dit het meest geschikte voorzieningenniveau geacht, terwijl de meewerkende houding van betrokkene het voorwaardelijk kader nog steeds rechtvaardigt. Daarbij komt dat betrokkene de voorwaarden tot nu toe niet heeft overtreden en dat ook de gevaarlijkheid niet als hoger dan tijdens de veroordeling wordt ingeschat. De rechtbank betreurt dat de behandeling door voornoemde omstandigheden is vertraagd en hecht er daarom aan dat betrokkene zo spoedig mogelijk in een FPC met kennis van autisme wordt opgenomen, mede vanwege zijn jeugdige leeftijd. Omwille van deze gewenste voortvarendheid en omdat betrokkene zijn vertrouwen heeft uitgesproken in deze inrichting – hetgeen gezien zijn laatste ervaring niet van belang is ontbloot – zal de rechtbank in de voorwaarden de FPC [locatie 3], die expertise heeft op het gebied van autisme-spectrum stoornissen en een voldoende beveiligingsniveau heeft, aanwijzen voor een klinische opname.
Gelet op voormelde adviezen en het verhandelde in raadkamer wijzigt de rechtbank de voorwaarden.
Beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af en bepaalt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [terbeschikkinggestelde] voornoemd dient plaats te vinden onder de volgende voorwaarden:
Algemeen
1.
betrokkene stelt zich onder toezicht van de reclassering en zal zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen door of namens deze instelling aan hem te geven;
2.
betrokkene pleegt gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling met voorwaarden geen strafbare feiten;
3.
betrokkene verleent medewerking aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijk opgestelde opsporingsbeleid ten aanzien van TBS-gestelden.
Bijzonder
4.
betrokkene verblijft in de FPC [locatie 3] te [plaats] en zal zijn medewerking verlenen aan het voor hem opgestelde behandelprogramma;
5.
betrokkene zal niet zonder toestemming van de reclassering en de FPC [locatie 3] van woonadres veranderen;
6.
betrokkene houdt zich aan de voorwaarden en afspraken hem gesteld door of namens de FPC [locatie 3]. Hij is bereid zijn dagelijks functioneren bespreekbaar te maken en zich begeleidbaar op te stellen. Tevens zal verdachte inzicht geven in zijn belevingswereld;
7.
betrokkene is bereid de medicatie te gebruiken die hem door zijn behandelend arts wordt voorgeschreven;
8.
betrokkene verleent zijn medewerking aan het vervolgtraject dat aan dient te sluiten op de klinische behandeling. Dit kan inhouden: ambulante of deeltijd behandeling of verblijf in een instelling voor begeleid (zelfstandig) wonen en het zich houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering opstelt;
9.
betrokkene accepteert begeleiding bij de keuze van school, opleiding en/of werk;
10.
betrokkene is bereid derden bij zijn behandeling te betrekken;
11.
tenzij anders is afgesproken vinden verloven in overleg met de FPC [locatie 3] en de reclassering en onder begeleiding plaats. Het is betrokkene zonder toestemming van de reclassering en de FPC [locatie 3] niet toegestaan elders te overnachten;
12.
betrokkene geeft de reclassering toestemming om referenten te raadplegen. Tevens staat hij toe dat omtrent hem afstemming plaatsvindt tussen [locatie 3] en de reclassering.
13.
De rechtbank draagt Reclassering Nederland op betrokkene hulp en steun te verlenen bij het naleven van voornoemde voorwaarden.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. P. Sloot en M.J.F. van der Wolf, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Mol, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2013.