Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- [X] werd door verdachte gedreven en volgens zijn eigen verklaring heeft geen andere persoon een rol gespeeld binnen die onderneming;
- verdachte was volgens zijn eigen verklaring de persoon die de facturen van [X] opmaakte, dan wel liet opmaken;
- de factuur bevat het logo en het KvK-nummer van [X] en vermeldt het nummer van de door de verdachte op 20 maart 2001 nieuw geopende bankrekening [rekeningnummer 2], waarop nog niet eerder stortingen door derden waren verricht, zodat dit rekening nummer niet uit dien hoofde bij anderen bekend was;
- het gefactureerde bedrag van ƒ 238.000,- (inclusief BTW) is op 1 augustus 2001 door middel van een telefonische overboeking op deze rekening gestort;
- het bedrag van ƒ 238.000,- (inclusief BTW) is op 3 augustus 2001 naar aanleiding van een verzoek van verdachte van 2 augustus 2001 naar een door verdachte geopende bankrekening [rekeningnummer 3] van een bedrijf waarin hij een belang had, overgeboekt;
- verdachte verklaart dat hij zich van deze transacties helemaal niets weet te herinneren;
- niet is gebleken dat iemand anders dan verdachte de factuur heeft opgemaakt.
5.Bewezenverklaring
- het maken en aanpassen van diverse tekstvoorstellen voor een verkoopbrochure inzake bovengenoemd project;
- het vertalen in het Duits van bovengenoemde brochure en begeleidend schrijven;
- het begeleiden van diverse presentaties aangaande het project [project];
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
100 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast van
50 dagen.