ECLI:NL:RBAMS:2013:4514

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
22 juli 2013
Zaaknummer
1423577 EA VERZ 13-453
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verzoek tot wijziging van een handelsnaam onder de Handelsnaamwet

In deze zaak heeft L.A. Law B.V., een praktijkvennootschap van een advocaat gevestigd te Utrecht, een verzoek ingediend om de handelsnaam van een Amsterdamse advocaat te verbieden. De kantonrechter heeft op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in deze kwestie. L.A. Law B.V. stelde dat de naam van de Amsterdamse advocaat, die onder de naam [bedrijfsnaam 2] opereert, verwarring kan veroorzaken bij het publiek, omdat beide partijen vergelijkbare diensten aanbieden en de namen qua uiterlijk en klank op elkaar lijken. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er geen verwarring te duchten valt, omdat de Amsterdamse advocaat haar praktijk niet onder de naam L.A. Law B.V. voert, maar onder een andere naam. De rechter heeft vastgesteld dat L.A. Law B.V. wel degelijk een handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet voert, maar dat de naam van de Amsterdamse advocaat en de bijbehorende stichting niet voldoende op elkaar lijken om verwarring te veroorzaken. Het verzoek van L.A. Law B.V. is afgewezen, en de rechtbank heeft L.A. Law B.V. veroordeeld in de proceskosten van de Amsterdamse advocaat, vastgesteld op € 3.000,- exclusief btw. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer: 1423577 EA VERZ 13-453
Beschikking van: 11 juli 2013
481

Beschikking van de kantonrechter ex artikel 6 Handelsnaamwet

I n z a k e
1.
L.A. LAW B.V.
gevestigd te Utrecht
nader te noemen L.A. Law
2.
[bedrijfsnaam]
gevestigd te [plaats]
verzoeksters
gemachtigde: mr. V.O. Agterberg
t e g e n
[verweerster]
wonende te [woonplaats]
verweerster
nader te noemen [verweerster]
procederende voor zich als advocaat

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

L.A. Law heeft op 9 april 2013 een verzoek ingediend dat strekt tot het wijzigen van een verboden handelsnaam.
[verweerster] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 24 juni 2013. L.A. Law B.V. is verschenen bij [naam 1], bijgestaan door de gemachtigde. [verweerster] is in persoon verschenen.
Partijen hebben hun standpunten ter zitting toegelicht. Na verder debat is een datum voor beschikking bepaald.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan:
[naam 1] is advocaat van beroep en voert, middels een praktijkvennootschap, tezamen met[naam 2] de praktijk uit onder de naam [bedrijfsnaam] advocaten. Die praktijk is gevestigd te [plaats].
de naam van de onder a bedoelde praktijkvennootschap is L.A. Law B.V., sinds 1993 gevestigd te Utrecht. De aandelen van L.A. Law B.V. worden gehouden door Maarlaer Beheer B.V.; van laatstgenoemde vennootschap is [naam 1] enig aandeelhouder.
[verweerster] voert sinds 1 januari 2012 de advocatenpraktijk uit in [plaats 1], in de rechtsvorm van een eenmanszaak. Zij handelt daarbij onder de naam[bedrijfsnaam 2]
[verweerster] is bestuurder van de Stichting Beheer Derdengelden [bedrijfsnaam 2]

Verzoek en verweer

2.
Verzoekers vragen de kantonrechter om [verweerster] te bevelen om de handelsnaam en domeinnaam en de naam van de Stichting [bedrijfsnaam 2] zodanig te wijzigen, dat daarin niet voorkomen het woord/de woorden L.A. en Law, noch woorden/letterverbindingen die daarmee in hoofdzaak overeenstemmen, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [verweerster] in de kosten van dit geding.
3.
Ter onderbouwing van haar verzoek heeft L.A. Law aangevoerd dat de tenaamstelling van LA.Law verwarring oplevert voor het publiek en binnen de branche waarop beide actief zijn. L.A. Law en [bedrijfsnaam 2] voeren dezelfde activiteiten uit; de aard van de ondernemingen is gelijk, te weten het voeren van een advocatenpraktijk. Niet alleen lijken de tenaamstellingen qua uiterlijk op elkaar, ze zijn ook fonetisch gelijk. Die verwarring heeft zich ook voorgedaan. L.A. Law is meerdere keren door de media gebeld voor een interview over een dossier, dat in behandeling bleek te zijn bij [verweerster].
4.
Ook is [verweerster] bestuurder van de Stichting [bedrijfsnaam 2] en gebruikt zij de domeinnaam[site 1]. Dit leidt eveneens tot verwarring bij het publiek.
5.
[verweerster] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer zal, voor zover van belang, in het hierna volgden worden besproken en beoordeeld.

