ECLI:NL:RBAMS:2013:4300

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2013
Publicatiedatum
15 juli 2013
Zaaknummer
C/13/527432 / HA ZA 12-1215
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie door Tros over Memon producten en celstress

In deze zaak vorderde Memon Bionic Instruments GmbH, een Duits bedrijf dat producten aanbiedt tegen zogenaamde 'celstress', een verklaring voor recht dat de Tros onrechtmatig had gehandeld door in haar uitzending van 7 november 2011 te stellen dat de producten van Memon geen werking hebben. Memon stelde dat de uitzending schadelijk was voor haar reputatie en haar verkoop had aangetast. De rechtbank oordeelde dat de Tros op basis van deskundigen en eigen onderzoek had mogen concluderen dat de effecten van elektromagnetische straling op de gezondheid van mensen niet meetbaar zijn en dat de producten van Memon geen werking hebben. De rechtbank vond dat de Tros een misstand aan de kaak stelde en dat de gebruikte termen zoals 'wonderstekkerdoos' en 'toverdoos' binnen de grenzen van de persvrijheid vielen. Memon's vorderingen werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte het belang van de vrijheid van meningsuiting en de rol van de pers in het maatschappelijk debat.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/527432 / HA ZA 12-1215
Vonnis van 10 juli 2013
in de zaak van
de vennootschap naar Duits recht
MEMON BIONIC INSTRUMENTS GMBH,
gevestigd te Rosenheim (Duitsland),
eiseres,
advocaat mr. D.W.A.J. van der Burgt te Rosmalen,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
TROS,
gevestigd te Hilversum,
gedaagde,
advocaat mr. H.A.J.M. van Kaam te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Memon en Tros genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 30 januari 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
  • het proces-verbaal van comparitie van 15 april 2013 met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Memon is opgericht in 1999. Zij houdt zich bezig met de ontwikkeling, productie, distributie en verhandeling van milieutechnologische producten. Sinds 2001 brengt Memon producten op de markt die ontwikkeld zijn door ingenieur [A]. Deze producten verkocht Memon aanvankelijk onder de naam ‘Transformers’, tegenwoordig veelal onder de naam ‘Memonizers’.
2.2.
Memon heeft voor haar producten aanvankelijk een Europees octrooi aangevraagd. Ten name van [B] is voor een van de Memon-producten onder nummer DE 203 16 897 U1 een zogenoemd
Gebrauchsmusteringeschreven dat op 4 maart 2004 door het Duitse
Patent- und Merkenamtis ingeschreven en op 8 april 2004 is gepubliceerd.
2.3.
Tros is een omroepvereniging die zich bezighoudt met het (doen) maken en uitzenden van radio- en televisieprogramma’s. Zij zendt onder meer het door haar gemaakte consumentenprogramma Tros Radar uit.
2.4.
Op 7 november 2011 heeft Tros in het programma Tros Radar het onderwerp “Celstress” uitgezonden (hierna ook de uitzending). Voorafgaand aan de uitzending heeft Tros via e-mail gecorrespondeerd met heer [C] (hierna [C]), [functie] van de vennootschap Total Harmony BVBA, importeur van Memon-producten voor de Benelux. In een e-mail van [C] van 31 oktober 2011 schrijft [C] aan Tros, voor zover van belang:
“[…]Memon is een Duits bedrijf dat in meer dan 15 landen sinds 2011 activiteiten ontwikkeld heeft en dat onderzoek heeft gevoerd met internationale autoriteiten in de markt. Vandaar mijn vraag naar welke testen U heeft laten uitvoeren.
Als U testen laat uitvoeren naar sterktes van frequenties mag ik U reeds melden dat die niet zinvol zijn aangezien Memon niets veranderd aan de frequentiesterktes.
Testen waarbij de positieve werking van Memon aangetoond worden zijn tweeledig:
  • verbetering van de luchtkwaliteit door toename van negatieve ionen ; deze kan door iedere onderzoeker eenvoudig aangetoond worden
  • biologische metingen[…]”
In een e-mail van 3 november 2011 heeft Tros aan [C] geschreven:
“[…]Wij begroeten u en uw collega graag aanstaande maandag 7 november op Schiphol om 09.00 uur. U kunt dan ook de ionentest in een daarvoor geschikte ruimte voor de camera uitvoeren. Neemt u daarvoor zelf alle geschikte spullen mee? Wij hebben een afgesloten ruimte met stopcontact gereserveerd.[…]”
Tijdens de in deze e-mail genoemde bespreking tussen partijen op 7 november 2011 op Schiphol, waarbij van de zijde van Memon [C] en de heer [D], zelfstandig [functie] (hierna [D]), aanwezig waren, is de ionentest niet uitgevoerd.
2.5.
In de uitzending besteedde Tros aandacht aan Memon en de door Memon op de markt gebrachte producten, in het bijzonder de MemonizerCOMBI transformer. In de uitzending komt onder meer het volgende aan de orde:
Introductie celstress
In het begin van de uitzending wordt de term celstress geïntroduceerd en uitgelegd. Er wordt gemeld dat er mensen zijn die klachten ervaren als gevolg van elektromagnetische straling. Er wordt ook gezegd dat het wetenschappelijk gezien vooralsnog onmogelijk is gebleken die klachten aan elektromagnetische straling toe te schrijven. Vervolgens wordt gemeld dat Memon een oplossing biedt voor celstress.
Bloedonderzoek
Er wordt een film van Memon getoond van iemand die zijn bloed door Memon laat testen, zowel voor als na 20 minuten bellen met een mobiele telefoon. Op deze film is te zien dat het bloed als gevolg van het bellen is gaan samenklonteren: er ontstaat een zogenoemd ‘geldrolletjeseffect’. Tros laat vervolgens beelden zien van een eigen onderzoek bij één van haar verslaggevers. Tros zegt daarbij dat dit bloedonderzoek is verricht door [functie] [E] (hierna [E]) van Lab West in Den Haag. [E] concludeert dat het bloed van de Tros verslaggever na 20 minuten bellen met een mobiele telefoon een gewoon beeld geeft en er geen ‘geldrolletjeseffect’ is opgetreden. Op de vraag van de verslaggever hoe het ‘geldrolletjeseffect’ in de film van Memon kon optreden antwoordt [E] dat hij de indruk heeft naar een ander bloedbeeld te hebben gekeken. Volgens hem is het bloed misschien van een andere persoon, maar hij kan dat niet hard maken.
Verborgen camerabeelden van bezoek Memon aanbieders
In de uitzending worden verder beelden uitgezonden van een bezoek dat twee aanbieders van celstressmetingen tevens verkopers van Memon producten - de heer [F] (hierna [F]) en mevrouw [G] (hierna [G]) - hebben gebracht aan een verslaggever van Tros. Deze beelden zijn gemaakt met een verborgen camera. [F] zegt, nadat hij binnen is gekomen, elektromagnetische straling te ervaren, namelijk ‘een rauwe stem’ en ‘een drukkend gevoel’. [F] en [G] testen beiden de gevoeligheid van de verslaggever voor elektromagnetische straling door met een ampèremeter aan de verslaggever, eerst staand op de grond en daarna staand op een elektriciteitskabel metingen te doen. Bij de meting door [F] wordt door [F] gezien dat de meter een hogere waarde aangeeft als de verslaggever op de kabel staat dan wanneer de verslaggever niet op de kabel staat, waarna [F] concludeert dat de verslaggever gevoelig is voor elektromagnetische straling. Bij de test door [G] geeft de meter bij het staan op de kabel echter een lagere waarde aan. Tros zegt daarbij dan dat [G] daarvoor geen verklaring heeft, maar dat er volgens haar wel iets aan de hand zou zijn. In de uitzending reageert prof. dr. [H], [functie] van het Erasmus Medisch Centrum (hierna [H]), op de met de verborgen camera gemaakte beelden. Hij zegt onder meer dat de effecten van celstress vooralsnog niet meetbaar zijn gebleken, dat daarvoor moet worden aangetoond dat de moleculen in de cellen veranderen en dat dit nog nooit is gelukt. Volgens hem kan dat ook niet worden uitgevoerd met de simpele ampèremeter die [F] en [G] gebruiken.
Prof. dr. [J], neurobioloog en lid van de Gezondheidsraad (hierna [J]), zegt in reactie op de beelden onder meer, samengevat, dat Memon zich bedient van pseudowetenschap van de ergste soort en dat, als Memon haar stellingen als wetenschappelijk zou presenteren, sprake is van oplichting. Hij wijst erop dat er wellicht invloed is van elektromagnetische straling maar dat die zo onbeduidend klein is dat deze niet te meten is. Hij vergelijkt in dit verband de angst voor celstress met de angst dat een auto niet meer zou kunnen rijden als er vogelpoep op de auto zou liggen. Hij beschouwt de aanbieders als handige verkopers die gegevens bij elkaar hebben geraapt in een soepel verkooppraatje om de producten van Memon te verkopen.
Prijzen Memon producten
In de uitzending worden de prijzen van de Memon producten genoemd, onder andere een bedrag van bijna € 900,- voor de MemonizerCOMBI transformer. Voor de grootste COMBI Transformer wordt een bedrag van bijna € 2.700,- genoemd.
Werking MemonizerCOMBI transformer
In de uitzending worden (met verborgen camera gemaakte) beelden getoond waarin [G] en [F] de werking van de MemonizerCOMBI transformer uitleggen. [G] geeft de volgende uitleg, voor zover van belang:
“[…] Je doet hem in een stopcontact en hij neutraliseert alle straling die via je stopcontact loopt. En dan gebruikt ‘ie dus je …. want je hele huis is bekabeld door van alles en nog wat. Hij zorgt ervoor dat die kabels allemaal goed werken als een soort neutralisator. […]”
[F] geeft de volgende uitleg, voor zover van belang:
“[…] Interferentie, zegt dat je iets? […] Je hebt geluid en je hebt antigeluid. Dat ken je misschien. Als die twee elkaar gaan tegenkomen, dan heffen ze elkaar op. Dan bestaat het niet meer, dan is het geluid weg. De frequentie is dan weg van het geluid. Dat doet deze precies hetzelfde. […]
En op kwantumfysisch niveau polariserend werkt, gaat ‘ie dus de polariteit van alles wat hier in huis is, het hele huis en de mens gaat ‘ie veranderen. Dus we worden niet meer links polair, maar gaan rechts polair worden. En we willen rechts polair worden. […]”
In de uitzending is vervolgens de reactie van prof. dr. [K], hoogleraar [functie] (hierna [K]), te zien. Hij zegt onder meer dat het opheffen van frequentiegolven slechts beperkt mogelijk is. Vanwege het golvend effect en de verschillende snelheden zou een golf voor volledige opheffing exact nagebootst moeten worden. Het is haast ondoenlijk om het effect van opheffing op ieder denkbaar punt in een golf te realiseren.
Frequentieveldsterkte meting door [K]
In de uitzending komt vervolgens de door [K] in een stralingsvrije ruimte van TNO uitgevoerde test van de MemonizerCOMBI transformer aan bod. Als er geen apparaten aanstaan is in de testruimte geen straling te zien. Als een portofoon wordt aangezet, is op de door TNO gebruikte apparatuur te zien dat dit wel effect heeft. Als de MemonCOMBI transformer wordt aangezet, is te zien dat dit effect niet verandert: er is geen neutraliserend signaal waar te nemen. Op de vraag van de verslaggever of het effect van de MemonizerCOMBI transformer ook op een andere manier zichtbaar zou kunnen worden gemaakt, antwoordt [K] ontkennend.
Vervolgens wordt besloten de MemonizerCOMBI transformer te openen. [K] maakt duidelijk dat het product, om een tegengolf op te kunnen wekken, een ontvanger, een computertje en een zender zal moeten bevatten. Als [K] de MemonizerCOMBI transformer opent is te zien dat de inhoud ervan bestaat uit zand, een lampje en een hologrampapiertje. Op de vraag van de verslaggever of dit voorwerp kan wat het zegt te kunnen (de rechtbank begrijpt: of het hiermee mogelijk is de effecten van elektromagnetische straling op te heffen), antwoordt [K] ontkennend. In de studio zegt [K] nog dat sprake is van een bakje zand met een lampje. Het hologrampapier kan volgens hem geen effect hebben.
Weerwoord Memon en reactie [K]
In de uitzending wordt een opname getoond van het onder 2.4 genoemde gesprek dat Tros op de luchthaven Schiphol heeft gevoerd met [C] en dr. [D]. In de uitzending wordt de volgende zin uit de hiervoor onder 2.4 aangehaalde e-mail van [C] van 31 oktober 2011 aan Tros getoond:
“Als U testen laat uitvoeren naar sterktes van frequenties mag ik U reeds melden dat die niet zinvol zijn aangezien Memon niets veranderd aan de frequentiesterktes. […]”
In de uitzending zegt [C] dat de MemonizerCOMBI transformer niet op frequentie
sterktes werkt en niet op de straling zelf, maar op de gevolgen van de straling en dat dit te meten is op de luchtkwaliteit en op mensen zelf. [D] wijst op de bloedtest als bewijs dat de MemonizerCOMBI transformer werkt. Hij zegt dat er over verschillende zaken wordt gesproken: dat de verslaggever spreekt over fysieke meting maar dat de uitvinder van Memon spreekt over informatie. [C] legt dan uit, kort gezegd, dat het product net werkt als een laptop en dat op het kwartszand in de MemonCOMBI transformer informatie wordt opgeslagen. Als de verslaggever van Tros een reactie vraagt op de prijs van het product, te weten € 900,-, wordt onder andere door [D] geantwoord dat als het product werkt, wat Memon heeft laten zien en wetenschappers zoals dr. [L] uit Washington hebben aangetoond, het product juist veel te goedkoop is.
In de studio reageert [K] vervolgens op het weerwoord van Memon. In antwoord op de vraag van de presentatrice van Tros Rader, of het mogelijk is dat de gevolgen van straling worden opgenomen door het zand in de MemonCOMBI transformer, antwoordt [K] ontkennend. Tegen het einde van de uitzending zegt hij dat hij vindt dat Memon aanhaakt op de angst van mensen en zo probeert geld binnen te halen. Hij zegt dat het product helemaal niets doet en adviseert het niet te kopen. Hij zegt dat het wetenschappelijk klinkt maar gewoon onzin is.
Kwalificaties Tros van de Memon producten / de MemonizerCOMBI transformer
In de uitzending wordt de MemonizerCombi transformer door de presentatrice van Tros ook aangeduid als ‘wonderstekkerdoos’, ‘toverdoos’ en ‘bak zand met een lampje’. Ook merkt zij op dat ‘je net zo goed een bakje zand uit de zandbak van je kinderen kunt scheppen’ en doet zij aan het slot van de uitzending de producten van Memon af met de term ‘flauwekul’.
2.6.
Op de website van het bedrijf van [C], www.gezondheidszorg.eu, staat onder meer, voor zover van belang:
“[…] De memon ® Transformers kunnen de schadelijke informatiegolven van alle stralingsvelden (statische, elektromagnetische, elektrische of gepulste) door het proces van destructieve interferentie verwijderen. Bij dit proces ontmoeten twee golven met dezelfde golflengte, dezelfde frequentie, dezelfde puls of fase of dezelfde amplitude elkaar. Wanneer deze twee golven bovendien 180º van fase verschillen en tegen elkaar trillen (= elke top van de ene golf valt samen met het dal van de andere) heffen ze elkaar op. Dit fenomeen wordt destructieve interferentie genoemd.[…]”
2.7.
Op de website aa-woonbiologie.nl staat een verwijzing naar de site van Memon. Daarop staat onder meer en voor zover van belang het volgende:
“[…] Onder leiding van technicus en onderzoeker [A] is het na jarenlang intensief onderzoek in het Institut für Bioernergetische Analysen gelukt een systeem te ontwikkelen dat in staat is de mensen tegen de negatieve energetische werking van straling te beschermen.
De memonizers werkt volgens het interferentieprincipe. Dat betekent als de golfberg en het golfdal elkaar treffen ze elkaar volledig opheffen. (destructieve interferentie). […]
Het werkingsprincipe is onder de naam ipict ® (informatie polarisatie interferentie chip technologie) gepatenteerd en is zeer uitgebreid onderzocht in honderden biologische testen. […]
Sinds de start van het bedrijf zijn er inmiddels vele tien-duizenden tevreden gebruikers van MEMON ®producten. Tevreden klanten hebben intussen hun kraanwater en de lucht in het gehele huis geoptimaliseerd en elektrosmog en aardstraling geharmoniseerd. Onze klanten ervaren een verhoogde vitaliteit, voelen zich beter en harmonischer en genieten een aanzienlijk betere levenskwaliteit.Woonbiologen, natuurartsen en therapeuten adviseren hun cliënten om hun woonhuis, werkomgeving of voertuig van memon ® bionic intruments te voorzien. […]”
Op deze website zijn onder meer Memon producten te zien voor drinkwater, zwembaden, auto, mobiele telefoon, en voedsel.
2.8.
Bij gelegenheid van het bezoek door [G] en [F] (zie hiervoor onder 2.5 onder
Verborgen Camerabeelden van bezoek Memon aanbieders)is door één van hen aan de Tros-verslaggever een brochure van Memon overhandigd. In deze brochure staat een grafiek met drie afbeeldingen van golven, met de aanduidingen ‘ervoor’ respectievelijk ‘werking’ en ‘erna’. In de eerste afbeelding ‘ervoor’ is een dikke en een dunne golf te zien met het bijschrift bij de dikke golf: ‘basisgolf’ en bij de dunne golf: ‘linkspolare, pathogene informatiegolf’. In de tweede afbeelding ‘werking’ zijn diezelfde golven te zien alsmede een aan de eerdergenoemde dunne golf tegengestelde andere dunne golf met als bijschrift ‘memon informatie tegengolf interferentie’. Op de derde afbeelding ‘erna’ is alleen de dikke golf te zien met bijschrift ‘basisgolf’. In de tekst boven en onder de grafiek staat, voor zover hier van belang:
“Hoe functioneert memon® […]
De destructieve interferentie
[…]
In de grafiek ziet u een basisgolf (blauw) die u zich bijvoorbeeld zou kunnen voorstellen als de straling van een GSM-zendmast. […] Bij deze straling/ basisgolf voegt zich echter nog een tweede golf van schadelijke informatie (rood), die we elektrosmog noemen.
De memon® transformer is in staat deze ziekmakende, schadelijke informatie door een tegengolf/ interferentie (groen) doelgericht uit te wissen. Golf en tegengolf hebben elkaar als het ware opgeheven. De basisgolf blijft, de schadelijke informatie is weg.”
2.9.
De uitzending van Tros Radar met het onderwerp “Celstress” is via de website van Tros Radar nog te bekijken.

3.Het geschil

3.1.
Memon vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I. voor recht te verklaren dat Tros onrechtmatig handelde jegens Memon;
II. Tros te veroordelen om ieder onrechtmatig handelen jegens Memon te staken en gestaakt te houden, in het bijzonder door elke verdere openbaarmaking van de uitzending van 7 november 2011, althans het deel daarvan getiteld “Cellstress” te staken en gestaakt te houden en elke referentie daaraan van haar websites te verwijderen, althans ontoegankelijk te maken;
III. het gevorderde onder I. en II. toe te wijzen op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere overtreding en voor elke dag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 250.000,-;
IV. Tros te veroordelen om aan Memon alle als gevolg van het onrechtmatig handelen van de Tros geleden schade te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 8 november 2011 tot de dag van algehele voldoening;
V. Tros te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten vanaf de 15e dag na de uitspraak;
VI. Tros te veroordelen in de nakosten.
3.2.
Memon heeft daartoe gesteld, samengevat, dat de Tros onrechtmatig jegens Memon heeft gehandeld doordat Tros in haar uitzending als een bewezen feit heeft gepresenteerd dat de Memon producten geen werking hebben. Deze stelling is aantoonbaar onjuist aangezien de Memon producten meetbare biofysische resultaten leveren. Tros heeft zich bij de beschrijving van het Memon product uitsluitend gericht op de mechanische werking en heeft alle beschikbare en aangeboden testresultaten genegeerd. In plaats daarvan heeft zij zelf enkele testjes uitgevoerd waarvan het resultaat vooraf al vast stond. Memon had voorafgaand aan de uitzending namelijk al laten weten dat de werking van de MemonCOMBI transformer niet met een frequentiemeting is aan te tonen. Het door Tros uitgevoerde bloedonderzoek is niet vergelijkbaar met het bloedonderzoek dat Memon heeft verricht. Bij het onderzoek door Tros is onduidelijk na hoeveel minuten mobiel bellen er is gemeten, is veneus bloed afgenomen uit een arm waarmee niet is gebeld en is het bloed onderzocht met een normale microscoop. Het onderzoek door Memon daarentegen vond plaats voor én na 20 minuten mobiel bellen waarna capillair bloed uit (een vingertop van) de hand waarmee was gebeld is afgenomen en vervolgens is onderzocht met een donkerveld microscoop. Er is dan ook geen sprake van een steekhoudende vergelijking. De Tros heeft elk aanbod van Memon om gezamenlijk onderzoek te (doen) verrichten geweigerd en heeft vastgehouden aan haar eigen oordeel. Zij heeft bewust gekozen voor een vernietigende aanval op Memon en haar producten. Haar uitzending was bewust gericht op het toebrengen van schade aan Memon, althans Tros had moeten begrijpen welke verstrekkende en schadelijke gevolgen haar uitzending voor Memon zou hebben. Zij heeft bewust de indruk gewekt dat Memon zich bezighoudt met oplichting en bedrog, welk beeld werd verstrekt door het nodeloze gebruik van verborgen camerabeelden van verkopers van Memon producten. Onrechtmatig is het gebruik van de verborgen camera en de bewust grievende en ridiculiserende woordkeuze als “wonderstekkerdoos”, “toverdoos”, en “bak zand met een lampje”. Het onrechtmatig handelen duurt sedert de uitzending op 7 november 2011 voort aangezien de uitzending nog steeds via de website van Tros Radar te zien is. De schade als gevolg van de uitzending is groot. Zij bestaat uit gederfde winst door drastische vermindering van de verkoop. Daarnaast is een ongebruikelijk groot aantal producten retour gezonden met de verplichting voor Memon om de al ontvangen koopprijs te restitueren. Ook heeft Memon een kostbaar onderzoek moeten uitvoeren, te weten onderzoek naar fijnstof reductie in een school te Pijnacker, om de werking van haar producten opnieuw aan te tonen. Memon is verder geconfronteerd met het feit dat grote zakelijke ondernemers vergevorderde onderhandelingen met Memon afbraken na de uitzending.
3.3.
Tros voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vorderingen van Memon, die onder meer een verbod op bepaalde uitingen inhouden, zouden - indien toegewezen - neerkomen op een beperking van het recht van Tros op vrije meningsuiting dat is vastgelegd in artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Een dergelijke beperking is alleen toegestaan als deze is voorzien bij de wet en noodzakelijk is in een democratische samenleving ter bescherming van bijvoorbeeld de goede naam of rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM). Het antwoord op de vraag welk recht - het recht op vrije meningsuiting of het recht ter bescherming van de eer of goede naam - in het concrete geval zwaarder weegt, wordt gevonden door een afweging van alle terzake dienende omstandigheden van het geval. Daarbij komt aan de positie van de pers bijzondere betekenis toe gelet op enerzijds de taak van de pers om informatie en ideeën van publiek belang te verspreiden en om zijn vitale rol van publieke waakhond te spelen en anderzijds het recht van het publiek om informatie en ideeën te ontvangen.
4.2.
Het voorgaande betekent niet dat bij het afwegen van de betrokken belangen het recht van vrije meningsuiting in beginsel zwaarder moet wegen dan het recht op bescherming van de eer en goede naam. Bij het uitoefenen van het recht van vrije meningsuiting zal steeds de zorgvuldigheid in acht moeten worden genomen die in het maatschappelijk verkeer in het algemeen ten aanzien van anderen moet worden betracht. Deze zorgvuldigheid brengt bij het openbaar maken van gegevens waardoor een specifieke (rechts)persoon in zijn eer en goede naam kan worden aangetast met name mee dat zulke gegevens niet als juist mogen worden gepresenteerd indien daaromtrent redelijkerwijs twijfel behoort te bestaan. Ook is relevant dat die gegevens redelijkerwijs van belang moeten kunnen worden geacht in verband met de uitlatingen. Tenslotte speelt een rol dat zulke gegevens niet mogen worden vermeld voor zover voorzienbaar is dat hun openbaarmaking de desbetreffende (rechts)persoon een nadeel zullen toebrengen dat in geen redelijke verhouding kan staan met het door de meningsuiting beoogde doel. Is aan deze zorgvuldigheidseisen niet voldaan, dan kan degene die zich door de uitlatingen in een kwaad daglicht geplaatst voelt daartegen opkomen met een actie wegens onrechtmatige daad, die in dat geval is te beschouwen als een bij wet voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk te achten middel ter bescherming van zijn eer en goede naam als bedoeld in het tweede lid van artikel 10 EVRM.
4.3.
De volgende omstandigheden zal de rechtbank in het kader van de bovengenoemde belangenafweging in ogenschouw nemen:
  • het maatschappelijk debat en de vraag of Tros een misstand heeft blootgelegd;
  • de mate waarin de beschuldiging steun vindt in de feiten;
  • de door Tros gehanteerde werkwijze;
  • de wijze waarop de uitlatingen zijn gepresenteerd.
Maatschappelijk debat / misstand
4.4.
De vraag naar het effect van elektromagnetische straling op de gezondheid van mensen (“celstress”) staat in de publieke belangstelling, onder andere in verband met het toenemend gebruik van elektronische apparaten, draadloze internetverbindingen en (mobiel) telefoon- en dataverkeer. Deze vraag is ook onderwerp van wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld naar de straling van GSM-masten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat “celstress” is aan te merken als een onderwerp van maatschappelijk debat. Vast staat dat Memon op haar website ernstige gevolgen van straling van mobiele telefoons (zoals beschadiging van de genen, verzwakking van het immuunsysteem en een verhoogd risico op kanker), heeft beschreven en dat zij dure producten aanbiedt waarmee celstress zou kunnen worden bestreden. De uitlatingen van Tros komen er in de kern op neer dat het (nog) niet mogelijk is gebleken de effecten van “celstress” op de mens te meten en dat de dure producten van Memon geen werking hebben. Als juist is dat het (nog) niet mogelijk is gebleken de effecten van “celstress” op de mens te meten, terwijl Memon het publiek wel ernstige gevolgen van straling op de gezondheid van mensen voorhoudt en daarbij dure producten als oplossing aanbiedt maar die producten niet werken, dan is dit te kwalificeren als een misstand die Tros aan de kaak mag stellen. Dat er, zoals Memon heeft gesteld, geen discussie was over de Memon producten en er zelfs geen klachten bekend waren, doet hieraan niet af.
Steun in de feiten: meetbare effecten van celstress
4.5.
De rechtbank stelt voorop dat Tros in haar uitzending over “celstress” niet het standpunt heeft ingenomen dat er geen negatieve gevolgen van blootstelling aan elektromagnetische straling kunnen zijn. Zij heeft in haar uitzending in dit verband aandacht besteed aan mensen die klachten als gevolg van straling ervaren. Tros heeft wel de uitlating gedaan dat het niet mogelijk is gebleken de effecten van elektromagnetische straling op de mens te meten. Deze uitlating heeft zij in de eerste plaats gebaseerd op de mening van [functie] [H]. Hij heeft onder meer gezegd dat de effecten van celstress vooralsnog niet meetbaar zijn gebleken, dat daarvoor moet worden aangetoond dat de moleculen in de cellen veranderen en dat dit nog nooit is gelukt. Verder heeft Tros gewezen op de mening van [functie] [J], die heeft gezegd dat er wellicht invloed is van elektromagnetische straling maar dat die zo onbeduidend klein is dat deze niet te meten is. De rechtbank is van oordeel dat Tros haar uitlating, dat het niet mogelijk is gebleken de effecten van elektromagnetische straling op de mens te meten, op de mening van deze deskundigen heeft kunnen baseren. Ook weegt de rechtbank mee dat Tros door [functie] [E] een bloedonderzoek heeft laten verrichten naar het zogenoemde ‘geldrolletjes effect’. Het bloed van een Tros-verslaggever is onderzocht na 20 minuten bellen met een mobiele telefoon, waarna bleek dat er geen ‘geldrolletjes effect’ is opgetreden.
4.6.
Memon heeft nog gesteld dat honderden wetenschappelijke studies, die ook voor Tros te raadplegen zijn, hebben aangetoond dat (cellen van) mensen en organismen op de inwerking van elektrostatische of elektromagnetische velden met hoge of lage frequenties reageren, maar naar het oordeel van de rechtbank betekent dit niet dat Tros haar uitlating niet had mogen doen. Memon heeft slechts in algemene zin verwezen naar drie van die studies waaruit zonder verdere toelichting, die ontbreekt, voor de rechtbank niet duidelijk volgt dat de gevolgen van elektromagnetische straling op de mens wel meetbaar zijn gebleken. Los daarvan geldt bovendien dat aan Tros in zijn algemeenheid niet de eis gesteld kan worden dat zij zich voorafgaand aan een uitlating op de hoogte stelt van alle (in dit geval) wetenschappelijke studies op dit gebied. Het gaat erom of de Tros op basis van de beschikbare gegevens tot de uiting heeft mogen komen. Dat de door Tros geraadpleegde deskundigen deskundig waren staat als onweersproken vast, hetgeen meebrengt dat Tros op hun mening mocht afgaan. Dat het door Tros uitgevoerde bloedonderzoek in geen enkele vergelijking staat met het door haar uitgevoerde bloedonderzoek, zoals door Memon naar voren gebracht en door Tros gemotiveerd betwist, maakt evenmin dat Tros haar uitlating niet mede op door haar zelf verricht bloedonderzoek heeft mogen baseren. Het staat Tros immers vrij om eigen onderzoek te (laten) verrichten naar de vraag of in het bloed meetbare effecten zijn waar te nemen na 20 minuten mobiel bellen en zich uit te laten over de uitkomst daarvan.
Steun in de feiten: de Memon producten hebben geen werking
4.7.
Bij de beoordeling van de vraag of de uitlating van Tros dat de Memon producten geen werking hebben voldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal, stelt de rechtbank voorop dat deze vraag beoordeeld dient te worden aan de hand van de door of namens Memon zelf aan haar producten toegedichte werking zoals die redelijkerwijs voor de consument kenbaar is. Op grond van de hiervoor onder 2.6, 2.7 en 2.8 weergegeven informatie van respectievelijk de website van (het bedrijf van) [C], de website van Memon en een brochure van Memon, alsmede gelet op de informatie die [F] aan de Tros-verslaggever heeft gegeven (zie hiervoor onder 2.5 onder
Werking MemonizerCOMBI transformer), is de rechtbank van oordeel dat redelijkerwijs de consument daar uit zal afleiden dat de producten van Memon werken volgens het principe van de destructieve interferentie. Dit staat immers met zoveel woorden op genoemde websites en in de brochure. Ook [F] noemt het woord ‘interferentie’ expliciet, waarbij hij zegt dat het product hetzelfde werkt als ‘geluid en antigeluid die elkaar gaan opheffen als zij elkaar tegenkomen’. Memon heeft wel gesteld dat haar producten niet de straling neutraliseren maar de schadelijke gevolgen ervan en dat zij dit ook op haar website schrijft, maar deze stellingen kunnen niet afdoen aan de eerder genoemde expliciete verwijzingen naar destructieve interferentie als het werkingsprincipe van de Memon producten. Voor zover Memon thans heeft gesteld dat die verwijzing aldus moet worden begrepen dat de werking van haar producten vergelijkbaar is met het principe van de destructieve interferentie maar niet hetzelfde doet, volgt dit niet uit de aangehaalde informatie. De rechtbank zal bij haar beoordeling of de beschuldiging van Tros voldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal daarom betrekken het resultaat van de bij TNO op verzoek van Tros uitgevoerde frequentiemeting. De omstandigheid dat Memon Tros nog voor de uitzending heeft laten weten dat die meting geen resultaat zal opleveren en andere testen nodig zijn om die werking aan te tonen, maakt dit niet anders. Tros mocht immers afgaan op de door Memon eerder zelf verstrekte informatie over destructieve interferentie als werkingsprincipe van haar producten. Die omstandigheid speelt een rol in het kader van de door Tros te plegen hoor en wederhoor, waarover hierna wordt overwogen.
4.8.
Ter ondersteuning van haar uitlating dat de Memon producten geen werking hebben, heeft Tros gewezen op de conclusie die [K] daarover heeft getrokken. [K] heeft onder meer op basis van de uitgevoerde frequentiemeting vastgesteld dat de MemonizerCOMBI transformer geen effect heeft op de stralingsfrequentie in een ruimte. Hij heeft verder, na het uit elkaar halen van de MemonizerCOMBI transformer, geconstateerd dat dit product bestaat uit een plastic doosje met zand, een lampje en een hologram en geoordeeld dat het met dit product niet mogelijk is de effecten van elektromagnetische straling op te heffen. Volgens hem zou het apparaat daartoe een ontvanger, een computertje en een zender moeten bevatten. Ook heeft [K] in reactie op het standpunt van Memon, dat het product geen signaal produceert maar de gevolgen van straling neutraliseert, laten weten dat het onmogelijk is dat de gevolgen van straling worden opgevangen door het kwartszand in de MemonCOMBI transformer. Ook heeft [K] gezegd dat het product helemaal niets doet, dat het wetenschappelijk klinkt maar gewoon onzin is.
4.9.
Memon heeft hiertegenover betoogd dat Tros onzorgvuldig heeft gehandeld doordat zij geen aandacht heeft besteed aan de op de website van Memon gepubliceerde resultaten van talloze onderzoeken en zij niet is ingegaan op het aanbod van Memon om (gezamenlijk) de werking van de Memon producten te testen. Uit de onderzoeken van Memon volgt dat haar producten aantoonbare, meetbare, positieve, fysische effecten hebben, onder andere ten aanzien van de reductie van fijnstof. Ook vele andere rapporten, onder andere die door Memon zijn overgelegd als producties 14, 15, 16 en 19, bevestigen het functioneren en de werking van haar producten. De metingen naar de werking van de MemonizerCOMBI transformer zijn begeleid door dr. [M] (hierna [M]), verbonden aan de technische Universiteit Delft. Hij kan als getuige-deskundige aan de zijde van Memon verklaren over de aantoonbare werking van de Memon producten, aldus Memon.
4.10.
De rechtbank volgt Memon niet in haar betoog dat Tros onzorgvuldig heeft gehandeld. Het staat Tros vrij om eigen onderzoek te laten verrichten door deskundigen en Tros mag daarbij voorbij gaan aan onderzoeksresultaten die door Memon zelf ter beschikking zijn gesteld. Overigens geldt dat de door Memon in het geding gebrachte onderzoeksresultaten grotendeels zien op onderzoeken verricht na de uitzending van 7 november 2011, zodat reeds om die reden met de resultaten geen rekening gehouden kon worden. Ook gaat het niet om publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, zoals ter comparitie door [C] is verklaard, zodat Tros daar geen gewicht aan behoefde toe te kennen, in achtgenomen dat het onderzoek betreft dat op verzoek van Memon zelf is uitgevoerd. Voor zover Memon ter ondersteuning van de werking van haar producten nog heeft gewezen op de inschrijving van het
Gebrauchsmuster(zie hiervoor onder 2.2) hoefde Tros daaraan evenmin gewicht toe te kennen. Bij de inschrijving van een
Gebrauchmusterhoeft de werking van het desbetreffende product immers niet (wetenschappelijk) onafhankelijk te zijn vastgesteld. De omstandigheid dat Memon naar zij stelt ervoor heeft gekozen haar eerdere octrooiaanvraag in te trekken, omdat zij geheim wil houden hoe de (schadelijke) informatie feitelijk op het kwartszand wordt opgeslagen, komt voor haar rekening. Verder blijkt uit de hiervoor onder 2.4 aangehaalde e-mail correspondentie tussen Tros en [C] dat Tros Memon wel degelijk heeft aangeboden een test uit te voeren voor de camera. Dat deze test, zoals Memon stelt, niet is doorgegaan omdat die alleen in een technische ruimte kan plaatsvinden en dit op Schiphol niet mogelijk was, kan er niet aan afdoen dat Tros Memon in staat heeft gesteld een test te presenteren. Tros hoefde niet in te gaan op een aanbod van Memon om (gezamenlijk) onderzoek in een eigen testruimte bij Memon in Duitsland uit te (laten) voeren. Daarbij betrekt de rechtbank dat de aanbieders van Memon producten hun test ook in de woning van een verslaggever hebben kunnen uitvoeren. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt dan ook niet in te zien waarom Memon haar test niet in de desbetreffende ruimte op Schiphol zou hebben kunnen uitvoeren.
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat Tros, nu, zoals hiervoor overwogen, de deskundigheid van [K] vast staat, ervan uit mocht gaan dat diens conclusie gefundeerd was. Tros heeft haar uitlating dat de Memon producten geen werking hebben daarom op de conclusies van [K] mogen baseren en deze is niet onrechtmatig. Memon heeft tenslotte bewijs aangeboden van haar stelling dat haar producten wel werken, maar dat bewijsaanbod wordt gepasseerd. Ook als uit aanvullend onderzoek zou volgen dat de producten van Memon de door haar gestelde werking zouden hebben, maakt dat de uitzending van 7 november 2011 niet onrechtmatig.
De door Tros gehanteerde werkwijze
Verborgen camera en opnemen telefoongesprekken
4.12.
Memon heeft gesteld dat onbegrijpelijk en disproportioneel is dat Tros gebruik heeft gemaakt van verborgen camera’s en heimelijk opgenomen telefoongesprekken. Gezien de openheid van Memon en de bereidwilligheid om openheid van zaken te geven is het grijpen naar deze middelen een inbreuk op de privacy van de betrokkenen die in geen verhouding staat met de belangen van de Tros, aldus Memon.
4.13.
De rechtbank acht het gebruik maken van verborgen camera-apparatuur en het opnemen van telefoongesprekken buiten medeweten van [F] en [G] in dit geval niet onaanvaardbaar. Ten aanzien van de telefoongesprekken overweegt de rechtbank dat het gaat om zakelijke telefoongesprekken, namelijk ten behoeve van het maken van een afspraak voor het uitvoeren van een celstress-meting. Memon heeft niet concreet gesteld op welke onderdelen van deze zakelijke gesprekken sprake is van een schending van de privacy van de daarbij betrokken personen. Ten aanzien van de verborgen camera-opnamen heeft Tros uiteengezet dat alleen met een verborgen camera goed inzicht kan worden gegeven in de wijze waarop er getest wordt bij consumenten thuis en hoe de producten van Memon aan de man worden gebracht. Hierin heeft Tros naar het oordeel van de rechtbank aanleiding kunnen zien gebruik te maken van een verborgen camera. Niet is gebleken dat Tros haar doel op een andere wijze had kunnen verwezenlijken dan door het gebruik van de verborgen camera, zoals zij heeft gedaan. Het onherkenbaar maken van de betrokken personen, doordat hun gelaat
gewipedis, acht de rechtbank evenmin onzorgvuldig. Tros heeft dit heeft gedaan in het belang van de privacy van de betrokken personen.
Hoor en wederhoor
4.14.
Memon heeft gesteld dat Tros het beginsel van hoor en wederhoor niet op juiste wijze heeft toegepast. Wederhoor heeft alleen voor de vorm plaatsgevonden. Memon heeft in het interview niet adequaat kunnen reageren omdat Tros niet alle informatie waarover zij beschikte heeft verstrekt. Tros heeft bovendien de uitspraken van Memon over hoe men het effect van de Memonizer kan meten niet uitgezonden, aldus Memon.
4.15.
Voorop staat dat een persorgaan in beginsel een (rechts)persoon die op nadelige wijze in het nieuws komt een weerwoord dient te bieden. Dit heeft Tros ook gedaan. De omstandigheid dat Memon bij die gelegenheid niet tot in alle details is geïnformeerd over het door Tros uitgevoerde onderzoek, kan er niet aan af doen dat Memon met kern van de door de Tros getrokken conclusies is geconfronteerd en in de gelegenheid is gesteld daarop te reageren. Van deze gelegenheid heeft Memon ook gebruik gemaakt. Anders dan Memon stelt, is daarbij wel aandacht geweest voor de stelling van Memon dat de werking van haar producten niet met een frequentiemeting kan worden aangetoond. Tros heeft immers de daartoe strekkende zin uit de e-mail van [C] (zie hiervoor onder 2.5) in de uitzending getoond. Ook heeft Tros aandacht besteed aan het standpunt van Memon hoe het effect van de Memon producten gemeten kan worden. Uitgezonden wordt immers dat [C] zegt dat Memon niet op frequentiesterktes werkt en niet op de straling, maar op de gevolgen van de straling en dat dit te meten is op de luchtkwaliteit en op mensen zelf. De conclusie luidt dan ook dat Tros niet in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor heeft gehandeld.
Presentatie uitlatingen
4.16.
Begrijpelijk is dat Memon het gebruik van de termen “wonderstekkerdoos”, “toverdoos”, “bak met zand” en de opmerkingen “je kunt net zo goed een bakje zand uit de zandbak van je kinderen scheppen” en “flauwekul” en als denigrerend heeft opgevat. Daar staat echter tegenover dat het recht op de vrijheid van meningsuiting met zich brengt dat het een persorgaan in zekere mate vrij staat te overdrijven en/of te provoceren. De rechter behoort, in het belang van de persvrijheid, gepaste afstand te houden. Het gaat hier om het aan de kaak stellen van een misstand waarvoor voldoende feitelijke grondslag bestond. Gelet daarop had Tros de vrijheid - en kon zij het als haar maatschappelijke taak beschouwen - om het publiek te informeren. Het in de uitzending gebruiken van de genoemde termen en opmerkingen acht de rechtbank niet zodanig ernstig dat daarmee de grenzen van de maatschappelijke zorgvuldigheid zijn overschreden.
Conclusie
4.17.
De rechtbank concludeert, na afweging van de wederzijdse belangen dat Tros zich niet onrechtmatig heeft gedragen. In de kern komt het erop neer dat Tros op basis van de mededelingen van de door haar geraadpleegde deskundigen en het uitgevoerde onderzoek heeft mogen concluderen dat het vooralsnog niet mogelijk is gebleken de effecten van elektromagnetische straling op de mens te meten en dat de producten van Memon geen werking hebben. Daarmee legt Tros een misstand bloot, zonder daarbij een onzorgvuldige werkwijze te hanteren. Dit betekent dat de vorderingen van Memon zullen worden afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven geen bespreking.
4.18.
Memon zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Tros begroot op:
-griffierecht € 575,00
-salaris advocaat € 904,00 (2 punten x tarief € 452,00)
_________
-Totaal € 1.479,00
4.19.
De door Tros gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van Memon af,
5.2.
veroordeelt Memon in de proceskosten, aan de zijde van Tros tot op heden begroot op € 1.479,00,
5.3.
veroordeelt Memon in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Marcus, mr. A.R.P.J. Davids en mr. F.J. van de Poel en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2013.