Beoordeling

6.
Als meest vergaande verweer heeft [verweerster] aangevoerd dat L.A. Law geen handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet voert, omdat zij onder die naam niet naar buiten treedt, doch dat doet onder de naam [bedrijfsnaam] advocaten. Onder laatstgenoemde naam wordt de advocatenpraktijk uitgeoefend, die naam staat op het briefpapier en de domeinnaam van het kantoor is
[site], aldus [verweerster].
7.
De kantonrechter volgt [verweerster] niet in dit verweer. Naar zijn oordeel is aan de voorwaarde voldaan dat onder de naam “L.A. Law B.V.” een onderneming wordt gedreven, nu is gebleken dat de naam feitelijk gebruikt wordt ter onderscheiding van de onderneming. Voorts heeft L.A. Law in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat zij onder die naam deelneemt aan het economisch verkeer en bij derden bekend is. Zij heeft haar algemene voorwaarden overgelegd, alsmede een aantal brieven van derden die gericht zijn aan “L.A. Law B.V.” Daarmee komt haar, naar het oordeel van de kantonrechter, de bescherming van de Handelsnaamwet toe.
8.
Geoordeeld wordt dat de naam [bedrijfsnaam 2]slechts in geringe mate afwijkt van L.A. Law B.V.
9.
Beantwoord moet dan worden de vraag of bij het publiek verwarring te duchten is tussen de ondernemingen, in verband met de aard en de plaats, waar zij gevestigd zijn. De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend. Daarbij is van belang dat [naam 1] de advocatenpraktijk niet voert onder de naam “L.A. Law B.V. “, doch (tezamen met[naam 2]) onder de naam [bedrijfsnaam] advocaten. Onder die naam worden cliënten bediend, gaan er brieven uit en worden er processtukken ingediend. Daaraan doet niet af dat de cliënten van [naam 1] de declaratie moeten betalen op een bankrekening die op naam van L.A. Law staat. Eveneens doet daaraan niet af dat er instanties zijn die facturen op naam van L.A. Law sturen of dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekering (van [naam 1]) op naam van L.A. Law B.V. is gesteld. Deze zaken kunnen immers niet tot de conclusie leiden dat er bij het publiek verwarring kan ontstaan. Hier komt nog bij dat [verweerster] haar praktijk in [plaats 1] voert, en niet in Utrecht of in de onmiddellijke omgeving daarvan.
10.
Ten aanzien van de naam van verzoekster sub 2 en de Stichting [bedrijfsnaam 2] heeft te gelden dat deze geenszins op elkaar lijken, zodat reeds op die grond verwarring bij het publiek niet te vrezen valt.
11.
Uit al het bovenstaande volgt dat de vorderingen van verzoeksters moeten worden afgewezen.
12.
Gelet op de afloop van het geding worden verzoeksters veroordeeld in de proceskosten. Deze zullen worden vastgesteld op de voet van artikel 1019h Rv. Dat betekent dat de kosten van [verweerster] vergoed dienen te worden, voor zover deze redelijk en evenredig zijn en de billijkheid zich daartegen niet verzet. Op dat punt heeft L.A. Law bezwaar gemaakt tegen het aantal uren dat besteed is aan bestudering van het dossier, onderzoek naar literatuur en rechtspraak, alsmede het aantal uren voor het opstellen van het verweerschrift.
13.
De kantonrechter acht een kostenvergoeding van € 3.000,- (exclusief btw) redelijk en evenredig. Tot betaling van dat bedrag zullen verzoeksters worden veroordeeld. Voor een veroordeling in nakosten bestaat onvoldoende aanleiding.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
veroordeelt verzoeksters in de proceskosten, aan de zijde van [verweerster], vast te stellen op € 3.000,-, exclusief eventueel verschuldigde btw;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juli 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter